1866. N°.a. HOOGERE BURGERSCHOOL VRIJDAG 5 JANLARIJ. 53ste Jaargang. 180 5. BET BOUWEN DER BEKOODIGDE LOKALEN DIRECTEURS WONING SCHOOLBEHOEFTENMEUBELENENZ. f.'f ~*J9sH3 GOESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt 'üaandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,95fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a 1,30 behalve het zegelregt. De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOESzullen op Zaturdag den 20 Januarij 1866, des namiddags ten één uur, op liet Raadhuis te Goestrachten aantehesteden onder nadere goedkeuring van den gemeente- Raad VOOR DE MET ALDAAR, waarvan aanwijzing zal geschieden op Don derdag en Vrijdag den 18 en 19 Januarij 1866, des voormiddags ten 10 ure, terwijl inmiddels informatien kunnen verkregen worden bij den heer J. H. HANNINK Opzigterte Goes. Dit Bestek met de daartoe behoorende Plan- teekeningen zullen ten Raadhuize ter inzage liggen van af den 8 Januarij 1866 tot den dag vóór de besteding, zullende het bestek aldaar voor belanghebbenden verkrijgbaar zijn tegen betaling van 9, Onmiddellijk na deze besteding zal worden overgegaan tot het aanbesteden der en wel in drie perceelenwaarvan het bestek en de daartoe behoorende teekeningen ten Raadhuize ter inzage zullen liggen van af den len 8 Januarij 1866 tot daags vóór de aan- icsteding. Gedaan te Goesden 28 December 1865. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. C. PILAAR. H. Waar wij van de groote mogendheden van ïuropa gewagen, mag op meer dan eene het >og met welgevallen rusten. Engeland ging rustig voorwaarts, niettegen staande de leider der openbare zaken, de teregt beroemde lord Palmerstonin het afgeloopen aar, den tol aan de natuur betaalde. Nog altijd blijft de vraag: of het nu gewijzigd mi nisterie even krachtig zal zijn, of de voorgeno men hervorming van het verkiezingstelsel hare voltooijing nadert; maar de innerlijke kracht van het volk en de gehechtheid aan de groote beginselen van vrijheid en vooruitgang, geven alle hoop, dat wat ook de loop der zaken zij, alles zonder groote schokken zal geschieden. De energie, waarmede de oproervaan der Feni ans wordt nedergeworpendoet op nieuw zien, is Engeland een dat bij de Engelschen eene kalmte en beraden heid heerscht, die de vervulling der schoonste uitzigten waarborgt. En hoe groot dan ook het verlies was, dat door den dood van den grijzen staatsman werd geleden, in geen land misschien brengt zulk een verlies minder ver andering te weeg. Want hoe men zich ook daar vaak veel aan personen hecht, beginselen staan op den voorgrond en er is daar meer noodig, dan de verwijdering van eenen enkelen leider, om de rigting van het staatsbestuur te veranderen. In dat opzigt voorbeeld voor andere staten. Rusland gaat even als Zweden voort op den weg van kalmen vooruitgang, en beiden wijzi gen hunne instellingen, in overeenstemming met den geest van onzen tijd, wel niet zonder tegenstandmaar toch onder goedkeuring der meerderheid. In het laatste rijk gaf nog on langs de aanneming van het plan tot wijziging- der constitutie groote vreugdeen niet zonder reden ziet men verdere ontwikkeling vertrou wend en blijde te gemoet. Voor Rusland is de taak zwaarder en van grooter omvang. Maar de vorsten, die het karakter van hunnen tijd niet miskennen, worden in hun pogen gesteund door de verlichte meerderheid hun ner onderdanen. Slechts het eigenbelang en de gehechtheid aan oude vooroordeelen staat hun nog in den weg. Maar de vaste hand waar mede het werk is aangevangen en de zekerheid, dat zij eene natuurlijke rigting volgen, eene diepgevoelde behoefte vervullen, doet de hoop leven, dat, zij het ook langzaam, het oogmerk zeker zal worden bereikt. Denemarken volgt in dezelfde beweging nog niet moedeloos door den verraderlijken slag die het van andere mogendheden ontving. Yerkort in zijn gebied, schijnt het verjongd in ijver, om zijne onder danen gelukkig te maken. Langs dien wordt aan hen, die zich van Denemarken los rukten, meer en meer bevestigd, dat zij een dwaze stap deden, waarover het hun nog wel lang berouwen zal. Een merkwaardig contrast met de laatstge- noemde staten levert nog altijd Pruissen op waar de vrijheid zich oplost in eene algemeene permissie om naar de pijpen van von Bismarck te dansen. Willekeur zit daar op den troon schoon men den vorst daarvan niet beschuldi gen kan en het volk, zoowel als deszelfs ver tegenwoordigers, blijven tot hiertoe eene lijde lijke houding aannemen, al ontbreekt het niet aan maatregelen die in ieder ander land als de vonk in het kruid zouden hebben gewerkt. Het eenige waarmede de Pruissische regering haar gedrag bij het volk kan verbloemen is juist dat, waardoor die zelfde regering zich in het oog van geheel Europa schandvlekt. Zij zoekt haar gebied te vergrooten en heeft daartoe een ijzeren hand gelegd op de hertogdommen Sleeswijk en Holstein die zij aan de kroon annexeren wil, om ze onder denzelfden looden scepter te doen bukken. Of de overige mogend heden dat geheel lijdelijk zullen laten gaan; of de hertogdommen zelve zonder slag of stoot zullen bukken; of Oostenrijk zich zal laten ont nemen wat het eenmaal duur genoeg hielp koopen; dat alles zal de tijd leeren maar dat de toestand in Pruissen op zich zeiven, en in verband tot den algemeenen tijdgeest, gedurig meer eene onmogelijkheid wordt, is wel voor allen duidelijk behalve naar het schijnt voor hen die het eerst geroepen zijn om daarin verandering te brengen. Oostenrijk blijft onder de groote staten ge teld worden om den omvang van zijn ge bied maar overigens verdient het naauwelijks onder de groote mogendheden genoemd te wor den. Het maakt zich een naam door zijne ef- fekten, die nog altijd gewild zijn en in aantal toenemen maar op de schaal der moraliteit weegt het nog minder, nadat het met Pruissen gemeene zaak maakte, in de onderdrukking der nationaliteit van het volk dat het heette te zullen bevrijden, en omdat het, hoe ook in som mige opzigten schijnbaar vrijgevig nog altijd in menige daad toont, dat het slechts schoor voetend het spoor van andere volken volgt. Bij al de zorgen die het heeft, voor zijn schatkist, voor de juiste onderlinge verhouding der onder scheidene deelen van het rijk voor de bewa ring van het steeds bedreigde Venetiekan Oostenrijk geen kracht naar buiten ontwikkelen en blijft het, in vele opzigten, beneden de ver wachting, die men van eenen zoo grooten staat zou mogen koesteren. Maar ook op dat rijk vooral drukt het wigt van eenen invloed die overal den vooruitgang zoekt tegen te houden, en die niet 'wijken zal vóór de zegepraal des lichts alle magten der duisternis heeft te niet gedaan. In de kleinere Europesche staten heeft het afgeloopen jaar weinig verandering zien plaats grijpen. Alleen Belgie beleefde, in de laatste dagen van het jaar, een hoogstgewigtig moment, daar de dood het eenen koning ontnamdie jaren lang als de nestor der Europesche vorsten werd vereerd, en die Belgie voor altijd en groo telij ks aan zich verpligt heeft. De dood van Leopold I was dan ook eene gebeurtenis, waarin allen deelden die met zekere huivering werd tegemoet gezien, om de verwikkelingen die er uit zouden kunnen voortvloeijen. Wij kunnen niet nalaten een woord van hulde te spreken, waar wij den eersten koning der Belgen ge denken, want de roem, die hij zich verworven had, was wel verdiend. En wie zou niet hopen dat zijn zoon het aangewezen spoor moge vol gen. De eerste dagen zijner regering gaven daarvoor goede hoop. Maar er is ook noodig, dat de treurige partijschappen ophouden die Belgie immer bedreigen. Des konings bestuur moge daartoe krachtig zijn en het gezond ver stand der natie doe ze spoedig voor goed een einde nemen. hl

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1866 | | pagina 1