1866. 6. VRIJDAG I» JANUARIJ. 53Ble Jaargang. UOKSSCIii: COIIRAAT. Be uitgave dezer C ourant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,35, fr. p- p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,30, behalve het zegelregt. De Inzending van adverténtiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave* Terwijl, bij de afwisselende geruchten betref fende eenen nieuwen minister van finantien, niemand eenige aanwijzing geven kanomtrent den vermoedelijken loop van zaken in de toe komst, is onze oppositie al ijverig in de weer, om den grond te bereiden, ten einde, zoodra de benoeming bekend is, het twistvuur weder aanteblazen. Zij zegt toch, dat er iemand be noemd worden moetwiens antecedenten den waarborg geven, dat 'slands finantien veilig aan hem kunnen worden toevertrouwd. Het is kennelijkdat dit gezegd wordtom als de benoeming plaats heeft van iemand, die aan de oppositie die waarborgen nog niet heeft ge- gegeven, te kunnen zeggen: ziet eens, hoe 's lands dierbaarste belangen in de waagschaal worden gesteld. Het spreekt toch van zeiven, datindien een bekend staatsman en finantier benoemd worden mogt, de oppositie daar geen vrede bij hebben zalomdat er in dit minis terie geen vriend van het Dagblad te wachten is. Zoo kan men zich dus in ieder geval wa penen op eene scherpe afkeuring, als eenmaal de zaak beslist zal zijn. Om die afkeuring zal men zich wel weinig bekommeren, maar het stelsel van verdachtmaking zal geregeld worden voortgezet, en is dit in het belang der natie? Niemand zal ontkennen, dat voor de gewigtige betrekking een man van bekwaamheid noodig is; dat behoeft het orgaan ons niet te komen leeren. Maar indien men zich vooraf willekeu rig gaat voorstellen, hoe de keuze uitvallen moet, dan is het niet anders als zich den weg banenom bij de benoeming te kunnen klagen. Nog op eene andere wijze volgt de oppositie hare taktiek, ook in dezen. Zij zegtdat de namen, die nu en dan genoemd worden be wijzen dat men geen bekwamen, zaakkundigen finantier in het ministerie roepen wilterwijl schier in dezelfde zinsnede gezegd wordt, dat zoolang de benoeming niet werkelijk geschied is elk oordeel over aangewezen personen on gepast moet geacht worden. Zoo neemt de oppositie den schijn aan van onpartijdigheid maar laat toch en passant een enkel woord vallenwaarmede zij haar oordeelover een mogelijk te benoemen minister, nu reeds uit spreekt. Is dat niet in tegenspraak zijn met zichzelvenis dat niet een hatelijk vooruit- loopeneen bewerken der publieke opinie waardoor kwaad wordt gestrooid? Doch wij behoeven niet te oordeelenwaar de oppositie naïf genoeg zelf verklaartdat haar ontijdig oordeel ongepast verdiend genoemd te worden. Men spreekt wel eens van menschen, die het verledene alleen en dat wel uitbundig prijzen en ziet doorgaans in hende zoodanigen, die het goede van het tegenwoordige niet opmer ken. Zonder nu dit laatste van toepassing te willen makenwillen wij toch wijzen op een voorbeeld van ingenomenheid met het verleden, dat inderdaad stout en verrassend is. Zeker dagblad schrijft: er was een gelukkige tijdnamelijk toen de mannen van het behoud aan het roer waren en er aan geene liberale ministerien werd gedacht, dat in Nederland de portefeuille van finantiën bijna eene sinecure heeten kon; dat was in den tijd toen men Gods wa ter over Gods akker liet loopen, en tevreden wasdaar men maar voor zich zeiven behoefde te zorgen. Toenen hier komt de schildering- van een Paradijsstaat, waarvan de jaarboeken onzer geschiedeniszoo wij meendennimmer gewaagden toen overvloed allenvege, een geregeld belastingstelselondanks enkele gebreken (met die kleine vlekjes moet men het zoo naauw niet nemen) toevloeijing Van ruime Indische baten (hoe die verkregen werden behoeft men niet te on derzoeken), enkel verlegenheid in de keuze om den overvloed in t beste belang der natie te besteden. 't Was hier dus vroeger een volkomen Luilek kerland, (men denke slechts aan het tijdperk van Hall en de gedwongen leening). Eigenlijk was er toen geen minister van finantien noodig. Jammer, dat wij zoo weinig gedenkteekenen zien van dien goeden tijdzoodat het schijnt, dat de mannen van die onbezorgde dagen, den overvloed geheel hebben medegenomen. Maar als er werkelijk eenmaal zulk een tijd wasis het toch jammer, dat men toen den schulden last der natie niet wat zocht te verminderen) en al die Indische baten maar steeds heeft in- geslokt. Yreemd is het zekerdat zijdie zoo het verledene verheffenniet begrijpendat zij de staatslieden van dien tijd een slecht com pliment maken, en ons doen vragenwaar is liet goede, dat zij hebben gesticht? BllNINENLANDSCHE BER1GTEN. GOES, 18 Januarij 1866. De gemeenteraad van Middelburg heeft beslo ten, een dankadres te rigten aanZ. M. den koning en den minister van binnenlandsche zaken, voor de thans bekrachtigde wettot den aan leg van een spoorweg en kanaal door Wal cheren. Omtrent de veeziekte op Walcheren, schrijft de Middelburgsclie Courant: de onteigening, af making en begraving van het vee van B. Ver- hage te Domburg heeft plaats gehad. De meest- mogelijke voorzorgen zijn daarbij genomen. Zelfs de kleederen der slagtersdie er bij werk zaam zijn geweestzijn diep in den grond be dolven. Voor het oogenblik was gelukkig geen ziektegeval op het eiland Walcheren meer be kend. Naar men uit goede bron verneemtworden van regeringswege maatregelen beraamd, om de onteigening en afmaking van gezond vee op be smette stallen te doen ophouden, daar hoe lan ger zoo meer van de onuitvoerbaarheid van de des betreffende verordeningen schijnt te blijken. Wij maken gaarne melding van een grafisch overzigt der prijzen van de witte tarwedie uit Zeeland en de eilanden van Zuid-Holland van 18401864 aan de Rotterdamsche markt werd aangevoerd, vervaardigd door de heeren gebr. van Stolk. Die heeren dringen er ook vooral op aan dat de tarwe in het vervolg, zooals in andere provinciën, per wigt zal verkocht wordenvooral omdat er evenwigt zal bestaan tusschen de wijze van aflevering per wigt, zoo als de verkooper met meel als anderzins doet, en den inkoop. Voor het buitenland zal dat van nog meer gewigt zijn. Wij kondigen gaarne deze keurig bewerkte grafische tabel aan, uit liefhebberij door de heeren van Stolk vervaardigd, en met toestem ming van prins Hendrik aan Zijne Hoogheid opgedragen. Wij zien hier een wetenschappe lijk systeem toegepast van grafische statistiek, zoo als het op vele andere vakken met vrucht wordt toegepast. Dat is een zeer verblijdend verschijnsel in den handel. Wij danken die heeren zeer voor de toezending en wij meenen geheel in hunnen geest te handelen, wanneer wij de tabel met de verklaring, voor ieder die er belang in stelt, ter bezigtiging op het bureau onzer courant neder leggen. Naar wij vernemen zal de heer Piccardt Dingsdag 23 Januarij, zijne tweede voorlezing houden en bij die gelegenheid spreken over humaniteit en humanisme. De le luitenant S. A. Vermeulenvan het 1« bataillon6e regiment infanterie te Neuzen, is naar Vlissingen overgeplaatst en wordt be last met de le klasse van het wetenschappe lijk onderwijs der onder-officieren van genoemd regiment. Wij lezen in de Stoompost eene aankondi ging van het werk van den heer J. F. W. Conradover de verdediging der zeewering van de hondsbosschen en duinen tot Petten dat in het vorige jaar door het collegie van dat waterschap werd bekroond en nu in druk is uitgegeven. De verslaggever zwaait aan dat werk wel den grootsten lof toe als hij zegt, overtuigd te zijndat zoo de voorstellen van den heer Conrad worden opgevolgd de zee weringen beveiligd zullen wezen en voegt er bij wij zien met genoegen dat de heer C. den naam van zijnen voorzaat met eere hand haaft, van wien in der tijd gezegd werd Con rad le prince de la science des ingenieurs en Hollande. Men schrijft uit 's Gravenhage aan de Mid- delburgsche Courant, dat, naar men verzekert, de heer J. P. P. van Zuijlen van Nyevelt in

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1