1805. N-.83. VRIJDAG 37 OCTOBER. 53ste Jaargang. Kif?* *jfeA ^23— GOESSCHE COlïRA\T. 5)e uitgave dezer Courant geschiedt Siaandag en I>onderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,55, fr. p. p. ƒ1,90. SST 0* -11! V-i ft? fh fiyf Gewone advertentie»» worden a 15 ct. de regel geplaatst. Geboorte huwelijks- en doodberigtcn van 3-6 regels ƒ1,26. behalve het zegelregt. |}e inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave^ OPENBARE VERGADERING VAN DEN Gemeente-raad te CSoess TEN RAADHUIZE ALDAAR OP ZATÜRDAG DEN 28 OCTOBER 1865 DES AVONDS TEN 6 URE. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1 Mededeeling van ingekomen stukken. 2 Gemeente-begrooting voor 1866. DE GEMEENTE-BEGROOTING. Binnen weinige dagen zal eene belangrijke aangelegenheid bij den gemeente-raad behandeld worden; de begrooting voor het jaar 1866. Al aanstonds trekt bet de aandacht, dat die begroo ting aanzienlijk booger is, dan die voor 1865. Toen toch bedroeg het eindcijfer 70395,05 en thans 75644,81'. Maar ook gelijktijdig moet daarbij opgemerkt worden dat zeker bier de vermeerdering van behoefte en uitgaven een ge volg is van meerdere ontwikkeling, dat die uit gaven verhoogd zijn door meerdere kosten voor het onderwijs, voor bijzondere werken, en wat het voornaamste is, dat de verhoogde begrooting- som geene meerdere lasten legt op de burgerij. Het eerste hoofdstukontvangsten wegens vroegere dienstenwijst wel geen hoog cijfer aan, maar 'tis niettemin altijd een goed begin, als er niet gewezen moet worden op een kwaad slot van vorige dienstwaarvan het cijfer later weder onder de uitgaven moet voorkomen. De som van 409,87 goed slot over de dienst van 1863 opent den rei der inkomsten. Het vol gende hoofdstuk, opbrengst van gemeente-eigen dommen cijnsen en erfpachten levert geen hij zonder verschil niet de vorige begrooting op. Toch is dat cijfer hooger, deels door nieuwe uit giften van grond ter bebouwingen dat is zeker een verblijdend verschijnsel, deels door toevallige omstandigheden, die altijd oorzaak zijn, dat het eindcijfer van dit hoofdstuk fluctueert. Op hoofdstuk III, belastingen en hefiingen heeft de wijziging der gemeentewet op dit stuk, invloed gehad. De hoofdelijke omslag is 1000 minder bepaald dan ten vorigen jare en nu be paald op 20,000. De sas- en havengelden zijn daarentegen ruim ƒ1300 hooger geraamd, op grond van het bedrag in het vorige jaar. Die verhoogde ontvangst is het gevolg van de vermeerderde scheepvaart, door de behoefte voor den aanteleggen spoorweg, en bewijst dus, dat het vermeerderd vertier door uitbreiding van communicatie, die voor de ingezetenen zoo wel dadig isook op de gemeente-finantien veel zijdig ter verbetering werkt. In hoofdstuk IV komen ook de uitkeeringen van het rijk voor, die een gewigtigen steun aan onze finantien geven, terwijl hoofdstuk V bijna volkomen gelijk is met dat van het vorige jaar. Als wij nu verder daar tegen over stellen dat het tweede deel der begrootingde uit gaven, een aantal posten zal aanwijzen, die voor het eerst voorkomen en daarop zullen blijven ja welligt vermeerderendan is het een ver blijdend verschijnsel, dat de uitbreiding der be hoefte, niet alleen geene nieuwe lasten ditmaal noodzakelijk maakte maar dat hier op geene buitengewone ontvangsten gerekend wordt, dat de uitgaven de krachten der gemeente niet te boven gaan, en dat dus het duidelijk bewijs ge leverd wordt, hoe waar het is, dat de afschaffing der accijnsen niet alleen geen nadeel aanbrengt, maar dat zij het welvaren, de ontwikkeling der gemeente in de hand werkt en eene belangrijke vereenvoudiging daarstelt, die ook al weder voor deel geeft. Het eerste hoofdstuk der uitgaven geeft eene beduidende maar verblijdende vermeerdering te zien, omdat daarop de kosten voor de hoogere burgerschool zijn uitgetrokken. Eene som van ƒ19375 voor het onderwijs, nog te vermeerderen niet hetgeen voor onderhoud der gebouwen, enz. geraamd wordt, mag met regt belangrijk heeten. Men zegge echter niet, dat de som te hoog zoude zijn. Wie dat meent, omdat onze gemeente klein is, vergeet, dat de kleine magten belangrijk kun nen zijn, wanneer zij slechts innerlijke gehalte hebben, en dat deze alleen door uitbreiding van degelijk onderwijs kan verkregen worden. Wie de som te groot acht voor de finantieele krach ten, moet blind zijn voor hetgeen de inkomsten aanwijzen en onverschillig voor het wezenlijk welzijn der burgerijwaarvoor zelfs geene lasten te zwaar kunnen zijn. Wij vertrouwen dan ook, dat er een tijd zal komen waarin men deze uitgaven niet alleen regtvaardigtmaar veel meer zich verblijdt, dat geene kleingeestige be denkingen daarvan terug hielden. De kosten van onderhoud, aanleg en vernieu wing bedragen over het algemeen minder, omdat er ditmaal geene zoo belangrijke herstellingen zijn aan het sas, en in het vorige jaar de onkos ten eener nieuwe brug moesten gedekt worden. Overigens zijn vele posten hooger, maar behalve dat deze geene blijvende posten zijnvalt het in het oog, dat zij meestal strekken tot eene verbetering, die weder voor de toekomst voor deel aanbrengt en met plannen ter uitbreiding van de staddie niet anders dan met welge vallen kunnen worden begroet. Indien wij eenige aanmerking hebben op deze hoofdstukken, het zou zijn dat menig werk nog voor memorie wordt uitgetrokken omdat men opzien heeft tegen de kosten daarvoor gevorderd. De vraag zon zijn of ook in dezen niet de radikale weg moest worden ingeslagen. Partieele verbeterin gen hebben altijd dit bezwaar dat men nooit aan het einde is, en wat inderdaad noodig is, wordt door uitstel grooter en dringender en kost dan dikwijls nog meer. Het hoofdstuk van renten en aflossing is ver meerderd door de jaarlijksche aflossing van de som, voor de nieuwe brug enz.genegotieerd maar het blijkt nu, zoo als reeds ten vorigen jare werd aangetoond, dat daarmede geen al te groot bezwaar is geboren. Jammer zouden wij met velen zeggen, dat daaruit ook niet verdwe nen is die post van aflossing van schulden, door het voorgeslacht gemaakt en die aan de uitvoe ring van nuttige werken altijd belangrijk in den weg staat. Wij willen dien last niet af schudden, om daarmede te kort te doen aan erkende verpligting. Maar wat bezwaar zou er zijn dat die aflossing werd uitgesteld. Hoe meer men thans aanwendt, om de kracht der gemeente te versterken, hoe gemakkelijker later de opruiming dier ongelukkige nalatenschap geschieden kan. Uit het hoofdstuk der ver- pligte uitgaven vervalt de post voor vergoeding aan het rijk van 2 ten honderd van de Vs der personele belasting indien ten minste de wet door de tweede kanier aangenomenhaar verder beslag krijgt. Eene vermindering van 395,53 zal daarvan het gevolg zijn. Met betrekking tot de laatste hoofdstukken der uitgaven valt slechts weinig op te merken. Onderhoud van gebouwen, waarbij nooit meer dan het volstrekt noodige wordt in aanmerking genomen, is eene zaak waarop slechts dan bij zonder moet worden gelet, wanneer geheel bij zondere uitgaven worden voorgedragen. Dat is dit jaar het geval niet. Onder de afdeeling subsidien zien wij voor het eerst niet genoegen de verplegingskosten van bedelaars enz. ver dwijnen, die nu door het burgerlijk armbestuur zullen gedragen worden. Er is ook op eene mindere sterfte bij de armen gerekend, daar er 20 minder voor doodkisten wordt uitgetrok ken. Misschien staat dit wel in verhand met de gewenschteen veelligt reeds beraamde maatre gelen om de gezondheid der ingezetenen te verbeteren door demping van stinksloten, op ruiming van beerputten, enz., enz. Van heer- putten gesproken zou die groote put, door te bersten, niet een wenk gegeven hebben dat hij daar ter plaatse niet behoort Ten einde de begrooting te doen sluiten, is ditmaal de som voor onvoorziene uitgaven be duidend hooger en blijft dus eene niet onbe langrijke som, voor buitengewone en niet te berekenen uitgaven. Wij komen ten slotte terug op hetgeen wij in den aanvang reeds zeiden: wanneer eene begrooting klimtzoo als hierdoor nuttige uitgaven, en deze ruimschoots kunnen worden gedekt zonder drukkender lastdan is eene verhoogde begrooting een gelukkig verschijnsel.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 1