186G. N°. 35 DINGSDAG 27 MAART. 53ste Jaargang. Posterij en. *5#5^€£««se €SP*" - KOKSSI f E CO' RAM. De nitgave dezer Courant geschiedt baandag en Donderdag avond, nltgezonderd op feestdagen, ï'rljs per kwartaal f 1,95, fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentlSn worden a|.15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-9 regels a 1,2© behalve het zegelregt. De Inzending van adverteiitlëu kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. De DIRECTEUR van het POSTKANTOOR te GOES, herinnert bij deze aan het publiek dat, te rekenen van af der. 1 April e. k. de dienst per DILI GENCE naar MIDDELBURG is geregeld als volgt des morqens de brieven uiterlijk ten 6 uur in de bus; vertrek ten 6 'A uur. des avonds de brieven uiterlijk ten 4 uur in de bus; vertrek ten 4'A uur. Aankomst des avonds ten 8 'A uur. In verband hiermede is het kantoor des avonds ge opend, in plaats van 7 tot 8 uur, van 8 tot 9 uur. De overige dienstregeling blijft onveranderd. Goes, den 26 Maart 1866. De Directeur voornoemd J. F1CHET. Eenige dagen geleden drukten wij onze ver wondering uitdat niemand in de kamer den heer Thorbecke tot spreken had uitgelokt, nadat men zoolang en zoo algemeen verzekerd had, dat zijn spreken alleen het vaderland uit de bange onzekerheid kon redden. Sedert werden wij daaromtrent ingelicht en onze verwonde ring week. Maar nu verwondert het ons dubbel dat de heer Groen, in de residentie wonende en zeker niet buiten aanraking met leden der kamerniet alleen nog ons vroeger geuit denk beeld deelt, maar zelfs met zijne gevolgtrekking een vrij dwaas figuur maakt. In zijne laatste Pari. Schetsen schrijft hijLaat ons wachten, dacht en zeide men, totdat hij komt. Thor becke kwam; heropening van het debat scheen rationeel. Conticuere omnes. (Door allen werd een diep stilzwijgen bewaard). Woordenrijkheid dus, toen ze niet kon baten; geen enkel woord, toen er althans eenige mogelijkheid was, dat het zou hebben gebaat. Yan waar dit? Van waar anders, dan omdat eene magtige per soonlijkheid geene portefeuille of iets behoeft, om hare meerderheid te doen gelden, omdat zijook in gelijkheid van rang, ook te midden der verdeeldheid van eigen geestverwanten, haar ascendant behoudt en, waar spreken voeg zaam zou geweest zijndoor hare apparitie het stilzwijgen oplegt. In zijn gansche loopbaan heeft Thorbecke welligt geene schooner en ligter zegepraal behaald. Veni, vidi, vici. (Ik kwam, aanschouwde en overwon)." Dus ver de heer Groen. Wij stellen daar tegenover eenvoudig het feitdat de heer Thorbecke na zijne eeds aflegging niet meer in de kamer verschenen is, en dus noch tot spreken kon uitgelokt wor- hen, noch door zijne persoonlijkheid aan allen het stilzwijgen heeft opgelegd. Indedaad wekt het verwondering, dat de heer Groen, alvorens aan zijnen tegenstander zulk eene schitterende overwinning toetekennenniet eerst onderzocht heeft, of deze werkelijk op het slagveld is geweest. In de bovengenoemde schetsen spreekt de heer Groen ook van de zachtzinnige taktiek der conservative tegenpartijders van den heer Thor becke. Indien hij tot deze kwalificatie kwam door hetgeen hij zelf noemt, het zelfmistrouwen en onvermogen der conservative party, dan is er wel geen reden om zich over die zachtzin nigheid te verbazen. Maar toch nemen wij de vrijheid te vragen; of gedurende het bestaan van het tweede ministerie Thorbecke de conservative leden der kamer zooveel zachtzinnigheid heb ben aan den dag gelegd? Wij hebben de par lementaire geschiedenis der laatste jaren slechts op te slaan om ons te overtuigen, dat er door gaans groote animositeit bestond tegen den heer Thorbecke en geene geringe vinnigheid in de bestrijding van alles, wat van zijn ministerie uitging. Mogen ook soms conservative leden medegewerkt hebben, om eene of andere voor- dragt tot wet te verheffenomdat zij voor de redelijkheid moesten bukken, het ontbrak nooit aan scherpe kritiek en aan hardvochtige aan vallen. Wij gelooven dan ook nietdat zij die hunne kracht in hun exclusivisme zoeken, er zelve aanspraak op makenom den naam van zachtzinnigen te dragen. Hun taktiek zal wel nooit iemand, buiten den heer Groendaar van den indruk gegeven hebben, en indien wer kelijk deze alzoo moet beoordeeld worden, dan zullen er wel velen in het land zijn, die met ons wenschen, dat er voortaan wat minder van die lammeren-natuur in de discussien blijken mag. BiNNENLANDSCHE BERICTEN. GOES, 26 Maart 1866. Naar wij vernemen is een wetsontwerp tot afkoopbaarstelling der tienden bereids bij den raad van state ingekomen. Het was bekend, dat de minister van binnen- landsche zaken de heer Geertsemaeene reis naar Brussel ondernomen had, zoo men meende in verband met belangrijke lands-aangelegen- heden. Thans schrijft het Dagbladonze par ticuliere Brusselsche correspondent meldt ons, dat de heer Geertsema gister (Vrijdag 11.) met den Nederlandschen gezant te Brusseleene conferentie heeft gehad met den minister Rogier over de quaestie der afdamming van de Ooster- Schelde. Men hoopt dat die zaak spoedig tot eene schikking zal worden gebragt." Naar wij vernemen is de toestand van den minister van koloniën eenigzins verbeterd. Vrijdag 11. is aan de Leidsche hoogeschool tot doctor in de regten bevorderd de heer M. J. de Witt Hamer, van Goes, na open lijke verdediging van een akademisch proef schrift over de arbeiders vereenigingen. Eenige dagen geleden heeft in de gemeente Waarde eene treurige gebeurtenis plaats gehad. De molenaar in die gemeente M. v. W. een man van 70 jaren, die sedert zeven jaren ge huwd was met eene vrouw, veel jonger dan hijen wiens echtelijk leven ver van geluk kig was, overleed na korte ongesteldheid. De omstandigheden waaronder dit voorval plaats had deden aan misdaad denkeneene geregte- lijke schouwing van het lijk werd bevolen, terwijl de justitie onmiddellijk ijverige naspo ringen deed. Tengevolge daarvan is de weduwe van den overledenen alhier gevankelijk binnen- gebragt en, naar men zegtmoet zij reeds vol ledig bekend hebbendat zij den moord heeft gepleegd door vergiftiging. Zij zou reeds meer malen pogingen daartoe aangewend hebben en nu, door middel van loodwit in de karnemelks pap te mengen, haar doel bereikt hebben. Men meentdat zij voor het gepleegde misdrijf niet alleen verantwoordelijk zou zijn; omtrent de medepligtigen is echter nog niets met zeker heid vernomen. Men schrijft uit Middelburg aan het Handels blad, van 22 Maart; In eene heden gehouden vergadering van vennooten der spoorbootmaat schappij, tusschen deze stad enBergen op-Zoom, is, in plaats gelijk onlangs in sommige bladen werd gemelddat die dienst met den 1 April zou worden gestaakt, besloten dezelve voor als nog onbepaald te blijven voortzetten. Het Handelsblad deelt het volgende mede: Bij het onderzoek van de aan runderpest ge storven dieren, heeft men thans in Engeland eene bijzonderheid gevonden, die tot verklaring der ziekte misschien van het hoogst gewigt zal worden, waarvan in elk geval het nader onderzoek hoogst belangrijk moet worden ge acht. In het spierweefsel zijn namelijk een groot aantal spierwormpjes gevonden, welke even als de bekende trichinen in het varkensvleesch zich aldaar in tallooze menigte vermeerderen. Dr. Fenwich heeft daarop in een brief aan den Times het eerst opmerkzaam gemaakt Li onel S. Beale de bekende physioloog uit Lon den heeft hieromtrent een naauwkeurig onder zoek ingesteld en in de Medical Times van 20 Jan. medegedeeld. Men schrijft uit Londen: Elk oogenblik wordt de uitvaardiging van een besluit van het gou vernement te gemoet gezien, waarbij de invoer in Engeland van vee uit Holland wordt verboden. (Per telegraaf.) Aanstaande Woensdag treedt het verbod in werking. Het Dagblad van 's Gravenhage berigt daar omtrent nog dat een ontvangen telegram zegt tengevolge van den uitvoer van een lading vee, dat door de ziekte was aangetast, zal van wege de regering onmiddellijk bevel worden gegeven, om den uitvoer van vee uit Holland in Enge land te verbieden. Moet men hieruit opmaken, dat er ziek vee werd afgezonden, dan zouden de afzenders zelve oorzaak van het verbod zijn.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1