1865. V. 87. VRIJDAG 10 NOVEMBER. 53sle Jaargang. &««*- Bij dit nommer behoort als bijblad het laatste gedeelte van het verhan delde in den gemeenteraad op 28 Oc tober jl., hetwelk, om de uitgave heden avond niet te vertragen, morgen zal volgen. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. BUITENLAND. 60ESSCHE COliRAXT. De uitgave dezer Courant geschiedt Alaandag en Donderdag avond, nitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,55, fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden"# 15 ct. de regel geplaatst. Geboorte huwelijks- en doodberigten van 1-fi regels a ƒ1,20, behalve het zegelregt. De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave- In het voorloopig verslag van de tweede ka mer, omtrent het hoofdstuk der begrooting voor het departement van oorlog, was o. a. gezegd dat naar het begrip van vele leden, de gedurige verandering in de uniform der soldaten, om de kostbaarheid daarvan, aanmerking had uitge lokt. De minister antwoordt daarop eenvou dig, dat hij zich niet begrijpen kandat men de verandering kostbaar vindt en voegt er bij over het meer of min sierlijke van de uniform kan men van gevoelen verschillen, maar dat is eene kwestie van smaakwaarover gelukkig zelden of nooit eenstemmig gedacht wordt. In het afgetrokkene heeft de minister, met deze laatste bewering, volkomen gelijk, maar de gevolgen van die stelling zijn niet bemoe digend voor ons leger. Juist omdat de srhaak van den eenen minister met die des anderen verschilt, is het dus te verwachten, dat mi- nisterieele veranderingen ook telkens uniform veranderingen zullen medebrengen. De offi cieren en soldaten die waarlijk niet klagen zullen dat zij met een te groot traktement bezwaard zijn, hebben dus het vooruitzigt dat zij nooit uit de finantieële moeijelijkheden geraken, indien de ministers, zooals wel eens gebeurt, elkander met betrekkelijke snelheid afwisselen, en het leger wordt zoodoende een levende modeplaat, waarop de minister zijne kleedings-theorien, zijn smaak ten toon stelt. Of dat nu voor onze dapperen een aangenaam verschiet oplevert, durven wij betwijfelen en juist, omdat de schatkist er niet door bezwaard wordt, maar dergelijke ministerieele smaak- fantasien op al de rangen van het leger druk ken meenen wijdat het verschil van smaak in dit opzigt geen zoo gelukkig verschijnsel is, als de minister zulks doet voorkomen. Er is echter iets karakteristieks in deze ministe rieele bewering wanneer men haar hoort uit den mond van een der leden van het kabinet. Met elke ministerieele verandering wordt iets aan de uniform veranderd; het leger blijft natuurlijk hetzelfde; jagers, tirailleurskanon niers blijven stand houden, maar het kleed waarin zij zich vertoonen, verandert. Zij doen zich voor naar den smaak van den minister en kleeden zich nietzooals zij doelmatig achten of zooals een bestaand gebruik voor schrijft, maar zooals het bon-plaisir van den nieu wen minister dat wil. Hoe zulk een hooggeplaatst persoon den magt heeft, om de personen met een ander kleed te omhangen, dan zij gaarne dragen zouden en het oog van den blooten toeschouwer te misleiden! Maar ééne zaak is gelukkig en wij meenen haar ook op ons leger te mogen toepassen: hoe de smaak van de ministers verschille, om het leger te kleeden, de geest die ons leger bezielt verandert niet. Met die gestadige afwisseling en onder eiken uniform ookdie men het laat aantrekken, blijven de gemoederen met denzelfden zucht voor vaderland en vrijheid bezield. En heeft de minister de magt. om elk oordeel over zijn smaak, bij het leger, onder den rok te doen blijven, voor de natie is het gelukkig verze kerd te kunnen wezen, dat de ministerieele smaak, in het kleed ons getoond, niets ont nemen kan aan de zelfstandigheid, die immer den Nederlandschen krijgsman kenmerkte. Per telegraaf.) Bij de Tweede Kamer is in gekomen een ontwerp van wet tot onteigening ten behoeve van den spoorweg, van Goes langs Middelburg naar Vlissingen, en voor het kanaal van Vlissingen naar Middelburgmet daarbij behoorende werken. Per telegraaf.) De Tweede Kamer heeft hare werkzaamheden hervat. De beraadslagingen over de staatsbegrooting voor 1866 zijn bepaald op aanstaanden Maandag ten elf ure. Dingsdag werd de najaars vergadering der provinciale staten van Zeeland door den com missaris des koning geopend. Afwezig waren de heeren Callenfels, Blaaubeen en Buteux met kennisgeving; zonder deze, de heeren Onghena, E. Risseeuw, Sergeant en de Smidt. Eerstelijk wordt kennisgegeven van de ingekomen stukken; eenigen op de griffie ter inzage gedeponeerd. Door de heeren van den BoschVis en Kakebeeke is een schriftelijk voorstel ingediend, om gede puteerde staten uittenoodigen, gedurende deze zitting een reglement tot wering der runderpest te ontwerpen, waarbij op den voorgrond staat, afmaking van ziek en verdacht vee, behoudens schadeloosstelling; door de heeren VisRisseeuw HombashBijbau en Moolenburgh het voorstel tot indienen van een adres aan Z. M. den koningmet eerbiedig verzoekdat een ont werp van wet in gereedheid gebragt worde, ter voorziening in de dringende behoefte aan wet telijke regeling der veeartsenijkunde in Neder land. Beide voorstellen zijn verzonden naar de afdeelingen, waarin de vergadering bereids was gesplitst. De zitting werd daarop verdaagd tot Donderdag 1 ure. De Middelburgsche Courant zegt: Naar wij vernemen ligt het wets-ontwerp tot vaststel ling van de rigting van den spoorweg, van Goes naar Middelburg en Vlissingenmet de daarmede in verband staande werkenzooals de afdamming van het Sloe en het kanaal van Vlissingen naar Middelburg en verande ring van de haven van Middelburggereed en zal eerstdaags bij de tweede kamer worden ingediend. Uit het antwoord op het voorloopig verslag omtrent het hoofdstuk der begrooting binnen- landsche zaken blijktdat omtrent de meening, dat men zal moeten trachten de Ooster-Schelde op eens en in één saisoen aftesluiten, geen verschil van gevoelen bestaat. Uit dien hoofde zal dit werk, daar het kanaal door Zuid-Be veland eerst omstreeks de helft van het vol gende jaar voor de scheepvaart kan worden geopend, tot het voorjaar van 1867 moeten worden uitgesteld. Aan het in exploitatie brengen van de baan tusschen Goes en de Ooster-Schelde, kan niet worden gedachtvoor dat de dam ter verbin ding van Zuid-Beveland met Noord-Braband gereed zal zijn. In de N. Rott. Cour. van heden komt een berigt voor uit Kapelle waarin gezegd wordt, dat onder 's Gravenpolder reeds drie beesten aan de runderziekte overleden zijn. Wij meenen gerust te kunnen verzekerendat dit berigt geheel bezijden de waarheid is en betreuren het, dat men op die wijze, door leugenachtige be- rigten, het publiek onthutst en eene zaak, die op zich zelve treurig genoeg is, nog veel erger aanzien geeft. Wij meenen met zekerheid te kunnen be- rigtendat tot hiertoe geene andere gevallen der runderziekte zich in ons eiland hebben voor gedaan. De verdachte runderen zijn geslagt en voor het gebruik geschikt bevonden. Er is dus voorshands geen reden, om zich over het ge beurde, hoe ernstig ook, tot angstige bezorgd heid te laten brengen. Gisteren had er te Breda eene verkooping plaats van een nog weinig bekend paardenras, af komstig van Reijkiawik (IJsland). De taille is die der gewone hitten, zij zijn sterk van bouw, stellen zich met het gewone voeder der ezels te vredenen zijnvoor zoo verre het zich laat aanzien, met goed gevolg te ge bruiken voor de dienst onzer hovenieren en kleine pachters. De leeftijd dezer dieren was van 4 tot 6 jaar, en zij gingen vlot van de hand van 70 tot 100, zoodat men grooten aanvoer mag verwachten. ALGEMEEN OVERZIGT. Ofschoon de verkiezingen voor het Italiaan- sche parlement, meestal gunstig voor het minis terie zijn uitgevallen, is dat ministerie, vooral deszelfs voorzitter, daarmede maar weinio- te vreden. Er schijnt dan ook oneenigheid in het kabinet te bestaan, die tot meer of mindere wijziging aanleiding kan geven en die waar schijnlijk niet bevorderlijk wezen zal aan de zamenwerkingtusschen de regering en de ka-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 1