DINGSDAG 3® FEBRUARIJ. 53"* Jaargang.
1866. N0. 15.
-*&&& 6;€5««
GOËSSCitl COURANT.
J>e uitgave dezer Conrant geschiedt Maandag ei»
Stonderdag avond, uitgezonderd op feestdagen-
pi ys per kwartaal 1,55, fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advegtentiën worden a 15 ct. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberïgten van 1-6 regels
a 1,30 behalve het zegelregt.
Öc inzending van adverteiitiëu kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
RAPPORT van de Commissie belast geweest
met de uitdeeling van eetwaren en brand
stof op den Nieuwejaarsdag van 1866.
De commissie voor bovenbedoelde uitdeeling
lieeffc de eer UEd.A. hierbij als naar gewoonte
baar verslag aantebieden.
Toen het bedrag der inschrijvingen en van
de vermoedelijk nog te verwachten giften haar
bekend wasbesloot de commissie om de uit
deeling weder te doen als het voorgaande jaar
en wel 3 oneen baakspek voor ieder hoofd van
gezin of eenloopend persoon en een Ned. pd.
tarwen brood (voor ieder inwonend kind de helft),
aan ieder gezin werden ook wederom 20 turven
verstrekt.
Er was gevraagd goed droog Zeeuwsch baak-
spek, en het was niet te ontkennen dat niet
al het spek voldoende droog was en dat er
varkensvleesch geleverd werddat met het baak-
spek een geheel stuk vormde, doch dat er had
behooren te zijn afgesneden om aan de ver-
eischten te voldoen.
De commissie kon nogtans op 30 December
jl.toen de levering plaats had, daaromtrent
geen bezwaar makendaar zij zich bij anderen
van het benoodigde niet kon voorzien, doch
heeft zij besloten voor volgende jarenderge
lijke handelingen voor te komen.
Ofschoon ook met de nagekomen giften het
bedrag niet geheel toereikend zou zijn geweest
om de uitgaven te bestrijden, is dit door aan
vulling van enkele guldens door een ingezeten
vergoedwaardoor onze verantwoording dan ook
met eenige centen goed slot eindigt.
En hiermede Mijne Heeren achten wij onze
taak volbragt. Dat de maatregel duurzaam
goed werkt zal ieder gaarne toestemmen; dat
het bedelen op nieuwejaarsdag heeft opgehouden,
ieder prijst het om het zeerst, van daar, dat
uwe commissie hoopt en vertrouwt, dat dooi
den gemeenteraad op den ingeslagen weg zal
worden voortgegaan.
De commissie legt hierbij over:
1°. Lijst der bedeelden; 2°. de kwitancien
der leveranciers en hare verantwoording; 3°.
het contract met de bakkers aangegaan.
GOES, den 31 Januarij 1866.
De commissie voornoemd
J. A. A. FRANSEN van be PUTTE.
M. J. de JONGH.
C. de FOUW.
P. F. de JONGE.
P. H. TIMANS.
P. van DALEN.
VERANTWOORDING van de Commissie
tot uitdeeling van levensmiddelen en brand
stof op den Nieuwjaarsdag van 1866.
ontvang:
a. Hetgeen ten vorigen jare bij de commissie in
kas is gebleven3,85
b. Van heeren leden van den Gemeen
teraad, het bedrag der gecollecteer
de en nagekomen giften - 454,44
Totaal ontvang 458.29
uitgaat
a. Aan J. J. Sloover, voor geleverd 310,8 Ned.
<tB spek a 793 cent 247,125
b. Aan J. Scheele, 417 Ned. IB brood
a 15 ct62,55.
Aan J. le Clercq, 406,5
dito dito- 60,97"'
Aan J. de Groot, 202 dito
dito- 30,30
Zamen brood 1025,5 Ned IB - 153,82 1
c. Aan J. H. Janssen C0., voor 8000
turven, a 55 ct. de 100 - 44,—
d. Aan den vader uit het weeshuis,
gedane verschotten - 4,89
e. Aan de weeskinderen voor het rei
nigen van het locaal, waarin de
uitdeeling plaats had - 5,
Aan de agenten van policie adsis-
tentie en surveillance bij de bedee
ling - 3,—
g. Zegel voor'tcontract met de bakkers- ,35
Totaal uitgaaf 458,19
De geheele Ontvang bedraagt 458,29
Uitgaaf - 458,19
Er blijft dus bij de commissie in kas ,10
Goes den 5 Februarij 1866.
J. A. A. FRANSEN v. d. PUTTE.
M. J. de JONGH.
C. de FOUW.
P. F. de JONGE.
P. H. TIMANS.
P. van DALEN.
Onder de hatelijkhedenwaarmede het Dag
blad het nieuwe ministerie reeds dadelijk bij
zijne optreding heeft begroet, behoort ook de
aantijgingdat de minister van justitie, de
heer Pické, eene onwettigheid zoude begaan heb
ben, door op den 10 Februarij de uitgifte van
een koninklijk besluit te hebben gedateerd op
den 12 dier maand en bij gevolg, zoo als men
dat noemt, te hebben gepostdateerd.
Het is in der daad opmerkelijk, dat de redactie
eener courantwier dagelijks werk het is, mi
nisters uit de hoogte te beoordeelenzich zoo
weinig denkbeeld weet te vormen van een
ministerieëlen werkkringdat zij meentdat
het tot 's ministers persoonlijke taak behoort,
om de dagteekenmg te verifiëren der honderde
stukken die wekelijks van zijn departement-
uitgaan.
Niet minder moet bet- de aandacht trekken,
dat het Dagblad eensklaps een blunder en
eene onwettigheid" ziet, in iets, dat om zoo te
zeggen dagelijks plaats heeft, en dan ook moet
geschieden en niet vermeden kan worden.
De zoogenaamde blunder" en onwettigheid"
betreffen het koninklijk besluit van den 5 Fe
bruarij 1866, (Staatsblad no. 9,) opgenomen
in de Staats-Courant van Zondag 11 en Maandag
12 Februarij, waaronder staatuitgegeven den
twaalfden Februarij 1866. Dus, zoo redeneert
het hoogwijze Dagbladaangezien de Staats
courant van Maandag den 12 Februarij reeds
Zaturdag avond den 10 Februarij is uitgeko
men, moet de minister op den 10 der maand
een stuk van de dagteekening van den 12
hebben voorzien.
Maar wat het Dagblad in zijn ijver heeft
over 't hoofd gezien, althans verzuimt tevens
onder de aandacht van het publiek te brengen,
is, dat bij het besluit zelf de gelijktijdige plaat
sing in de Staats-Courant en in het Staatsblad
is bevolen, waaruit volgt, dat de datum dei-
uitgifte van het Staatsblad, dezelfde zijn moet
als die van de Staats-Courant, waarin het be
sluit voorkomt, en dat vermits des Zondags
geene Staats-Courant verschijnten die van
Maandag reeds twee dagen te voren gedrukt
wordt, óf de verklaring der uitgifte in de Staats-
Courant twee dagen gepostdateerd, óf de ver
klaring der uitgifte in het Staatsblad, twee
dagen geü/itidateerd moest wordenen voor
ieder die slechts eenig flaauw begrip heeft van
de betrekkelijke waarde en beteekenis der beide
genoemde ofiiciêele bladen, is het duidelijk, dat
aan het postdateren inde Staats-Courant verre
de voorkeur wordt gegeven, te meer daar de
verklaring der uitgifte, wel het Staatsblad, maar
niet de plaatsing in de Staats-Courant betreft.
Het is, gelijk wij hierboven opmerkten altijd
zoo geschied, o. a. zeer onlangs in de Staats-
Courant van 15 December 11., no. 295, en dus
den 14 reeds uitgekomen, waarin eene uitgifte:
gedagteekent den 15, voorkomt, dus eveneens
gepostdateerd.
Maar, dat alles is aan het Dagblad onver
schillig het doel om reeds dadelijk den nieuwen
minister bij het publiek in een ongunstig dag
licht te stellen is bereiktom de waarheid of
gegrondheid zijner aantijgingen is het niet ge
woon zich sterk te bekommeren.
Het verwondert ons dan ook volstrekt niet
eene dergelijke uit de lucht gegrepen beschul
diging, in het Dagblad aantetreffenpersonen
te bekladden is zijn vak; maar onaangenaam
werden wij getroffen door te zien, dat ook de
Arnhemsche Courant zich niet ontziet met der
gelijke onzin zich vrolijk te maken. Het leed
wezen over de aftreding van den heer Thor-
becke, dat wij overigens van harte deelen, mag
er niet toe leiden ten aanzien van het nieuwe
bewind, onbillijk en onregtvaardig te zijn.
Het anti-ministerieel orgaan beleeft een ge
lukkigen tijd. De kabinetsverandering geeft
gelegenheid om weder een en ander uit de col
lectie scheldnamen en hatelijkheden voor den
dag te brengenen in triomf vermeldt het alles