Qemongao xaerigten. Bestedingen. lurgetfijfcen Stanö. Amerika is met Griekenland in onder handeling over den aankoop van een der eilan den, ten einde daar een handelsdépot te kunnen vestigen. Het is eene zaak van louter han delsbelang zonder staatkundige bijoogmerken. Aanstaanden Maandag verwacht men in het lagerhuis de indiening der sinds lang aan gekondigde reformbill. De hervormingen zullen evenwel niet voor het gansche land geldend worden gemaakt, maar alleen voor Engeland en Wales; voor Schotland en Ierland zullen afzonderlijke maatregelen worden beraamd. Nog al indruk maakt de tijding van het overig den van den Brusselschen advokaat Va- lentijns, in den ouderdom van 66 jaar. De heer Valentijns was een zeer middelmatig ad vokaat doch had zekere vermaardheid gekre gen doordien hij de man van vertrouwen der jezuïten-orde was geweesten van verscheidene millionairs, met welke hij volstrekt niet ver maagschapt was, rijke erfenissen had gekregen, als de persoon door de jezuïten tot hunnen zaakgelastigde aangesteld. Zoo had de oude De Boeyte Antwerpen hem vijf of zes mil- lioen gelegateerddie thans het onderwerp zijn van een proces in die staddaar die millioenen worden teruggeëischt door den neef des over ledenen die neef is de bekende De Bucktegen wien gelijk men weet, een crimineel regtsge- ding aanhangig was gemaakt, door den supe rior der Jezuïten. Men zal zich herinneren dat De Buckbeschuldigd dezen geestelijke met den dood gedreigd te hebben, werd vrijgesproken na debatten die het gansche land in beweging bragten. Naar men verzekert heeft Valentijns die in zijne ziekte behandeld werd door een pater-jezuït, in de geneeskunde ervaren, en bij een anderen jezuït biechtte, zijn geheele familie onterfd en eene oude zuster tot zijne univer sele erfgenaam gemaakt. Volgens goed inge lichte personen werd twee dagen na den dood van De Boey een kist, bevattende millioenen aan papieren van waarde, door den heer Va lentijns naar het moederhuis" der jezuïten te Rome verzonden. Nog duizend andere dingen worden verteld, die deze zaak tot den tegen hanger van Eugène Sue's Joodsclien wandelaar maken. ""g Onlangs zou te Weenen een monster-concert ge geven worden. Toen de groote schare den aanvang van het concert verbeidde, kreeg men berigt, dat het niet door zou gaan en welomdat de muziekanten het hun toegezegde loon niet konden krijgen en daarom weigerden te spelen. Op een dorp in Stiermarken werd in een nacht al het spek en de hammen, die een landman in zijn schoorsteen bewaarde, gestolen. De dieven lieten een groot vel papier achter waarop geschreven stond het beste middel tegen besmetting. Een schoenmaker te Verviers werd sedert eenige jaren bestolenzonder dat men den dief kon uit vinden. Reeds was voor eene waarde van 2000 frcs. verdwenen, toen men eene werkster die het huis dik wijls bezocht, begon te verdenken. Werkelijk vond men eens bij haar vertrek een paar dames laarsjes onder hare crinoline. Zij werd gevat en nu bleek dat zij werkelijk de dief was en reeds een klein huis van hare .bespaarde penningen had aangekocht. Uit de nationale bank van Canord, in Massachusets is eene waarde van niet minder dan vijftien honderd duizend frcs. gestolen. De beide schuldigen zijn met groote moeite ontdekt. Te Coevorden heeft men getracht boter aan den man te brengendie uit eene massa fijngemaakte aardappelen met eene dunne bo- terlaag omgevenbestond. Het bedrog werd echter tijdig ontdekt, Eene maatschappij te Parijs heeft een kapitaal van 200,000 frcs.in aandeelen van 100 frcs. bijeengebragtmet oogmerk om aan de minver mogenden goedkoope en onvervalschte levensmiddelen te verschaffen. In Londen hebben de metselaars en timmerlieden besloten om hunne werklieden des Zaturdagsmiddags vrijaf te geven. Ook in Amerika zegt men, dat (Ie veeziekte uitgebroken is en toch is de minister van binnenlaudsche zaken geen oogenblik uit het land geweest. Men is te Londen op het denkbeeld gekomen, om de jongens, die als vage bonden bij de straat loopen voor de zeedienst op te leiden. De aflevering van boomen, planten en heesters uit Boskoop, is reeds in vollen gang en ter wijl de handelaars zich in hooge prijzen verheugen, verblijdt men zich algemeen met de voorteekenen van het voorjaar. Men zegt wel eens dat de Engelschen koud zijn, maar geen wonder. Alleen in 1865 is voor eene waarde van 486,000 rijksd. aan ijs uit Noorwegen derwaarts gezonden. Toen de onttroonde vorst Couza met zijne gemalin hun land verlieten stapten zij dood bedaard in het rijtuigbeiden met een sigaar in den mond. K.erlï.clij b.o Zali.cn. Te Genemuiden is tot predikant beroepen de heer F. H. Nahuijspredikant te Biezelinge. Aan de WelEd. Heeren F. Kleeuwens en Zoon, Uitgevers der Goessche Courant te Goes. WelEd. Heeren! Als antwoord op uwe mededeeling in de Goessche Courant no. 19 (6 Maart 1866), betrekkelijk het benoemen van gecommitteerden door ambachtsheeren van 's Heer Abts- en Sinoutskerkeneem ik de vrij heid u de volgende regelen toe te zenden, met ver zoek die in de Goessche courant te willen opnemen. Het is zeer mogelijk datzoo als u doet opmerken, de benoeming van gecommitteerden door ambachts heeren, tot het medewerken aan een beroep, bij iedere vacature op nieuw moet geschieden en de lastgeving slechts speciaal voor eene enkele beroeping geldende is; in dat geval zou de voorstelling der zaak door uwen correspondent in no. 13, niet anders dan juist kunnen worden genoemd; doch uit het schrijven van den rentmeester van ambachtsheeren van 's Heer Abts- en Sinoutskerke, dato 28 Januarij 1863, is dit m. i. niet op te maken. Om u hiervan te overtuigen en te gelijk de beide redenen aan te geven, waarom ik het berigt in no. 13 onjuist achtte, laat ik den bedoelden brief hier woordelijk volgen Heinkenszand 28 Jan. 1863. WelEerwaarde en Zeergeleerde Heer! Ik heb de Eer UwWw. door deze kennis te geven dat door ambachtsheeren van 's Heer Abtskerke c. a., tot gecommitteerden benoemd zijn de heer mr. C. van Citters, en mij ondergeteekende. Met hoogachting UwEerwaarde dienaar De rentmeester van ambachtsheeren voornoemd (w. g.) B. Vermande. U bemerkt, dat deze brief niet spreekt van eene benoeming van gecommitteerden, slechts geschied om mede te werken voor eene enkele beroeping, dat er evenmin sprake is van eenen tijd, voor hoe lang deze benoeming zou zijn geschied, en mitsdien (altijd volgens dit schrijven) deze benoeming beschouwd moet worden van kracht te blijven, tot zoo lang ambachts heeren eene nieuwe benoeming doenwaardoor dan natuurlijk de vroegere vervalt. Daar nu tot heden toe geen later schrijven van ambachtsheeren, betrekkelijk de benoeming van ge committeerden, ter kennis van den kerkeraad is ge komen, kon het wel niet anders of, ingevolge de officiële kennisgeving, boven gemeld, moesten de in Jan. 1863 benoemde gecommitteerdendoor den ker keraad ook thans als zoodanig worden erkend, en mitsdien, zoo als geschied is, ter vergadering met den kerkeraad worden uitgenoodigd. Óp deze ver gadering, welke den 29sten Januarij jl. is gehouden, hebben de beide in Jan. 1863 benoemde gecommit teerden, insgelijks krachtens meergemelde missive, zich als gevolmagtigden door ambachtsheeren erkend, en als zoodanig, met de leden des kerkeraads, het besluit, betrekkelijk de toezegging van beroep, geno men en met hunne handteekening bekrachtigd. Het is dus niet te verwonderen, dat èn het schrijven van den rentmeester van ambachtsheeren, èn de eigene verklaring van de vroeger gecommitteerden, welke verklaring bevestigd werd door hun optreden en han delen als gevolmagtigden, voor mij overwegende redenen waren, om het berigt: „tot medewerking „aan de beroeping daar ter plaatse, moeten door „ambachtsheeren van 's Heer Abts- en Sinoutskerke „gecommitteerden worden benoemd," onjuist te achten. Wat verder de vraag van uwen correspondent be treft, „waarom de ambachtsheeren van Sinoutskerke uwel en die van 's Heer Abtskerke niet worden op geroepen tot medewerking aan de beroeping," hierop kan ik antwoorden dat zulks, zoo ver mij bekend is, nimmer, ook nu niet, het geval is ge weest, en het regt der ambachtsheeren van 's Heer Abtskerke steeds evenzeer door den kerkeraad is er kend geworden, als dat van de ambachtsheeren van Sinoutskerke. Niet alleen strekt het boven aange haalde schrijven van den rentmeester van Ambachts heeren daarvoor ten bewijze, want daarin is voor ieder duidelijk te lezen, dat ook de ambachtsheeren van 's Heer Abtskerke hunnen gecommitteerde hebben benoemd, maar ook uit de aktenboeken van den ker keraad blijkt het ten klaarste, dat steeds, wanneer zulks vereischt werdniet slechts de gecommitteer den door ambachtsheeren van Sinoutskerke, maar tevens die door ambachtsheeren van 's Heer Abtskerke zijn opgeroepen om mede te werken aan de beroepin g Ook nu, in zake van de toezegging van beroep, is zulks wederom geschied, en hebben twee gevolmag tigden de een als gecommitteerde door amlrachtshee- reu van 's Heer Abtskerke en de ander als gecom mitteerde door ambachtsheeren van Sinoutskerke, in de vergadering als stemhebbende leden zitting gehad. Het is mij onbekendwelke feiten uw correspon dent aanleiding hebben gegeven om te veronderstellen, dat de regten van ambachtsheeren van 's Heer Abts kerke eigendunkelijk door den kerkeraad zouden ver kort zijn geworden; ook geloof ik niet, dat zulk eene onregtvaardige handeling, aangenomen dat dezelve had plaats gevondenstraffeloos zou kunnen geschieden doch zoo misschien de omstandigheid, dat er juist twee ambachtsheeren van Sinoutskerke zijn gecommit teerd geworden, ZEd. tot het doen dezer vraag heeft geleid, dan dient tot opheldering, dat Ambachts heeren van 's Heer Abtskerke volkomen vrij zijn in de keuze van hunne gevolmagtigden, en daartoe evenzeer eenen Ambachtsheer van Sinoutskerke, als ieder ander, wien ook, kunnen benoemen. Met hoogachting heb ik de eer mij te noemen WelEd. Heeren! Uw Dienstw. Dienaar C. de Wilde Cz. 'sHeer Abtskerke 9 Maart 1866. Onze correspondentaan wien wij bovenstaand schrijven mededeeldenverzoekt ons hierbij te voegen dat de benoeming van gecommitteerden van ambachts heeren geschied, op de kennisgeving van den kerke raad, dat er een beroep moet geschiedende kerkeraad verzocht niet de eenmaal benoemden om weder te komenmaar ambachtsheeren om weder gecommit teerden te zenden, en erkende daardoor stilzwijgend, dat voor de tedoene beroeping gecommitteerden moes ten worden benoemd, en dat niet de benoeming eenmaal geschied van krach blijft tot er eene nieuwe plaats heeft. Immers houdt eene commissie op, wan neer de handeling, waartoe zij gegeven werd, is afgeloopen; dat ambachtsheeren eerst op 27 Febr. 11. gecom mitteerden benoemd hebben, om aan de beroeping medetewerkendoor welke benoeming zelve bewezen is, dat er nog geerte gecommitteerden waren op 29 Januarij en dat dus geene wettig benoemde ge committeerden het besluit van den kerkeraad kon den onderteekenen; zoodat, indien men aan den vorm hecht, eerst nu een in regten geldend besluit door den kerkeraad kan worden opgemaakt; dat door het besluit van ambachtsheeren van 27 Febr. het berigt van deze Courant, no. 13, als vol' komen juist bevestigd is; dat hij volstrekt niet beweerd heeft, dat de regten van ambachtsheeren van 's Heer Abtskerke door den kerkeraad eigendunkelijk verkort werdenmaar dat hij slechts eene vraag heeft gestelddie wel door eene juiste omschrijving dier regten, maar niet door de aanwijzing van hetgeen de kerkeraad deed en niet deed, kon beantwoord worden. Den 9 Maart 1866, is de Middelburg aanbesteed: het uit diepen van de westelijke haven van Neuzen; aaugenomen door dhr. A. EStubbé te Sas van Gent voor f 9790,—. Het maken van zinkwerken aan het district Flaauwers (Schou wen) aangenomen door dhr. D. Volker te Dordrecht voor 33600,-. Van 3 tot 10 Maart 1866. Gehuwd: Geene. Geboren Den 3 Mariad. v. Joseph Wal raven en Melanie de Munck. den 4, Jan, z. v. Geerard Sierevogel en Johanna Katsman. den 5. Janusz. v. Frederik Boogaard en Kornelia Johanna Kopmels. Jacobus, z. v. Frangois Kleeuwens en Johanna Bastiana Ritmeester, den 6. Gillesz. v. Pieter Botbijl en Neeltje Leen- poel. den 8. Albertusz. v. Constant Reijerse en Adriana Cornelia Geers. den 9. Anna Maria Christina, d. v. Jacobus Johannes van den Wijn- gaert en Johanna van den Broek. Overleden Den 3. Kaatjeoud 1/m., d. v. Jacob Isaac Velleman en Rachel Huisman. Jozina Jannetje, oud 10 j.d. v. Marinus Mon- hemius en Anna van der Bel. den 7, Leijntje, oud 11 /d., d. v. Gerardus Joannes Besseling en Cornelia Maria van de Velde, den 8, Matthijs, oud 7/w., z. v. Jan Voois en Dina Reijnhout. Sara Paulina, oud Q/j., d. v. Jan Öornelis Dominicus van den Bussche en Sara Paulina de Jongh. den 9. Pieter Lavooy oud bijna 71 jaargehuwd met Maria Donk. den 10. Laurens Carel de Peval, oud 64 jaar, wedr. van Johanna Sanders. Maria de Leeuwbijna 70 jaar iced/, van Stoffel Bilo.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 3