18(56. N». 44. TR1JDAG 8 JUNIJ. 53ste Jaargang* COLLECTE. BEKENDMAKING. -€52** rj vv*^^ GOESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Pr|j8 per kwartaal f 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiüii worden a 15 et. de regel geplaatst. Vr Geboorte-, huweiyks- en doodberigten van 1-6 regels, a 1,20 behalve het zegelregt. De Inzending van advertentlCn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. OPENBARE VERGADERING van den Gèomeonte-raaci te Goes ten raadhuize aldaar, OP MAANDAG DEN 11 JUNIJ 1866, des avonds ten 7 ure. 1. 2. 3. 4. 5. 9. 10. 11. 12. PUNTEN VAN BEHANDELING: Mededeeling van ingekomen stukken. Verordening bepalende de strafverordeningen welke nog van kracht zijn. Af- en overschrijving op de begrooting van 1865. Wijziging der begrooting 1866. Aanbeveling ter benoeming van een lid van het burgerlijk armbestuur. Benoeming lid der commissie van toezigt over de gemeente-apotheek. Rapport der commissie over de heffing van sas- en havengeld. Voordragt ter vernietiging van de verordening voor de openbare gezondheids-commissie. Berigt op de voorstellen tot wijziging der school gelden. Bapport en voorstel van de financieele com missie omtrent: 1". den afkoop van het jagtregt van een per ceel van den beer mr. P. J. van Voorst Vader. 2'. Het adres van de heeren mr. P. J. van Voorst Vader, mr. P. H. Saaijmans Vader en J. Fransen van de Putte, strekkende tot wijziging van het besluit tot invorde ring van den hoofdelijken omslag. 3°. De rekening van het fonds van kazernering over 1865. Wijziging der verordening op de invordering van schoolgeld der hoogere burgerschool. Beroepen van leeraars voor die school. Bels.ezid.xri alsing. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat: dat bet kohier van den HOOFDELIJ KEN OMSLAGover het loopende dienstjaarge arresteerd door den gemeente-raad den 4 Mei jl. en door heeren gedeputeerde staten van Zeeland goed gekeurd den 25sten daaraanvolgende, aan den gemeen te-ontvanger ter invordering toegezonden is; mits dien ieder belastingschuldige vermanende, om het deswegens verschuldigde, ten kantore van voornoem den ontvanger te voldoen. En zal aan deze op gebruikelijke wijze publiciteit gegeven worden. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 2 Junij 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. Boltondm alilng BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, herinneren hiermede de ingezetenen dezer gemeente, aan het bepaalde bij Zijner - Majesteits besluit van den 1 Augustus 1831, no. 72; dat de DANKDAG or GODSDIENSTIGE VIERING der OVERWIN NING te WATERLOO, altijd op den derden Zon dag der maand Junij van ieder jaar plaats zal hebben. En daar die heugelijke dag dit jaar invalt op den 17 der loopende maand, waarop over een en vijftig jaren de zege op de velden van Waterloo is bevoch ten, worden de ingezetenen uitgenoodigdom dien gedenkdag plegtig te vieren, en de belangen van het Rijk en van het koninklijk Huis aan de goedheid des Allerhoogsten optedragen. En opdat deze algemeen bekend zij, zal dezelve worden afgekondigd en geplaatst in de GoesscheCourant. Gedaan te Goes, den 6 Junij 1866. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen ter kennis der ingezetenendat op Woensdag den 20 Junij 1866, aan de woonhuizen zal gehou den worden eene COLLECTE ten behoeve van het Fonds tot aanmoediging en onder steuning van de Gewapende Dienst in de Nederlanden. Met het oog op het weldadig doel van dit fonds, en ten einde het bestuur daarvan in staat te stellen de uitgaven te bestrijden die het gevolg zijn van het besluitom onder het getal der gegratificeerden nog op te nemen de oude en gebrekkige krijgslieden die in het jaar 1815 voor 's lands onafhankelijkheid hebben gestreden en tot dusverre niet hadden kunnen worden opgenomenworden de ingezetenen dringend tot ruime bijdragen uitgenoodigd, Gedaan te Goes, den 6 Junij 1866, Burg. en Weth. voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Kruiningen in aanmerking nemende de tegen woordige omstandigheden, betrekkelijk de volks gezondheid, maken bekend, dat de KERMIS in deze gemeente voorloopig is geschorst en alzoo niet zal gehouden worden op den 25 dezer. Kruiningen, den 4 Junij 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. J. JANSSEN. De Secretaris, DOMINICUS. Het ministerie treedt onder geene gunstige voorteekenen op. Zoo schreven wij in ons vorig nommeren wij herhalen zulksnadat wij het ministerieel programma gelezen hebbenmet dubbelen nadruk. Al aanstonds wekt het arg waan, als een optredend kabinet, bijna zouden wij zeggen zoovele complimenten moet maken, om zijn ontstaan te regtvaardigenzeker is het dat eene zoo breede poging, om zich zei ven te verontschuldigen aan eene tegenovergestelde uit werking denken doet. Maar erger is, dat het nieuwe ministerie zich niet verontschuldigen of zijn bestaan voldoende toelichten kan, zonder den persoon des konings in de zaak te mengen en op eene wijze, zoo als het zeker wel nim mer geschiedde, mededeeling te doen van het geen door den koning in particulier gesprek is gezegd tot hen, met wien Z. M. vertrouwelijk raadpleegde. Men moge het nieuwe kabinet beoordeelen zoo men wil, moeijelijk zal men het kunnen goedkeuren, dat het begint met den koning in vrij zonderling licht te stellen, als het zegtdat juist de vorming van dit kabinet 's konings wijsheid moet doen waarderen. Er moge voor den heer Mijer iets zeer stree- lends in geweest zijn, dat de koning er op aandrong, dat hij de portefeuille van koloniën zou aanvaardenmaar het breed verhaal daar van in de Eerste Kamer, verraadt eene ijdel heid, die geheel op den achtergrond stelt, dat de toevallige omstandigheden van het oogenblik soms meer dan persoonlijke sympathie de aan dacht op een persoon kunnen vestigen. Wij achten het evenzeer eene ontijdige ver ontschuldiging, als het nieuwe ministerie van zijne roeping spreektom de zaak van het on derwijs te regelen. Sedert jaren wordt door den heer Groen eene schoolwet-agitatie aangewak kerd, waarbij het volk tamelijk bedaard en on getroffen blijft. In de kamer waren het slechts de heer Groen en zeer enkelen zijner geestver wanten die van de noodzakelijkheid van wets herziening op dit punt gewaagden. Men kan niet zeggen, dat uit den boezem der staten-gene- raal een wensch uitgingdat de regering zich deze zaak mogt aantrekkendat het volk zich luide daarvoor heeft verklaard. De nieuwe mi nisters zijn kennelijk meer op de hoogte van de wensehen van den heer Groen dan van die des volkszij doen zijne agitatie voorkomen, als eene zaak die reeds nationaal geworden is; als of het ministerie werkelijk optreden moest, om deze zaak te regelen of, om te zeggen zooals het is om de vonk in het kruid te werpen, en het zoekt alzoo eene reden voor zijn bestaan in het bestrijden van een spookbeeld, dat het zelf te voorschijn roeptdoor van herziening der on derwijswet te spreken. Intusschen wil het alle gerustheid geven, door te verzekeren, dat het niet aan den wensch van den heer Groen zal voldoendat er aan geene grondwets-herziening wordt gedacht (ook niet door den graaf van Zuylen maar dat men de oplossing der bezwaren vinden zal in eerlijke toepassing van de wet. Deze schijnt dus, on der vorige ministerien, geen plaats te hebben gehad. Slechts als de nood dringt, zal men wijziging in de wet voorstellen. De staatsschool blijft regel en de bijzondere school uitzondering. In klanken wordt hier herhaald, wat een libe raal niet anders zou willen zeggen, maar men laat geheel in het duister, door welk toover- middel of men, op dit punt, de uiteenloopende eischen en wensehen bevredigen zal. De minister heeft voorts erkend, dat de re geling der koloniale aangelegenheden de groote taak is van dit kabinet, en met vele woorden verwezen naar zijne redevoeringen en bekende beginselen; maar hoeveel wij ook hooren van

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1