BUITENLAND. Men schrijft uit Bredaals een bewijs tot welken hoogen prijs de gemeste kalveren te genwoordig worden opgekocht, dat men voor een kalf van zes weken 55 besteedt. In datzelfde arrondissement oefenen sedert lang landbouwers en andere personen, op een patent, de praktijk van veearts uit. Zij gaan zelfs zoo ver, dat zij zich bevoegd rekenen, om gezondheidsverklaringen van rundveedat vervoerd moet wordenaftegeven en even als een bevoegd veeartsenij kundige handelen. Tegen dergelijke handelingen moest worden gewaakt. Te Rotterdam heeft, in de vorige week, eene vergadering plaats gehaddie talrijk bezocht was en waarin, na eenige belangrijke mededee- lingen van dr. W. Boschdoor de aanwezigen eenparig de volgende verklaring is afgelegd: dat zij, bij het besef van Nederlands ernstige verantwoordelijkheid, tegenover zijne koloniën, verklaren zelfs door nalatigheid van hetgeen door hen kan worden gedaan niet medeplig- tig te willen zijn aan eenig onregtwaaraan het moederland tegenover de Javanen schuldig is; dat zij zich overtuigd houden, dat de alge meen menschelijke en christelijke beginselen van vrijheid en regt in Azie evenzeer als in Europa gelden en het thans meer dan ooit tijd is aan de eischen dier beginselen, ook op Java te voldoen eindelijk, dat zij, in deze overtuiging, wen- schen uittezien naar de beste middelen om langs wettigen en zedelijken weg dat doel naar hun vermogente helpen bevorderen. Met het uitspreken dezer algemeene beginse len heeft men geenszins bedoeld eene politieke handeling te verrigten, of zich een beslissend oordeel aantematigen over de handelingen dei- regering maar het geldt hier alleen het ver- leenen van een zedelijken steun aan elke wel gemeende poging om onze heilige verpligtingen tégenover de koloniën na te komen. Uit Ooststellingwerf wordt aan de Arnhemsche Courant geschreven: Hoewel van vele zijden wordt aanbevolen, om schoolgelden te heffen voor het onderwijs op de openbare lagere scholenals zijnde zulks een prikkel voor de ouders, om hunne kinderen getrouw naar school te zenden, omdat volgens bewering van sommigen »iets dat geld" kost, beter gewaar deerd wordt, dan »iets dat niets kost" kunnen wij echter een feit mededeelen, dat bewijst hoe gunstig kosteloos onderwijs werkt op het school bezoek. Van 18531857, vóór de invoering der nieuwe wet op het onderwijs, toen de ou ders alhier nog schoolgeld moesten betalen werden de gezamenlijke scholen in Ooststelling werf jaarlijks door elkander bezocht door 1027 leerlingen, terwijl na de afschaffing der school gelden het getal der leerlingen gemiddeld per jaar 1564 bedraagd. Deze gemeente telt 9133 inwoners, zoodat van de 6 gemeentenaren ruim één de school bezoekt. Deze verhouding is zon der twijfel zeer gunstig in vergelijking met vele andere gemeenten. »Aan de christenen van alle natiën" is dooi den heer O. van Wassenaer Catwijck eene op roeping gezonden, namens de Evangelische alli antie, om de bijeenkomst bij te wonen, den 26 Augustus te Arasterdam te houden. Het Nederlandsche volk zet jaarlijks door de staats-loterij 3'A millioen gulden geheel impro- dnktief om. Daarvan beert 2'A millioen tot de spelers terug. Alzoo de 3'A millioen wordt om gezet, teneinde daarop 26 percent, of ongeveer 9 ton gouds, te verliezen. En waar blijven die 9 ton? De helft vloeit in de schatkist en de andere helft in de zakken der loterij-handelaren. De spelers geven in iedere loterij eene som van ƒ1,152,000 uit, om ƒ886,000 te winnen; on gerekend de huur, den woeker en allerlei andere ongeregtigheden, die met de loterijbriefjes wor den gepleegd. De spelers verliezen dus bij iedere loterij drie ton gouds, vooral niet minder. Die som wordt echter niet alleen in Nederland ver speeld want de Engelschen nemen altijd een aanzienlijk getal loten. De nieuwe minister van finantien schijnt genegen, om de verhuring van loten geheel af te schaffen en ook de splitsing- te verbieden. Op dit oogenblik echter de staats loterij op te heffen, durft hij, hoe dit denkbeeld hem ook bekoort, niet doen, omdat de 4 ton, die zij aan de schatkist geeftniet kan wor den gemist. Te Utrecht zijn gevankelijk binnen gebragt een 6tal personen, meest bouwlieden, wonende te Zeventer, Willige Langrak en Schoonhoven, die de personen, welke op last van den bur gemeester der gemeente Willige Langerak ter bewaking van een van veepest verdachte hof stede van C. Straver, te Zeventer, waren ge- plaats, in vereeniging met meer dan 30 per sonen met geweren en stokken gewapend met geweld hebben verdreven. ALGEMEEN OYERZIGT. Als er geruchten van oorlogen zijn, is het wel natuurlijkdat het oog zich voortdurend naar die landen rigt, die door hunne meer of min vijandige houding aan die geruchten oor zaak geven. Daarom wacht men, in een alge meen overzigt van den politieken toestand, vóór alles eenige mededeeling omtrent de spanning die tusschen Oostenrijk en Pruissen bestaat. Jammer voor de nieuwsgierigen dat er nog maar weinig van te zeggen valt, dat de ge ruchten elkander, gelijk gewoonlijk, weerspre ken en dat de eene dag even veel te hopen als de andere te vreezen geeft. Wel spreekt men van eene aanstaande mobiel-verklaring der Pruissi- sche legerbenden, en men is reeds zoover, dat een prin3 van den bloede als de aangewezen opperbevelhebber wordt genoemd, maar wij blij ven bij de meening, reeds vroeger door ons geuitdat er alle reden is om te vertrouwen, dat ten minste vooreerst de treurige voor spelling niet bewaarheid zal wordenen dat de geheele zaak haren grootsten invloed zal heb ben op de beurs. Ons vermoeden wordt krachtig versterkt door de duidelijke verklarin gen van Oostenrijk, dat het geen oorlog wil of wenscht en de wapens slechts grijpen zal, wanneer het daartoe door Pruissen mogt ge noodzaakt worden. Ook in Pruissen komen in de laatste dagen de mannen van den vrede ster ker op den voorgrond. Het blijkt, dat de feodale partij tegen den oorlog gestemd is en al het mogelijke doet om dien te voorkomen. Reeds heeft zij de bemiddeling van de koningin-we duwe van Pruissen ingeroepen, van wier invloed men veel verwacht. Meer echter valt er te hechten aan de bekende omstandigheid, dat de overige Duitsche Staten evenzeer den vrede be- geeren en de groote mogendheden zich nog niet voor de eene of andere der partijen hebben ver klaard. Aller oogen blijven op von Bismarck gevestigd, die er behagen in schijnt te schep pen, om door de rol, die hij speeltgeheel Europa in spanning te houden maar wiens invloed toch moeijelijk zoo groot kan worden gedacht, dat daarvoor elke andere stem zou moeten zwijgen. De Fransche kamer is eindelijk met haar adres van antwoord gereed gekomen en heeft het bereids den keizer aangeboden. Dat deze daarmede niet zeer ingenomen was, na de dis cussie in de kamer gevoerdlaat zich gemak kelijk begrijpen. Kennelijk toch is de meer derheid, die zich ten gunste der vrijheid durft te laten hooren, toegenomen en dit verschijnsel moet den keizer wel ongerustheid baren. Z. M. heeft dan ook een vrij scherp antwoord gege ven en de meerderheid geprezendie zich door geene ijdele theorien heeft laten verleiden. Nu deze zaakdie lang genoeg de aandacht bezig hieldafgeloopen is begint men ern stiger te vragen naar de houding, die de Fran sche regering zal aannemen, in het geschil tus schen Oostenrijk en Pruissen. Voor als nog is daarvan niets te zeggen. Men bepaalt er zich toe om te verhalendat de keizer druk arbeidt in zijn kabinet en zonder de twistende partijen aantevuren, toch niet ongaarne zoude zien, dat er eene botsing kwamdie hem naar de berei king zou doen jagen van oogmerken, reeds dik wijls en misschien niet ten onregte, hem toe geschreven. Volgens de laatste berigten uit Engeland staan de kansen voor de aanneming der reformbill niet gunstig. Zoowel van de liberale als van de conservative zijdebedreigt men met amen dementen waardoor het geheele plan in duigen zoude vallen. Men heeft er op aangedrongen, dat krachtige maatregelen zouden genomen wor den, om omkooping bij de verkiezingen tegen te gaan, maar de minister heeft bepaald gewei gerd, de indiening van eene daartoe strekkende voordragt op eenen bepaalden tijd toetezeggen. Omtrent de zaak der Fenians is in de laatste dagen niets bijzonders uit Engeland vernomen. Uit Amerika daarentegen wordt geschreven dat het gouvernement aan de leiders dier partij daar te lande te kennen heeft gegeven, dat zij zooveel mogen praten als zij willenmaar dat het, zoodra er iets ondernomen wordt, waar door de onzijdigheid van Amerika in gevaar zoude komende leiders gevangen zou doen nemen. De Amerikaansche president schijnt niet zon der grond bevreesd te zijn, dat hem wel eens hetzelfde lot van zijnen voorganger kon wach ten. Reeds is een man in hechtenis genomen, die beweerde van den hemel in last te hebben, om den president te dooden. En ofschoon die man naar een krankzinnigen gesticht is gebragt, omdat men hem daarvoor rijp achtte, begrijpt de presidentdat het gevaar voor hem niet denkbeeldig is, onverschillig of het door krank zinnigen of regtzinnigen wordt aangebragt. Van de zijde van het keizerlijk gouvernement in Mexicowordt de toestand daar te lande als zeer bevredigend voorgesteld en zou de publieke geest zich al meer voor den keizer verkla ren. Maar de bron waaruit het berigt voor komt doet het minstens van partijdigheid verdenken. In Italië is nog altijd de aandacht gevestigd op het al of niet toelaten in het parlement van Mazzini. Er is nog geene uitspraak daarom trent gedaan, maar het is toch meer dan waar schijnlijk dat hem de toegang tot de kamer niet verleend zal worden. Italië blijft in gis-' ting en de rust ligt er even als de eenheid in een zeer ver verschiet. Langzamerhand beginnen ook de minder beschaafde volken het groote nut der electrische telegrafie te erkennen. Zoo had onlangs, volgens de Spaansclie bladen, de keizer van Marokko bevel gegeven om verschillende telegraaflijnen door zijne staten aan te leggen. Het bijgeloovig volk hief, wel is waar, een erg geschreeuw aan; maar de keizer liet als antwoord daarop afkon digen, dat hij, die een schendende hand aan de telegraaf zou slaan, ter dood zou gebragt worden. Met de lijn van Fez naar Tetuan werd een begin gemaakt, en reeds was meer dan een mijl gereed, toen de inwoners van een dorp in éénen nacht het geheele werk vernielden. Maar de keizer hield woord, liij liet dadelijk het geheele dorp omsingelen, en de schuldigen moesten uitgeleverd worden. Tien der belhamels werden op staanden voet onthoofd en hunne hoofden op de telegraafpalen gezet. Deze krasse bestraffing had het gewenscht gevolg, men liet de telegraafpalen ongemoeid. Het rapport der commissie voor de ge loofsbrievenin de kamer te Florence, heeft geadviseerd tot vernietiging van de verkiezing van Mazzini. De heeren Nicotera en Zanardelli betoogden bij de behandeling van dit rapport in de kamer op 21 Maart, dat Mazzini verkies baar is. De heer Boggiobestreed dit gevoelen. Een ander lid drong in naam der eendragt op de bekrachtiging der verkiezing aan. De keizer heeft den 23sten Maart de de putatie uit het wetgevend ligchaam ontvangen, belast met de aanbieding van het adres in antwoord op de troonrede. De deputatiebe staande uit de commissie van redactiedoor loting aangevuld uit andere leden der kamer, telde ook twee leden van de oppositie en het hoofd der tiers-partijde heeren Jules Favre, Marie en Ollivierwien het lot toevallig had aangewezen, om voor den keizer te verschijnen. Prins Napoleon was hierbij op de Tuilerien tegenwoordig.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 2