1866. N». 12. VRIJDAG 9 FEBRGARIJ. 53sfce Jaargang. FVV.V.V GOESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,95, fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentirn worden"» 15 et. de regel geplaatst. Geboorte», huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,30, behalve het zegelregt. De Inzending van advertentlën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Dikwijls werd van eene zekere zijde beweerd, dat liberaal eigenlijk was Thorbeckiaansch, dat men geen beginsel maar eenen persoon huldigde. Thans zou men bijna zeggen, dat zij, die het meest die stelling bestreden, de meest gegronde aanleiding daartoe gegeven hebben. Immers het wordt nu luide verkondigd, dat er geen liberaal ministerie zonder Thorbecke denkbaar is en het ministerie, waarop men zich verwacht van de Puttevan Bosse, een anti-liberaal ka binet zal zijnomdat het anti-Thorbeckiaansch zal wezen. Voor beide beweringen ontbreekt het bewijs en het is niet moeijelijk te ontdek ken dat men zich aan den persoon, geenszins aan zijne beginselen gehecht heeft. Of zal de heer van de Putte zonder den minister Thor- becke een ander man zijn, dan hij in het ka binet met dien minister was. Waar is het be wijs, dat het nieuwe ministerie dat van Thor- becke vervangen en niet opvolgen zal Gaarne scharen wij ons in de eerste gelederen van hen, die het een geluk voor Nederland rekenden dat een man als Thorbecke aan het hoofd van het kabinet stond; met diep leedwezen verna men wij zijn verzoek om ontslag; maar waarom zouden wij, eenmaal voor dat fait accompli ge plaatst de onmogelijkheid stellen, dat dezelfde regeringsbeginselen ook het nieuwe kabinet zul len leidenhet kabinet, dat in deszelfs aanblij vende leden die beginselen bewaart? Als men zegt, dat de heer van de Putte met de Thorbecki- aansche rigting gebroken heeftzonder dat daar van nog eenig bewijs geleverd werd, is dat niet, omdat hij het waagtzonder den persoon den weg door dezen gewezen te volgen. Maar zegt men, de heer van de Putte gaf toch aanleiding, dat een Thorbecke moest heengaan. Ook dit is eene scheeve voorstelling, of men moet eischendat de eerste zijne zelfstandigheid zou prijs gegeven hebben, om den persoon te be houden, aan wien, het blijkt nu, sommigen zóó hechtendat zonder hem geen liberaal mi nisterie denkbaar is. Indien de redenering der zoodanigen doorgaatdan leefde niet het libe ralisme in den heer Thorbeckemaar dan was hij daarvan het levensbeginsel, en dan volgt het natuurlijkdat zijn heengaan ons den dood aankondigt van wat wij Nederlands kracht en geluk noemden. Doch wij bejammeren den strijd, dien reeds nu wordt gevoerd en aangewakkerd waarin zoozeer doorschemert, dat men personen boven beginselen stelt; wij vertrouwen, dat de natie zich daardoor niet zal laten brengen tot vooroordeel en veroordeelenen dat zijdie waarachtig liberaal zijn, het voorbeeld van den heer Thor becke zullen volgen en elk kabinet zullen steunen dat den weg volgt waarop hij is voorgegaan. Niet onaardig schreef de heer Groen, dezer dagen, »het overboord werpen van den kapi tein geeft het regt niet van commando over het schip." Niet onaardig zeggen wij omdat hier eene zinspeling gemaakt wordt op de vroe gere betrekking van den minister van koloniën, in verband tot den last hem nu opgedragen, om een nieuw kabinet te vormen. Maar is de aardigheid ook in waarheid gegrond? Kan hier sprake zijn van een moedwillige moord tot eigen verheffing? Er is aanleiding gegeven om dat te vermoeden, door de wijze waarop, zeker niet van bevriende zijde, de oorzaak der ministerieele crisis werd voorgesteld. Er wordt veel geschre ven om dat denkbeeld ingang te doen vin den en alzoo, nog vóór het optreden van* een ministerie van de Putte, het nieuwe kabinet in verkeerd licht te stellen. Wie heeft er echter regt om te zeggen, de kapitein is overboord geworpen, waar men nog niets anders weet dan dat hij vrijwillig van boord wilde gaan. En op welke wijze hij ook van boord ginger zal toch altijd iemand zijn, die het commando op zich neemt en hem vervangt. Is het niet na tuurlijk dat dit aan den eersten stuurman wordt opgedragen? Indien deze zijn kapitein boosaardig verwijderd had, zijn regt zou hem niet zonder strenge afkeuring toegekend kun nen worden; maar wat zou men van hem zeggenals hij bij het heengaan van den ka pitein zich ook verwijderde; of zou men ook aan een of anderen ligtmatroos het beleid van het schip in handen kunnen geven.En zoo hij moedig de hand aan het werk slaatwaar eene andere, misschien meer bekwameont breekt, zullen dan de schepelingen hun belang toonen te verstaan, als zij hem met weerzin begroeten en hem dwingen, om zich ook te verwijderen of hem overboord werpenom na allerlei gezagvoerders gekozen te hebben, eindelijk misschien onder het gebied van eenen of anderen koksmaat te geraken? Indien wij in dit gewigtig oogenblik tijd vinden, om ons met woordspelingen en allegorien bezig te hou den, laat ons dan ook het zeker ware spreek woord niet vergetende beste stuurlui staan aan wal. B1NNENLANDSCHE BERIGTEN, GOES, 8 Februarij 1866. Omtrent de ministerieele crisis schrijft het dagblad, dat de heer Jolles voor de portefeuille van justitie heeft bedanktevenzoo de heer Pels Rijcken voor die van marine. Thans zou den voor de portefeuille van justitie onderhan delingen zijn aangeknoopt met den heer Gr egorif Alles echter berust op geruchten, die misschien meest afkomstig zijn van hen die berigten ge ven moeten en eigenlijk niet geven kunnen. De ministers van binnenlandsche zaken en van finantiën hebben aan de tweede kamer eene nota van inlichtingen gezondenbetref fende de adviesen, tot het nemen van maatre gelen tegen het misbruik van sterken drank; zij komen daarbij tot de conclusie, dat het be staande kwaad slechts kan uitgeroeid of be perkt worden, door zedelijke en godsdienstige ontwikkeling. Door het departement van oorlog is bepaald, dat er dit jaar op de koninklijke militaire akademie te Breda zullen worden geplaatst: Voor de dienst hier te lande: 25 kadets voor de infanterie, 4 kadets voor de kavallerie, 10 kadets voor de artillerie en 5 kadets voor de genie. Voor de dienst in Oost-Indie20 kadets voor de infanterie, 2 kadets voor de kavallerie, 8 kadets voor de artillerie en 2 kadets voor de genie. Voor de dienst in West-Indie1 kadet voor de infanterie en 1 kadet voor de artillerie\n voor het geval, dat eenige voor de dienst Hier te lande opengestelde plaatsen, door gebrek aan stof niet mogten worden aan gevuld zal het getal plaatsen voor de infanterie in Oost-Indie tot 25 kunnen worden gebragt. Ouders of voogden, die mogten verlangen, dat hunne zonen of pupillen aan het examen voor eene plaatsing als kadet deelnemen, zullen zich tot dat einde vóór 1 mei a. s. moeten wenden tot het departement van oorlog. Met leedwezen verneemt men het lang ge vreesde berigt, dat de heer Huijssen van Kat- tendijke, minister van marine, overleden is. De overledene was niet alleen in de betrekkingen, die hij vroeger en later vervulde, om zijne ta lenten geacht en geëerdmaar ieder die hem kende, had hem lief, om zijne vele beminnelijke hoedanigheden. In 1816 geboren, werd hij reeds in 1831 aan het instituut voor de marine te Medemblik als adelborst geplaatst. Hij door liep met vrucht den bepaalden studietijd, klom daarna spoedig tot hoogere rangen op, zag zich meer dan eens vereerende lasten opgedragen en in 1861 werd hij tot minister van marine be noemd. Hoe men over zijne ministerieele loop baan oordeelen moge, want ook als zoodanig had hij natuurlijk zijne tegenstanders, ieder zal hem gaarne den lof geven, dat hij zijn vorst en zijn land met gemoedelijke trouw heeft ge diend. Groot voorstander van schoone kunsten, was hij ook op dat gebied nuttig en ijverig werkzaam. In vele opzigten wordt daarom zijn verlies gevoeld en niemand die niet instemt 'in de klagt, dat hij nog in de kracht des levens aan het vaderlandaan zijne betrekkingen aan zijne vele vrienden is ontvallen. Z. M. heeft den heer Blanken, minister van oorlogtijdelijk belast met de portefeuille van marine. Wij vernemen uit eene zeer goede bron, zegt het Bat. Handelsblad, dat door den minister van koloniën magtiging is verleend omover eenkomstig het voorstel der Tndische regering,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1