BINNENLANDSCHE BERICTEN.
BUITENLAND.
GOES, 12 Maart 1866.
In de zitting der Tweede Kamer van Vrijdag
is de discussie, over de begrooting voor Finan
tien, voortgezet, nadat de minister van koloniën
een paar vragen, in de vorige zitting gedaan,
beantwoord had. Onderscheidene sprekers heb
ben het woord gevoerd en nogmaals de politieke
quaestie's behandeld. De heer de Kanter heeft de
uitkeering van het 4/5 van het (ersoneel be
handeld en gewenscht, dat de volle 12/12 zou
den worden toegestaan de heer Focher heeft
aangedrongen op afschaffing van de staats-loterij
enkele andere sprekers hebben andere punten-
behandeld en allen zijn bij herhaling door den
minister van finantien beantwoordde minister
heeft eene herziening der postwet toegezegd,
maar kon geen tijd bepalen, waarop eene wet
die zaak regelende, zou worden voorgedragen.
Het gehèele hoofdstuk is aangenomen met 57
tegen 5 stemmen, waaronder die van vier Liru-
burgsche leden, die tegenstemden, om de ver
lenging van het tractaat met Pruissen, en van
den heer Guljé, die afschaffing verlangde van
de belasting op de zeep. De kamer ging daarop
tot Maandag uiteen.
(Per telegraaf.) In de zitting der tweede
kamer van heden is gehandeld over de aan
vulling van het handelstraktaat met Belgie,
hetwelk aanleiding gegeven heeft tot menig
protest tegen de woorden van den heer Rogier
in de Belgische kamer, betreffende de werken
aan de Ooster-Schelde. Eene motie van den
heer van Heiden Reinestein, om als eene soort
van manifestatie de behandeling van het aan
hangig traktaat te verdagen is, na bestrijding
door de regering, met 35 tegen 14 stemmen
verworpen. Morgen zal de discussie aanvan
gen over de 48 ontwerpen betrekkelijk de af
wijking van de gemeentewet, in zake plaat
selijke belasting.
(Per telegraaf) De Heer Thorbecke heeft het
lidmaatschap der tweede kamer voor het kies
district Groningen aangenomen.
De aanbevelingslijst ter vervulling der vaca
ture van regter in de arr.-regtbank te Zierikzee,
ontstaan door de benoeming van jhr. mr. L. F.
van Panhuijstot raadsheer in het provinciaal
geregtshof in Zeelanddoor gemelde regtbank
opgemaaktluidt als volgt
Jhr. mr. S. M. S. de Savornin Lohman, griffier
bij het kantongeregt te Noordwijk; mr. J. C.
E. baron van Lijndenadvocaat en districts
schoolopziener te Middelburg; mr. J. A. van
Hoeksubsituut-griffier bij de arr.-regtbank te
Goes.
Men leest in het Handelsblad: De geruchten
sedert eenigen tijd, nu eens in nederlandsche
oppositiebladendan weder in daarmede be
vriende buitenlandsche bladen voorkomende
nopens plannen of onderhandelingen tot over-
dragt van eenig deel der O. I. buitenbezittingen
aan Belgie, zijn ten eenemale onwaar. Er is
geen kwestie van onderhandelingennoch offi
cieel noch officieus. Het gerucht is eene ma
noeuvre der oppositiewaarvan de oorsprong
spoedig blijken zal.
Onze gemeente heeft weder een gevoelig ver
lies geledenzij zag zich een harer edelste
nuttigste en hoog gewaardeerde burgers ontval
len. De algemeene deelneming, waarmede jl.
Zaturdag het onverwacht berigt ontvangen werd,
dat dr. de Peval in dien nacht overleden was,
getuigdedat niet alleen aan zijne naaste be
trekkingen eene diepe wonde was geslagen. De
man, die sedert 34 jaren hier een geacht en
gezocht geneesheer was, die gedurende dien tijd
in zoo menig gezin niet alleen de bekwame
huis-arts, maar ook de deelnemende huisvriend
is geweest, verdiende de hulde, die een traan
in menig oog stilzwijgend aan zijne nagedach
tenis bragt. Zoo velen herinnerden zich, met
weemoedigen dank, wat hij voor hen en voor
de hunnen in bange en moeijelijke oogenblikken
was geweest, en waar de tijding van zijnen dood
onwillekeurig gelukkige en treurige ervaringen
uit hun eigen leven hun voor den geest riep,
was het behoefte om er van te getuigen, dat
zij hem lief hadden. Niet een, die niet gehoopt
had hem weder te zien opstaan van het krank-
beddie niet den stillen wensch voeddedat
nieuwe levenskracht hem mogt geschonken
worden, om nog eenige jaren de lijdende
menschheid met de gaven van zijn helder ver
stand en van zijn edel hart te dienen. Op het
onverwachts werd die wensch verijdeld en wij
kunnen slechts spreken van hetgeen de Peval
is geweest. Maar wij doen dat gaarne en in
de volle overtuigingdat wij de tolk van hon
derden onzer stadgenooten zijndie hem had
den leeren kennen en waarderen. Zeker wij
den wij later eenige regelen aan de herdenking
van zijn leven, zijn werken, zijne verdiensten;
maar voor nog de groeve zich boven zijn stof
felijk deel sluit, leggen wij gaarne de getuige
nis af, dat hij zal blijven leven in vele dank
bare harten. Want wij betreuren in hem niet
alleen den bekwamen, ervarenen, naauwgezet-
ten en onvermoeiden geneesheer wiens juiste
blik een algemeen vertrouwen verworven had;
maar vooral ook den opregten edelaardigen
menschdie zich zijne gebreken niet ontveinsde,
maar ze door de goedheid van zijn hart gaarne
deed vergevendie getrouw aan zijne beginselen
zich zeiven steeds gelijk bleef, ook waar mis
kenning hem griefdedie, waar het noodig was,
zijne hulp nooit weigerde en wien niets te veel
was in de ure des gevaarsdie voor zijne kin
deren een tederbeminnend vadervoor zijne
vrienden een vriend was, ook in nood en in
lijden. Voor hem brak de ruste aan, aan het
einde van eenen levensweg, waarop vooral de
laatste schreden niet zonder moeite en strijd
werden gezet; voor ons moge de herinnering
aan zijn werkzaam en nuttig leven eene wel
dadige opwekking tot getrouwheid in onzen
werkkring zijn.
Ter verkiezing van een raadslid te Waarde,
in plaats van wijlen G. Molhoekzijn ingele
verd 21 stembriefjes, waarvan 2 van onwaarde.
Van deze verkregen dhrn. Izaak Wagenaar 11
en G. Verburg 8 stemmen, zoodat eerstgenoemde
is gekozen.
Men schrijft uit OosterhoutDe verkoop van
een huis in de naburige gemeente Sprang
werd gepasseerden Vrijdag op zonderlinge wijze
verhinderd. Terwijl het bod al hooger en hoo-
ger klom, stegen ook de vlammen al hooger
en hooger uit het te verkoopen panddat in
weinig tijds met een daar nevenstaand huis in
de asch werd gelegd, waardoor vijf huisgezin
nen van dak beroofd zijnuitgezonderd de
eigenaar van het perceel en diens zoon, die
reeds door de politie onder een zeer veilig dak
zijn gehuisvest geworden, aangezien vooral voor
laatstgenoemde vele termen aanwezig moeten
zijndie hem daarop aanspraak gaven. Het
perceel was voor 1500, tegen brandschade
verzekerd.
Voorstanders als wij steeds geweest zijn zoo
schrijft de JV. Utrechtsche Cour. van het be-
leenen der in kas zijnde gelden der gemeente,
kunnen wij met genoegen mededeelen, dat de
heer Doormann steeds voortgaat aan deze zaak
zooveel mogelijk publiciteit te geven, en ze al
gemeen duidelijk te maken. Hij heeft daarom
onder den titel van Financiëele beschouwingen
al wat daarover in 's Gravenhage is voorgevallen
en behandeld in ééne brochure zaamgevat, die
hij door anderen hoopt te laten volgen, en in
die brochure ook opgenomen wat door anderen
over dit belangrijke punt gezegd en geschreven
is. Waarlijk het is eene nobele taak zoo on
verdroten voor eene goede zaak te strijden en
wij hopen dan ook, dat zijne goede pogingen
met een goede uitkomst bekroond zullen wor
den waardoor hij zoovelen aan zich verpligten
zal. Dat velen, vooral de leden van gemeen
teraden zich deze brochure aanschaffen mogen.
Wij vestigen gaarne van onzen kant ook de
aandacht op deze brochure, die eene aangele
genheid behandeldwaarbij vele gemeenten be
lang hebben.
ALGEMEEN OVERZIGT.
Wij vestigen allereerst de aandacht op de
berigten uit Amerika, waar de president John
son de menigte in eene soort van verrukking
gebragt heeft met eene rede, door hem te Was
hington uitgesproken. Hij verklaarde daarin,
vóór alles de Unie te zullen handhaven en bereid
te zijn om, ware het noodig, zijn leven te ge
ven voor het groote beginsel, dat de grondslag
zijner staatkunde uitmaakt. Op eene politieke
talrijk bezochte meeting, waar alle partijen ver
tegenwoordigd waren, werd dan ook besloten
om de politiek van den president goed te keuren,
hem te ondersteunen en de eerlijke vertegen
woordigers, dat zijn de niet Separatistische, in
het congres toetelaten. De minister Seward was
daarover zoo gelukkig, dat hij een telegram
afzond: de rede van den president is een triomf
en wij zullen allen gelukkig worden.
In dat geluk schijnt echter Mexico niet te
zullen deelen. De republikeinsche partij steekt
daar het hoofd weder op, de schatkist is ledig
en vreemde troepen moeten den keizerlijken
troon beschermen, Frankrijk zal nog moeten
helpen indien het zijne stichting niet wil zien
verloren gaan en den keizerlijken neef in den
steek te laten. De kunstmatige levensonderhou
ding belooft echter geenen langen levensduur.
De Donau-vorstendommen gaan het lot on
dervinden van andere kleine staten. De groote
mogendheden zullen zich moeten voegen naar
de wenschen der magtige beschermers. Weldra
zal hunne zaak te Parijs besproken worden
door de vertegenwoordigers der groote mogend
heden en men zegt, dat de Porte vooral er op
uit is om de keuze van eenen vreemden vorst
te keeren, dat zij twee inlandsehe hospodars
wil laten kiezen. Het blijft in die vorsten
dommen overigens vrij rustig en het laat zich
aanziendat gelijk de verdrijving van vorst
Couza weinig beweging veroorzaaktezoo ook
eene nieuwe orde van zaken zonder groote
schokken zal kunnen tot stand komen.
Oostenrijk en Pruissen zijn het over de Elbe-
hertogdommen niet zoo spoedig eens. Reeds
verhaalt men, dat een der Oostenrijksche di
plomaten zou gezegd hebbenindien wij eene
proef moeten nemen, om de beide hertogdom
men onder de magt of van Pruissen of van
Oostenrijk te brengen, dan zeilen wij beginnen
niet met Holstein aan Pruissen aftestaan, maar
Sleeswijk ook onder Oostenrijk te brengen. Von
Bismarcks lievelings plan gaat dus niet zoo grif
door en hoe overmoedig ook tegenover het
schijnbaar zwakkere Oostenrijk, zou hij toch
daar de eerste tegenstand vinden, indien hij zijn
plan mogt willen doorzetten.
Oostenrijk blijft intusschen in spanning over
den loop van zaken in Hongareije en de onder
scheidene partijen aldaar zijn nog verre van
verzoend.
In Engeland schijnt het plan om de wet op
de verkiezingen te wijzigen meer en meer bij
val te vinden. De conservatieve die men
meende dat daartegen meest zonden ingenomen
zijn hebben eene vergadering gehouden waarin
besloten is hun niet te verzetten tegen het
aanhangig maken van de wet op de kiesher-
vormingen zoodat men verwachtdat de tweede
lezing onmiddelijk zal kunnen plaats hebben.
In het lagerhuis aldaar is ook de zaak der
afschaffing van de doodstraf ter sprake gebragt.
Er schijnt een ontwerp van wet op de aan
gelegenheid in de pen te wezenwaarbij bepaald
wordtdat de straf steeds moet plaats hebben
binnen de muren der gevangenis. Naar aan
leiding van de discussie daarover heeft een lid
van het huis verklaarddat de publieke opinie
wel de afschaffingmaar geenszins eene wijzi
ging in de voltrekking der doodstraf wenschte.
De Fransche kamer is nog niet gereed met
haar antwoord op de troonrede en beraadslaagd
daaroverals of zij werkelijk eenigen invloed
konden uitoefenen op de keizerlijke politiek.
In Spanje zijn weder onlusten uitgebarsten
maar voorshands schijnen zij geene groote on
gerustheid te wekken.