T
Benoeming.
BUITENLAND.
■A}/- i.-y-A A
V. k V|'^1^y^'"'wt?^ 'f y T
Men bnrigt^AiSffi-vixifc'v^ernéldingendat in
den nacht' van Tf'.,D%|^ag>ap Woensdag, ruim
12 ure brand' ortfstond, dp de zoogenaamde
rijkswerf bij bet "kanaal aldaar. (Eene plek
grond met gebouwen en loodsen tot berging
van materialen enz.) De oorzaak wordt in de
smederij gezocht, doch hoe de brand ontstaan
is, weet men niet. Zij heeft zich naar weers
zijden uitgebreid. Behalve de smederij is aan de
eene zijde een houtloods benevens eene woning
met de helft van den inboedel, en aan den anderen
kant een stal met nog een woonhuis afgebrand,
terwijl daarbij een varken en eene geit om
kwamen. Bovendien is door het omvallen van
een schoorsteen een werkman ernstig gekneusd.
Bij eene gelukkige windstilte is het daarbij
gebleven, anders had het er erg kunnen toegaan.
Door de vereenigde pogingen der spuitgasten
van Wemeldinge en Yerseke en door de ge
paste maatregelen van den aannemer Bolier
den burgemeester en verdere leden der brand
weer gelukte het den brand meester te worden
en de verdere gebouwen te behouden.
De schade komt grootendeels voor het rijk,
behalve nog een hoop turf van genoemden
heer Bólier.
Zooals reeds vroeger gemeld werdis door
den gemeenteraad van Middelburg gevraagd, om
ten aanzien van de wijziging der gemeentewet
op het stuk der belastingen, tot de uitzonde
ringen te behooren, en heeft de minister dien
overeenkomstig eene voordragt aan de Tweede
Kamer gedaan. Nu hebben, gelijk ook reeds
bekend is, eenige ingezetenen een adres aan
de Staten-Generaal gesteldwaarbij verzocht
wordt, dat die voordragt niet zal aangenomen
en Middelburg niet onder de uitzonderingen
opgenomen zal worden. Dat adres is verzonden
met 282 handteekeningen, Doch nu is in den
gemeenteraad, door den heer Lambrechtsen voor
gesteld om het eenmaal genomen raadsbesluit
te dezen aanzienmet eene memorie van toe
lichting te doen drukken, tegen lagen prijs
verkrijgbaar stellen en daarvan afdrukken te
zenden aan de Stat.-Gen. De voorsteller is van
oordeel, dat in het adres de zaken niet geheel
juist zijn voorgestelddat de namen der onder
teekenaren gewigt bijzetten aan den inhoud en
dat een en ander door verkeerde beschouwingen
over den gemeenteraad bij de gemeente zouden
kunnen voorkomen. Het voorstel, dat door den
heer Si/Jlé werd ondersteund, zal in eene vol
gende vergadering behandeld worden. Intus-
schen heeft de burgemeester zijne bevreemding te
kennen gegeven, dat ingezetenen opkomen tegen
een besluit van den gemeenteraaddien zij zelve
hebben helpen kiezen. Wij nemen de vrijheid
daarbij aanteteekenen, dat de burgemeester van
Middelburg of een blindelings goedkeuren wil
van de overleggingen en besluiten van den
raad, iets dat zoo wat uit den tijd is
of zich de illusie maakt van eene volstrekte
overeenstemming in alles, van de kiezers met
de door hen gekozenen. Indedaad men ziet
vreemd op bij deze bevreemding en zou ge
neigd zijn te vragen, of hetgeen de Middelburg-
sche burgemeester schijnt te willen, voor als
nog wel mogelijk is en of, zoolang wij hier
met onvolmaaktheidook bij de mannen der
regering te doen hebbener niet wel iets voor
te zeggen is, dat de burgerij haar oordeel eens
laat gaan over de raadsbesluiten en dat zij, bij
verschil van opinie, bescheidenlijk hare meening
zegge. Wij gelooven zeker, dat ieder kiezer, ook
als hij voor den gemeenteraad zijne stem moet
uitbrengen, den besten kiest, dien hij maar
vinden kanmaar al had hij ook eene speci
aliteit van den eersten rang ontdekt, zoo is
toch zijne uittebrengen stem niet te beschouwen
als een bon, waarbij hij a priori alles goed
keurt, wat de gekozene zal verkiezen te pro
duceren of helpen produceren.
Z. M. die koning heeft benoemd als leden
en plaatsvervangers van den geneeskundigen
raad in Zeeland:
Tot ledendr. J. C. van den BroecJce, te Middel
burg; dr. K. Broes van Dortte Goesdr. J.
C. de Man te Middelburg; dr. P. A. van Tho-
renburgte Aardenburg, dr. N. J- F. Verschoorj
te Goes; dr. E. J. F. P. J. G. Vogelvangerte
Hulst; F. P. J. Was, heel- en vroedmeester
te OosterlandJ.J. Baertapotheker te Middel
burg; S. G. N. van dir Grijpid. te Zierikzee;
D. J. J. Marinissenid. te Middelburg, mr. J.
Snyderte Veere; tot plaatsvervangende leden:
dr. P. Berdenis van Berlekom te Middelburg;
dr. M. II. Damme, te Middelburg; dr.IJ. Keyzer
te Middelburg; dr. S. D. de Wind, te Mid
delburg; II. B. Maal Henry, heel- en vroed
meester te Oostburg; J. P. Snoep, id. te Wol-
phaartsdijk; P. M. de Ligny, apoth. te Middel
burg; II. P. Winkelman, id. te Vlissingen.
Op verzoek eervol ontslag verleend aan den
heer K. de Back als gezworen van den Oost-
polder, gemeente Krabbendijke.
ALGEMEEN OYERZIGT.
Nog altijd blijft het nieuws uit, op politiek
terrein, en men behelpt zich met het bespreken
van zaken van ondergeschikt belang, met gis
singen omtrent mogelijke gebeurtenissen, en
gaat daarbij wel eens verder, dan men verant
woorden kan. Zoo bijv. houden Fransche dag
bladen zich onledig met beschouwingen over
de aanstaande zitting van het wetgevend lig-
chaam. Zij wijzen alle wetten aandie in
beraadslaging zullen komen, alle verbeteringen
die de heer Walewsly in de inrigting der kamer
brengen wil. Zij noemen de redenaars al op
die over dit en dat onderwerp zullen spreken.
Er ontbreekt slechts aan dat men de volzinnen
opgeeftdie zij zullen uitsprekenVolgens de
jongste verzekeringen zou de heer Thiers, wiens
woord altijd nog al indruk maakt in de kamer,
drie malen als spreker optredeneens over de
staatkunde, eens over de finantien en eens over
den toestand van den H. Stoel. Maar het fraaiste
van de zaak is, dat de heer Thiers waarschijn
lijk zelf nog niets van de zaak weet.
Waarheid is het intusschen, dat prins Napo
leon te Parijs is teruggekeerd en dat hij reeds
een bezoek op de Tuillerien heeft afgelegd.
Omtrent de bezuinigingsplannen wordt nu
weder zeer twijfelend gesproken. De minister
van oorlog houdt de onmogelijkheid vol om bij
het leger bezuiniging intevoeren en zijn raad
schijnt bij den keizer gereden ingang te vinden.
Te Dublin wordt het proces der Fenians voort
gezet, maar de belangstelling in die zaak be
gint merkelijk te verflaauwen. Slechts wanneer
er nu en dan sprake is van den een of ander
van die partij wiens naam bijzonder bekend
is, toont het publiek eenige nieuwsgierigheid.
Omtrent den beruchten Stephens, die ondanks
zoovele ijzeren deuren en traliën heeft weten
te ontsnappen verhaalt men dat hij te Parijs
is aangekomen; dat hij in persoon naar de
Engelsche ambassade zich begeven heeft, om daar
zijn kaartje aftegeven. Een Iersch blad zegt,
dat zijne uitlevering gevraagd is door het En
gelsche gouvernementmaar dat het kabinet
der Tuilerienop grond van het misdrijf waar
voor Stephens gevangen genomen is, die uitle
vering geweigerd heeft.
Er is een gerucht, dat Pruissen een nieuw
middel zou hebben ..uitgedacht, om zich van
Sleeswijk en Holstein meester te maken en den
tegenstand van den hertog van Augustenburg
te verijdelen. Men zou namelijk dien vorst den
titel van hertog van Sleeswijk-Holstein geven
en hem het regentschap over de hertogdommen
opdragenhetwelk dan in zijn geslacht erfelijk
zoude zijn.
Omtrent de Grieksche regering en de Pause
lijke schatkist blijven de berigten even treurig.
Het een is even zoo verward als het ander en
het geneesmiddel schijnt men niet te vinden
schoon het vooral den paus niet ontbreekt aan
handen die zich voor hem uitstrekken, maar
ze worden niet gevuld.
De begrafenis van den koning van Belgie
heeft Zaturdagmet het voorgeschreven cere
monieel plaats gehad, en moet een prachtig
schouwspel hebben opgeleverd. Een onafzien
bare stoet volgde den koninklijken wagen.
Ofschoon men reeds ten elf ure Brussel verlaten
hadwas het lijk niet vóór half drie uur in de
kapel te Laken. Vóór dat het lijk uit het pa
leis gedragen werd is door den predikant Becker,
hofprediker van koning Leopold, eene lijkrede
gehouden en in de kapel te Laken is nog eens
het woord gevoerddoor den heer Vent, pi edi-
kant te Brusselwelke laatste rede door gezang
afgewisseld werd. De lijkkist is naast die dei-
vroeger overledene koningin nedergezet, maar
rust niet in gewijde aarde.
Had zich Zaturdag de menigte in eerbiedige
stilte verdrongen, om getuige van de sombere
plegtigheid te zijn, den volgenden dag liet de
juichende menigtevrolijk en opgewonden als
zij was, naauwelijks plaats om den nieuwen
koning een weg te banen naar het paleis der
vertegenwoordiging, waar hij den eed zou af
leggen. Met de meeste geestdrift werd de jonge
vorst overal op zijnen weg toegejuicht en ook
de koningin viel menig bewijs van belangstel
ling te beurt. Aangekomen in de vergaderzaal
der vertegenwoordigers, waar tevens alle de
vreemde vorstenbenevens alle de edelen des
lands zich vereenigd haddenlegde de vorst
eerst den eed af en sprak daarna eene rede
uit, die naar men zegt, de vrije uitdrukking
was van des vorsten overtuiging en gevoel,
daar niemand der ministers zelfs geweten had
dat Z. M. eene rede zoude uitspreken. De
vorst heeft daarin onder anderen zijn wensch
uitgedruktdat de verschillen op staatkundig
gebied getemperd mogen worden door dien geest
van nationale broederlijkheid, waardoor op dit'
oogenblik alle kinderen van het Belgische gezin,
om hetzelfde vaandel geschaard stonden. Voorts
zeide Z. M.Door voorttegaan op den weg van
werkzaamheid en verstandigen vooruitgang, zal
Belgie meer en meer zijne instellingen naar
binnen bevestigen en zal hetwat het buiten
land aangaatde achting behouden waarvan
de mogendheden, die zijne onafhankelijkheid
waarborgen en de andere vreemde staten 'bij
voortduring de welwillende getuigenis hebben
gegeven. De koning is gedurende zijne rede
herhaaldelijk toegejuicht en aan het einde is
hetleve de koning en de koningin! tallooze
malen herhaald. De vorstelijke personen heb
ben zich daarna vertoond op het balcon van
het paleis Denzelfden dag hebben de senaat
en de kamer van volksvertegenwoordigers zich
en corps naar den koning begeven en in rede
voeringen, bij monde der voorzitters, den vorst
gehuldigd. Daarmede zijn de plegtigheden af-
geloopen en is een nieuw tijdperk in de ge
schiedenis van Belgie geopend.
Bij gelegenheid der voltrekking van het
huwelijk van prinses Alexandrine te Berlijn
heeft, naar oud gebruik, ook de zoogenaamde
fakkeldans plaats gehad; die bij dergelijke ge
legenheden aan het pruissische hof is voorge
schreven. Onmiddellijk na den maaltijd die op
de huwelijks-voltrekking volgde had deze plaats.
De ministers en andere rijks grooten namen de
zoogenaamde fakkelsbrandende waskaarsen
in de hand en schaarden zich twee aan twee.
Daar tusschen wandelde de jonggehuwde vorstin
eerst met den koning en daarna met elk der
mannelijke leden van de-vorstelijke familie en
deed met dezen de rondte door de zaal. De
bruidegom volgde op gelijke wijze telkens met
eene andere vorstin van de familie aan den arm
en ging evenzeer het gezelschap rond. Zoo mogt
het echtpaar twee-en-twintig wandelingen maken
door de zaal. Daarna werden zij door de mi
nisters met hunne kaarsen naar hunne appar
tementen geleid en daar mede was de bruilofts-
plegtigheid en de traditioneele dans afgeloopen.
In Engeland begint men er meer en meer
aan te denkenom aan de arbeidende klassen
op zaturdag-avond eene goedkoopere en betere
uitspanning aan te bieden, dan de herberg.
In de meeste groote steden worden daartoe
volksconcerten gegeven, waar het volk tegen
15 cents entree de persoon in de gelegenheid
is goede muziek in een goed lokaal te hooren.