BINNENLANPSCHE BERICTEN. Benoemingen. BUITENLAND. »dat hét vruchtelooze zijner poging om den «ambtgenoot deze meening te doen deelen, een »der voornaamste oorzaken is geweest der in- diening van zijn ontslag." Die meeningwelke den schrijver natuurlijk volkomen vrij staatvindt echter weinig steun in de feiten. Uit de mededeelingenwelke de minister van koloniën in de tweede kamer ge daan heeft naar aanleiding der interpellatie van den heer Blussé is geblekendat tusschen hem en den heer Thorbecke geen ander mee- ningsverschil bestonddan over de w ijzewaarop de strafwetgeving in Indië zou worden inge voerd. En mogt de authenticiteit van deze bron worden in twijfel getrokken, dan ver wijzen wij naar de nota van den heer Thorbecke zelf, aan den koning, waarbij hij als eenige reden voor zijn verzoek om ontslag op geeft, dat hij, nadat de minister van koloniën in de kamer had verklaardde strafwet bij kon. besluit te zullen invoeren, het vertrouwen op de onderlinge zamenwerking gebroken achtte. Maar zelfs aangenomen dat de meening des schrijvers juist waredan komt zij hier op nederdat de heer Thorbecke een onoplosbaar meenings-verschil over een hoofdbeginsel van regering heeft verzwegenomzelfs aan den koningeen onwaar motief voor zijn verzoek om ontslag op te geven, dat in vergelijking met de ware oorzaakeene nietigheid kan genoemd worden. Wij betwijfelen of de heer Thorbecke met dergelijke verdediging sterk gediend zal wezen. Ons bestek gedoogt niet, dat wij in meer bijzonderheden tredenwij zouden anders nog op menige passage uit de overigens goed ge schreven brochure kunnen wijzen ten betooge, dat de schrijver bij de zamenstelling te veel onder den indruk zijner wenschen in het belang zijner maatschappij is geweest, om eene juiste voorstelling en waardering der feiten te kun nen geven. Wij zijn er ver af het in den schrijver te misprijzen, dat hij voor de belangen dier ko lossale onderneming ijvert, doch hadden liever 'gezien, dat deze strekking van zijn geschrift meer lopen enTrond ware beleden. Maar], vooral hadden wij gewenscht, dat ter bereiking van dit doel, niet ware gebezigd het middel, om een geacht staatsman met onbillijke en onregtvaar- dige critiek te bejegenen. GOES 14 Junij 1866. Gelijk wij per bulletin mededeeldenis de uitslag van de stemming voor de Tweede Kamer, (nu met de later ontvangen berigten aangevuld) de volgende: Gekozen zijn, te Aemelo, Amersfoort, Amsterdam appingad4m, Arnhem Breda 's Bosch Deventer Dokkum Dordrecht Eindhoven, Gorinchem, Gouda 'sGravenha<3E, Haarlem Hoorn Leeuwarden Leijden Mr. G. M. v. d. Linden met 675. Jhr. Mr. v. Asch v. Wijck 895. Mr. G. C. J. van Reenen» 1597. M. H. Godefroi 1491. J. Heemskerk Bz. 1113. J. F. Zylker 705. Mr. L. W. C. Keuchenius 905. N. R. H. Gulje 1361. Mr. A. F. X. Luyben A. van Delden 774. Ph. van Blom 900. G. A. de Raadt 744. Mr. P. van den Hemel 960. W. C. M. Begram 1147. M. A. F. H. Hoffman. 1162. Jhr. F. de Casembroot. 901. Kappeyne 529.) J. J. van Muiken658. H. Mensonides558. •J. Andrece 851. P. II. baron Taets van Amerongen Mr. G. Groen van Prinsterer Maastricht, C. A. bar. de Bieberstein 1021. Middelburg, Mr. G. A. Fokker 862. (O. baron van Wassenaer Catwijck322.) Nijmegen Jhr. J. A. C. A. van Nispen van Sevenaer 904. Roermond, Mr. P.L. de Lom de Berg met 832. Rotterdam I. D. Fransen v. d. Putte 1136. W. A. Viruly Verbrugge 1090. Sneek, A. Moens 905. Tiel, Mr. W. F. C. van Lidth de Jeude 736. Tilburg, Mr. F. J. Jespers 803. Winschoten, W. J. A. Jonckbloet 306. Zierikzee, J. J. van Kerkwijk 754. (dhrn. Boeijevan Boise en Groen v. Prinstererverkre gen 107, 23 en 10 stemm.) Zutphen, Mr. W. H. Dullert 965. Zwolle, G.A.IJssel de Schepper» 1100. herstemmingen moeten plaats hebben op 26 junij^ aanstaande, te Assen tusschen B. J. Gratama 391. en P. van der Veen 357. Delft Mr. W. Wintgens 630. en W. F. Gevers Deynoot 411. Utrecht, Mr. N. P. J. Kien 521. en W. R. Boer 417. Zwolle J. Stieltjes 615. en Wttewaal van Stoetwegen 577. Bij gelegenheid der verkiezing voor de tweede kamer te Zierikzee, is niet alleen een kandi daat aanbevolendie men uitnemend achtte omdat zijn eigenbelang hem besturen zou, maar bij die gelegenheid is ook een billet ge drukt, waarvan de inhoud om stijl, taal en bedoeling, inderdaad merkwaardig is. Daarin wordt als radikaal middel om eene eerlooze pers den mond te snoeren, opgegeven dat men die koopen moet. Alsof het middel om te betalen wat men geschreven of niet geschreven wil hebben, niet juist het meest eerlooze is. Er wordt niet bijgevoegdof dat blaadje gratis is gedrukt en uitgegeven, dan wel of er voor betaald is, maar wel wordt daarin het karakter van wonder ontzegd aan vier zeer onderscheidëhe zaken1°. aan het rond en eerlijk uitkomen voor zijn gevoelen 2°. aan het openlijk belijden van zijn gevoelen; 3°. aan het aandringen op eerlijk uitkomen voor zijn gevoelen; 4°. aan het stilzwijgend voorbij gaan van wie niet rond en eerlijk uit komen voor hun gevoelen. Wij kunnen be grijpen dat zulk een billet een verpletterenden invloed moet gehad hebbenten einde een einde (wij gebruiken hier eene schoone spraakwen ding van den schrijver) te maken aan den tegenstand, tegen den door hem aanbevolen onbaatzuchtigen kandidaat. Er is in den ganschen verkiezingsstrijd van deze weekover geen der kandidaten zooveel geschreven als over den heer Casembroot. Ken nelijk heeft het veel kracht gekost, om dezen kandidaat er door te halen, want het Dagblad heeft zich letterlijk uitgeput. Behalve zijne artikelendie den kandidaat als eene halve godheid afschilderden zoodat reeds nu het gansche land in gespannen verwachting is naar de adviezen van den nieuwen afgevaardigden bijv. in zake het hooger of lager onderwijs, heeft het orgaan gezorgd, dat alle partijen in zijne kolommen als voorstanders optraden. Wij lazen advertentien voor den heer C. van katho lieken en israëlietenvan orthodoxen en libe ralen; eene die op het gemoed der Thorbecki- anen moest werken en anderen die de anti revolutionairen moesten doen watertanden. Ge lukkig is de keuze in den zin van het Dagblad uitgevallen en het vaderland telt nu een redder meer in de kamer, zoodat er geen twijfel meer overig is of de gouden eeuw is daar. Een conservatief ministerie met iets groens er onder, de heer Groen zelf in de kamer om zijn vriend van Zuylen te steunennu nog een Casem broot, een man zooals geen ander, in de ka mer; alzoo eene schrede nader aan schoolwet agitatie en religiestrijddat is, volgens den heer Groennader aan de volmaking. Jammer jat de heer Wintgens niet dadelijk herkozen werd. Voor dien zullen thans zeker de ko lommen geopend en dezelfde aanbevelingen met eenige variatien kunnen gebruikt worden. Eene zaak is echter nog onzeker, of bij de Haagsche verkiezing de kiezers aan den leiband van het Dagblad liepen, dan wel of het Dagblad voor deze onderneming gehuurd was en het machine van eenige Haagsche kiezers was. De staten van de in-, uit- en doorgevoerde voornaamste handelsartikelen gedurende de maand April, zijn bij ons ontvangen en worden gaarne ter inzage van belangstellenden gegeven. Wij ontvangen van onzen verslaggever, het verslag van het verhandelde in de raadsver gadering op 11 dezer; wij zullen dit geheel of gedeeltelijk bij een volgend no. mededeelen. Aan het vergelijkend examen voor hen die dingen naar de betrekking van onderwijzer in Indiehetwelk dezer dagen te 's Gravenhage gehouden werd, hebben dertig personen deel genomen. Er waren 6 vacatures. In het Geldersche dorp Haaften heeft een hevige brand gewoed. Vijf en zestig huizen waaronder het gemeentehuis en de school zijn een prooi der vlammen geworden; 700perso nen zijn daardoor zonder huisvesting en van alles beroofd. De regte oorzaak van den brand is nog onbekend. Verplaatst de controleur der directe belastingen in- en uitgaande regten en accijnsen, naar Vlissingen, de heer P. van Visvlietthans te Ysselstein. ALGEMEEN OVERZIGT. Er is allen grond om te vreezen, dat de oorlog een aanvang genomen heeft en bet is boven allen twijfel, dat Pruissen of eigenlijk von Bismarckde eerste aanleiding gegeven heeft tot eenen strijd, waarvan de gevolgen niet te berekenen zijn. Pruissen heeft zich ook het genot willen verschaffen van het behoud des vredes onmogelijk te maken en het teeken tot den aanval te geven. Zooals men verwachtte, heeft Pruissen de bijeenkomst der Holsteinsche Stenden belet en wel met geweld, maar wat erger is, als om Oostenrijk te dwingen tot vech ten, heeft men den Oostenrijkschen burgerlij ken commissaris gevangen genomen en als een misdadiger vervoerd. Volgens de laatste tele grafische berigten heeft dan ook de keizerlijke regering besloten, hare betrekkingen met Pruis sen af te breken en heeft de Oostenrijksche gezant last gekregen Weenen onmiddellijk te verlaten. In Pruissen is de opgewondenheid zeer groot en men zou zoo zeggen, dat het volk ingenomen was met den oorlog Maar al bestond er geen grond om te gelooven, dat die van eene niet onpartijdige zjjde afkomstig zijndan is het toch wel te denkendat die ingenomenheid wel spoedig zal wijkenwant het volk zal de lasten moeten dragen, die uit de willekeur van den eersten minister voortvloejjen. Reeds is aan alle steden het leveren van benoodigdheden in natura op gelegd maar te kennen gegeven, dat het best zoude zijn, om zich met de koninklijke leveran ciers te verstaan eh zich van de zaak af te maken door het betalen van eene som - gelds.- -Deze heffing zal alleen voor Berlijn 200,000 thaler in de maand bedragen en in het geheel 5 mil- lioen maandelijks over het rijk. Het' oorlögs- genot wordt dus duur gekocht en de verant woording is zwaar, die op hen druktdie alzoo volkswelvaren en volksgeluk door hunne ver metelheid in den weg staan. De overige groote mogendheden blijven bij het denkbeeld, om zoolang mogelijk onzijdig te blijven Ingeval van nood echter zullen Rusland en Engeland Oostenrijk te hulp ko men, en alsdan zal het Pruissen zwaar vallen den zege te behalen, waarvan het in zijne verwatenheid zich nu reeds verzekerd acht. Jammer slechts, dat de volken boeten moeten voor de dwaasheid der vorsten, want indien hier naar regt gehandeld werd, dan zouden

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 2