aanbrengen en zoo hij niet geheel verkeerd is ingelicht dan zijn
daartoe bereids materialen aangevoerddaarom meende spreker
dat er eene onderhandsche besteding werkelijk had plaats gehad.
Hij verklaart zich in een moeijelijk dilemna gebragtwant
door de afkeuring van eene onderhandsche aanbesteding, wil hij
niet ingrijpen in de handelingen van het dagelijksch bestuur
maar omgekeerd is openbare besteding voor de gemeenteals
het werk er eenigsints voor geschikt iswenschelijk.
Dhr. Kakebeéke erkent dat er eenige materialen voor de voor
ziening der havenboorden zijn aangevoerd omdat die voorhanden
en op dit oogenblik geschikt te bekomen waren.
Hij voegt er bij dat het voornemen bestond om kleibeklee-
dinggedekt door zoden aan te brengen en tevens de haven
hier en daar te doen uitdiepen en ook dien grond te gebruiken.
Dhr. Verhagen zegt niet te betwijfelen dat de bedoeling van
het dagelijksch bestuur goed is, maar al mogt het desnoods ook
iets meer kostengeeft hij de voorkeur aan eene openbare aan
besteding, opdat de ingezetenen niet zouden verstoken zijn van
het regt om te kunnen mededingen.
De Voorzitter antwoordtdat het overbekend is hoezeer hij
niet verlangt bij vreemden ter markt te gaan en de stelling om
de ingezetenen zooveel mogelijk te bevoordeelen, te handhaven;
maar er zijn werken die dit niet toelaten.
De heer de Kanier wenschtte eene vraag te doenen wel deze
of het voorgenomen werk, de kleibekleeding, waarvan nu sprake
schijnt, moet strekken ter vervanging van de steenglooijing, die
op de begrooting is uitgetrokken
Hij vraagt voorts nog of dit laatste nu niet meer voldoet en
wijst er op hoe men primitief voor de verdediging der haven-
boorden ook met kleibekleeding en bezoden is aangevangen en
dit stelsel heel spoedig heeft moeten laten varen.
De Voorzitter antwoordt den laatsten spreker, dat men vreest
dat de steenglooijing zooals zij nu is op den duur 'niet bestand
zal zijn, doch dat, alvorens de steenglooijing aantebrengen eene
kleibekleeding te leggen en daarover de steenglooijing aan te
brengen aan het dagelijks bestuur is voorgekomen doelmatig te
zijn. Hij verklaart zich bereid zoodanig plan aan den raad te
onderwerpen, die dan kan beslissen.
De heer de Kanter zegt, dat sedert eenige jaren nu minstens
vier of vijf stelsels van verdediging der havenboorden zijn be
proefd hij mag niet vergen van de leden van het dagelijksch
bestuur, dat zij die technische kennis bezitten om de watevkeerende
werken aan de havenboorden duurzaam en onkostbaar te doen
zijn, maar zou met ernst aanbevelen, dat het collegie zich door
een of meer bekwame deskundigen liet voorlichtenten einde
die zaak grondig te onderzoeken.
Daarna is deze discussie geëindigd.
Nog zegt de heer Verhagendat hij naar aanleiding van de
gedecideerde verklaringen in de voorgaande vergadering door
een lid van het dagelijksch bestuur gedaan, dat de brug zoo
goed voldoet, daarnaar onderzoek heeft gedaan en het hem ge
bleken isdat zij oneindig zwaar te bewegen isin de mechaniek
een gebrek bestaatzoodat hij meent het dagelijksch bestuur te
moeten waarschuwen aan de brug niet veel te doen omdat
weiligt anders de aannemers zich zullen verschuilen achter het
voorgeven dat het gebrek ontstaan is door minder zorgvuldige
behandeling van de zijde der gemeente.
De Voorzitter antwoordt dat van het bestaande bezwaar reeds
aan dc aannemers kennis gegeven is en zij aangemaand zijn om
er naar te zien.
Daarna is de vergadering gesloten.
GOES. F. KLEEUWENS ZOON Uitgevers der Goessche Courant.
SuOY .51 v'-'.Ui') ij'lf.'OV
'isJ;i.V:.
.1 -iïV: .1 SO
i>« r:*rêiud %on at»
i H %oJ9Ci'
i« -ji'i -ÜOTKÖö *103
rmgat fsi
bi)0tv.3ï^hf - i i
„li
ii;
t i L ;no- it?
xju.V
jjO" V- - -i i i i
„y: if!7/ïfu -.1 .V' Sl00 -
V) «foov Gi) Juh to: tüov !o)' w,»
113 ÖÖC'Q iatff Si fl&nte-Mi tidi ac-: 1,;!
.7 ',-.b t ii '191* i ,i•j"u!
Ir.L j5 f-ogJïT) or{ab u~v>
isin ooi ;l ob I\' 72.-. r>
>y<t - 3fJ0 1 i!3 I)
i i -fcytful -:J> -i Ifjrrk? JfQX V .31
31)
jiiöfnc