1866. N°. 41, D1NGSDAG 20 MEI. 538te Jaargap tr, tr GOESSCHE GUI RIM. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Pry 8 per kwartaal f 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentlSn worden a 15 et. de regel geplaat. Geboorte-, huwelijl.8- en doodberlgten van 1-6 regels, a f 1,2© behalve het zegelregt. De Inzending van advertentlSn kan geschieden tot vóór drie nren des namiddags op den dag der uitgave. De conservatieve partij moge juichen over den loop der zakenomdat zij meent eindelijk tot het doel van haar streven gekomen te zijn, zij zal zich echter niet kunnen ontveinzen, dat gelijk de voorteekenenwaaronder zij zal kun nen optreden, verre van gunstig zijn, hare komst aan het bestuur weinig goeds belooft voor het vaderland, onder de tegenwoordige omstandig heden. Het laat zich toch gemakkelijk gissen, dat de komst van een conservatief ministerie het beste middel zijn zal, om de verbroken een heid der liberalen te herstellen en dat in dat geval een zoodanig kabinet juist tijd genoeg hebben zal, om de maatregelen te beramen waardoor het weder moet vallen. Wat staat ons dus voor de deur? Een kabinet, dat door liet bekende orgaan misschien met toejuiching zal worden ontvangen, waarvan ieder lid in zijn •oog eene volmaaktheid zijn zal; waarvan men goude bergen voor de natie beloven zal; maar ■dat door de kern der natie met weerzin zal worden ontvangen en dat in de kamer geen steun vindende weldra weder zal moeten wij ken. Wij kunnen qns geen conservatief minis terie denkendat eenige kans hebben zou om in stand te blijventenzij het ontrouw werd aan de beginselen, waarvoor die partij in de laatste jaren gezegd heeft te strijden. Wij zijn alzoo weder in het tijdperk van telkens afwis selende ministerien en eene treurige ervaring is daar, om te bewijzen, dat geen toestand ver derfelijker zijn kan. .Al is het dan ook niet te ontkennen, dat het kwaad voor het oogen- blik noodzakelijk is geworden, zooals de heer Groen in der tijd van het ministerie Thorbecke zeide; al moeten wij de moeijelijke periode door, om tot een gezonden toestand te komen, daar om betreuren wij niet minder die onvermijde lijkheid en wenschen wijdat eene spoedige beslissing ons doe naderen aan het oogenblik, waarin die gezonde toestand weder de plaats inneemt van krank- en zwakheid. Die spoe dige beslissing verwachten wij niet, zoo als ze kere partijvan het aftredend ministerie. Hoe kan men toch dwaas genoeg zijnom te mee- nendat iemand dat ministerie aansprakelijk stellen zou voor den korteren of langeren duur van de ministerieele crisis Als of de aftredende hunne opvolgers moesten benoemen. Waarlijk de redenering van het orgaan, dat het onver geeflijk zijn zou, als de ministers niet zorgden voor eene spoedige oplossing, getuigt weinig van dien eerbied voor het koninklijk praeroga- tief, waarvan men altijd zoo hoog opgeeft. Doch men tracht daardoor de aandacht afteleiden van het feitdat de conservatieven zelvedie voor de portefeuilles in aanmerking komenzich niet zoo gemakkelijk voor de onuitvoerbare taak laten vinden. Sprak het Dagblad waarheid toen het van de kracht der partij en onover trefbare voortreffelijkheid van hare corypheen zoo hoog opgaf, dan had men nu mogen ver wachten, dat als in een oogwenk een conser vatief kabinet te voorschijn ware gekomen. Het zou geen bewijs zijn, dat de meerderheid der natie conservatief is, maar men had er dan aan kunnen denken, dat de bestrijders van de twee afgetreden kabinetten, uit overtuiging en vaderlandsliefde ze hielpen omverwerpen. De fractie der liberale partij, die, door hare zamenstemming met de conservatieven, den val van het ministerie veroorzaakte en daardoor al de verantwoordelijkheid draagt van den treu- rigen toestand, waarin wij gebragt zijn, blijft nog altijd spreken van den misstap van den heer van de Putte en wijt aan hem de schuld der verwikkelingen van het oogenblik. Indien zij werkelijk meent overtuigd te mogen zijn, dat de minister van koloniën een misstap beging, toen hij aan zijne beginselen vasthield en die niet aan een persoon opofferdedan ware het toch beter geweest, om niet eerst revanche te nemen en dan te zeggen: als wij nu onderling alles vergeten, dan kunnen wij er wel weder boven op komen. Zeker is het te wenschen, dat de ver deeldheid in het liberale kamp niet voortdure en dat men weldra weder de handen in een sla, krachtig als te voren om voorwaarts te tre den; maar het is altijd te betreuren, dat men om een persoonlijk gevoelen, om eene persoon lijke (misschien ingebeelde) miskenning eerst de zaken tot het uiterste heeft laten komen en dan de oorzaak van het kwaad buiten zich zoeken wil. Was de liberale partij werkelijk overtuigd, dat het hoofdbeginsel der cultuur wet goed wasdan is het een onvergeeflijke misstap van hare leden, wie dan ook, geweest, om die wet en daarmede het ministerie on mogelijk te maken. Dé fractie, die door de Arnhcmsche Courant Vertegenwoordigd wordt laat nog altijd hare handelingen, achter denPut- teaanschen misstap schuilen. Wij willen haar daarin niet volgen door ook, even als de stoute kinderen te blijven roepenen toch hebt gij het gedaan"; maar nemen liever nota daarvan, dat zij, al is het dan ook wat laat, toch het eerst de hand uitstrekt tot hereeniging, eene hand, die zeker niet geweigerd zal worden door hen, die zij smadelijk Putteanen noemt, en die gaarne het bewijs zullen gevendat zij niet alleen nooit bedoelden van elkander te verwij deren wat vereenigd moet wezen maar dat zij, vóór alles, bedoelen, wat meest in het al gemeen belang kan zijn. Het Dagblad is niet ingenomen met den loop der ministerieele crisis, die, naar het schijnt, de mannen niet op den voorgrond brengen zal, die het daartoe reeds zoolang had bestemd. Mogt het waar zijn, dat wij een ministerie kregen, waarin volgens het recept van den heer Groen de anti-revolutionaire partij met de conserva tieve zitting nam dan is er nu weder eene breuk in de partij der laatste te voorzien, en zoo het woord van den heer Groen waarheid was dat de conservatieven eigenlijk liberalen zijndan moet zich al aanstonds tegen een Groen-gekleurd kabinet een tegenstand ont wikkelen die het nog spoediger vallen doet dan het nu aftredende bewind. Yan groot be lang is daarbij ook de vraag, of dan zal worden toegegeven aan den eisch van den anti-revoluti onairen volksbewegerom de kamer te ont binden? Wij hopen het niet. Want al staat het ook bij ons vast, dat eene nieuwe kamer geen meerderen steun aan een reactionair be wind zou opleveren, wij zouden het betreuren, indien op die wijze eene agitatie werd gewekt, die èn in het tegenwoordig oogenblik moet vermeden worden èn aan de bevordering der hoogste aangelegenheden van Nederland en zijne koloniën, niet anders dan schaden kan. Wan neer het nieuwe kabinet, dat wij nu verwachten, zooals het Dagblad wenscht, een programma geeft, waaruit over deszelfs rigting en bedoe lingen kan geoordeeld worden dan zullen de verkiezingen, die aanstaande zijn, het antwoord kunnen wezen op de vraagof men zich met dat programma vereenigen kan. Eene geheele vernieuwing van de kamer kan wel een hevigen strijd in het leven roepen, maar, naar ons voor komt voor het nieuwe bewind weinig meer resultaat geven, dan de aanstaande verkiezingen. Wij bechten ook weinig waarde aan dat dus- genoemde programma dat de Staats-Courant zou moeten geven, want de ondervinding heeft geleerddat dergelijke documentenin alge- meene bewoordingen gesteld, weinig licht geven en nog veel minder waarborg, dat niet, om aller lei redenen en ongedachte omstandighedende groote beloftendie er in worden nedergelegd, niet tot vervulling komen. BINNENLANDSCHE BER1GTEN. GOES, 25 Mei 1866. De eerste kamer is bijeengeroepen tegen den 4 Junij. Per telegraaf meldt men ons uit 'sHage om trent de zamenstelling van het nieuw minis terie: mr. J. P. J. A. graaf van Zuylen van N y e v e 11, Buitenlandsche zakenmr. P. M ij e r, KoloniënJ. Heemskerk Az.Binnenland- sclie zakenR. J. Schimmelpenninck, Financienmr. E. J. H. Borret, Justitie J. A n d r e se Marine. Oorlog nog niet aan gevuld.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1