VRIJDAG 3© APRIL. 58ste Jaargang. 1866. N°. 31 «SS-ASJ^TRy^-SSa- GOESSCHE COURANT. l>e uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen prijs per kwartaal 1,95, fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels, ƒ1,30, behalve het zegelregt. De Inzending van advertentlëu kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. OPENBARE VERGADERING van den G-emeente-raaci te Goes ten raadhuize aldaar, OP VRIJDAG DUN 20 APRIL 1866, des avonds ten 6 ure. PUNTEN VAN BEHANDELING 1. Nadere behandeling verzoek van de firma wed. Sterkman Zoon om vrijstelling van boete van te late oplevering van de draaibrug. 2. Verzoeken om kwijtschelding van hoofdelijken om slag en belasting op de honden over 1865. 3. Voorstel tot wijziging der begrooting 1865. 4. Idem tot het benoemen van een adsistent bin nen-havenmeester. 5. Ontslag ambtenaren der rijks-belastingen van de controle en surveillance der plaatsel. belastingen. 6. Restitutie van plaatselijke belasting op het gedis- teleerd en likeuren. De heer Groen wiens parlementaire stu diën en schetsen zich zoo snel opvolgen dat men meer aan schetsen dan aan studiën denken kan heeft dezer dagen een antwoord gege ven op de vraag, aan hem gedaanof het nu tijd was, om een algemeen petitionnement aan den koning te organiseren. Ofschoon wijte oordeelen naar de schets die de heer G. van zijne partij geeftliefst denken dat die vraag hem voorgekomen is, door zekeren X. te zijn gedaan, verblijden wij ons echter, dat de vrager meer positief dan wel anderszich zeiven be antwoord heeft. Wij verblijden ons, om het ontkennend ant woord op die vraag gegeven. Er was hier toch sprake van het verwekken eener agitatiedie nooit goede vruchten kan opleveren. Maar merk waardig vooral zijn de redenen, waarom volgens den heer Groen, de dag voor dat petitionnement nog niet aangebroken is. Vooreerst zou het de anti-revolutionaire partij onder verdenking brengen van demagogie. Hierin ligt dus opge sloten, dat het petitionnement niet te verkrijgen zou zijn zonder de volksmassa te bewerken. En hoe zou die partij zulk een schijn op zich laden? Zij, die zonder ophouden de onkundige menigte exploiteert, om een groot aantal klagers bijeen te brengen en door dezen, zij het slechts met een veel beteekenend -j- te laten verklaren, dat zij volkomen adhaesie schenkenaan het geen hun door enkele leiders in den mond wordt gelegd. Het volk moet bewerkt worden, zonder dat het in het oog loopt; het moet als uit eigen beweging opstaan, als of niemand begrijpen zou, dat het rustig zou gebleven zijn als het niet met geweld was opgejaagd. Wanneer wij nagaan, waar de zoogenaamde nationale partij haren steun zoektwelke snaren zij trillen doet om te agiteren, en wat zij als doel harer pogingen zich voorsteltdan zijn er wel geen grooter demagogen, dan juist zij die den naam daarvan zoeken te ontgaan. Eene andere reden is, dat de onderwijsvrijheid niet tot eene partij-quaestie mag worden ver laagd. Maar is zij dat niet reeds sedert lang? Het zijnde partijmannen, die zich over gemis van die vrijheid beklagen, omdat zij het woord in hunnen zin opvatten en iets verlangen, dat zeker in de gevolgen het genot van wijheid onmogelijk maken zou. Indien eene zekere partij niet immer voortwoelde, om haar ideaal te bereiken, dan, wij twijfelen er niet aan zou er geenerlei quaestie over het onderwijs zijn en de invloed van de verbeterde inrigting daarvan, in veel ruimer kring, gevoeld worden. Al had niet de heer Groen het wenschelijke eener schoolwet-agitatie uitgesprokendan zou het toch voor allen duidelijk zijn, dat het eene partij is, die met deze zaak het volk beweegt en die zelve haar tot eene partijzaak maakte. Yolgens den heer Groen moet uit het volk zelf de stem opgaandie de gewaande behoefte constateert, maar, reeds zoolang is daarop gewacht, reeds zooveel is er gedaan om die vrijwillige uiting te laten hooren, en het blijkt, dat de quaestie eigenlijk nergens weerklank vindt, dan bij de partij. En wie is zijdie nationale? Waarlijk wij krijgen geen groot denkbeeld van haar, als wij de eigen verklaring van haar hoofd hooren. De voorafgaande bestudering ontbreekt. Niette genstaande de ernstige aanmaning, reeds vóór vele maanden gegeven, schijnt men het niet der moeite waard geacht te hebben, om tot die studie overtegaan. Zoo waar het is, dat men zich altijd vooraf wel reden dient te kunnen geven van hetgeen men gaat vragen of doen; zoo zeker is het, dat men hier een volslagen gebrek aan belangstelling waarneemt. Geen wonder dan ookdat er evenzeer gebrek aan veerkracht is. Hoe zou deze ook kunnen bestaan bij zooveel onkunde, bij zoo weinig gevoel van behoefte. Er moet dus zwakheid of verlamming zijn, waar door die veerkracht ontbreekt. In beide geval len is het getuigenis niet eervol en geeft het zeker weinig voor de partij te hopen. Maar hoe zou het anders kunnen zijn, daar volgens den heer Groen, een veeljarige sluimer heerscht, dien hij vergeefs gewenscht heeft, dat nu reeds zou hebben opgehouden. Dat is conform met de leer van het Dagbladdat ook altijd van eene sluimerende natie spreekt en dan toch wil, dat die slapende, zoo maar op eens, teekens van veerkracht en leven zullen geven. Doch alles zamengenomen is de schets niet vloijend, die zeker vrucht eener langdurige ernstige studie is, die het treurig bewijs oplevert, dat noch de veelvuldige blaadjes aan de kiezers, noch veertien parlemen taire studiën en schetsen iets hebben uitgewerkt. En die partij zal de nationale moeten heeten! Zou dat alles niet het bewijs zijn, dat de talent volle schetsen-schrijver eenvoudig zijne theoriën, wenschen en beschouwingen geeft; dat hij de natie van het studeervertrek beoordeeltzonder zich te bewegen onder het volk, waar hij alleen omtrent de werkelijkheid kon worden ingelicht; zou het niet meer en meer duidelijk worden, dat de heer Groen eene eenzijdige beschouwing voor een nationale wensch laat gelden. En laat ons met blijdschap tevens er in zien, dat hoe men ook er op uit is, om den voortgang des lichts te stuitenechter bij de natie het ge zond verstand bovendrijftdat zijook zonder voorafgaande studie, begrijpt wat in haar belang is; dat zij met veerkracht de pogingen afwendt van wie haar met sirenen liederen op den dwaalweg wil leiden, en dat zijwel verre van te sluimeren, een open en wakend oog heeft voor de partijdie haar het slaapmiddel toe dienen wilom van haren onbewusten toestand tot eigen voordeel misbruik te maken. B1NNENLANPSCHE BER1CTEN. GOES, 19 April 1866. De minister van koloniën is van zijne reis in de residentie teruggekeerd. De begrooting van Nederlandsch Indie voor het dienstjaar 1867, overeenkomstig de nieuwe comptabiliteitswet opgemaakt, is bij de tweede kamer ingediend. Het ontwerp is, zoowel in uitgaven als in middelen, in afzonderlijke ont werpen gesplitst, voor Nederland en Indie, en beloopt in ontvang en uitgaaf circa 125 mil- lioen. De verkoop van producten in Nederland wordt geraamd op 850,000 picols kofSj, 760,000 pic. suiker, 80,000 pic. tin en eenige spece rijen. Onder de uitgaven komt voor circa 13 millioen, als bijdrage tot de middelen voor Ne derland, waaronder begrepen is de voormalige rentepost. De uitgaven worden geraamd in Nederland op circa 33 millioen en in Indie op ruim 84 millioen. De middelen, zoowel in In die als in Nederland zijn geraamd ieder op 62 millioen. Het koninklijk gezin, dat gedurende eenige dagen in de hoofdstad vertoefde is Maandag uit Amsterdam naar 'sHage teruggekeerd. Z. M. de koning heeft voor zijn vertrek aan den bur gemeester 2000 ten behoeve der armen doen toekomen en H. M. heeft aan enkele instellin gen niet onbelangrijke geldelijke geschenken gedaan. In de raadsvergadering van gisteren avond zijn 1°. eenige ingekomen stukken medegedeeld. 2°. de besteding van de inrigting van een nieuw telegraafkantoor goedgekeurd en de toe zegging van den minister medegedeelddat na de voltooijing, onbeperkte dagdienst zal wor den ingevoerd. 3°. medegedeeld de vier ingekomene sollici- tatien naar de betrekking van gemeente ge-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1