1805. N'. 80.
DINGSDAG IT OCTOBER.
52ste Jaargan
Bels.encimali.iiig.
Gedeputeerde Staten van Noordholland
VERORDENING
Gedeputeerde Staten van Noordholland.
-©s»—
»»^3d g€C*-«
GOESSCHE EOI KA\T.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1,55fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertenticn worden a 15 et. de regel geplaatst.
Geboorte huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels
a 1.20 behalve het zegelregt.
De inzending van advertentiSn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
herinneren de ingezetenen aan de bepalingen van art.
27 en 42 der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad
no. 4) omtrent de belasting naar tijdsgelang en de
suppletoire aangifte, volgens welke een ieder, die
door uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of het
aanschaffen van belasting voorwerpen der grondslagen
van het personeel, komt te vallen onder toepassing
van eenen nieuwen of verhoogden aanslag in den loop
des dienstjaars, verpligt is, alvorens en naar gelang
der omstandigheden en op de boete bij art. 35 en
39 vastgesteld, tot het indienen van behoorlijke aan
gifte deswege, in voege als bij art. 30 der wet is
voorgeschreven, kunnende daarvoor een biljet ter in
vulling bij den heer ontvanger worden afgehaald.
Goes, den 14 October 1865.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PI L A A R.
Bels.exid.mal5.tas;.
De BURGEMEESTER van GOES,
brengt bij deze ter kennis van een ieder die het
aangaat
Dat het kohier van het PATENTREGT voor deze
gemeente, over het le kwartaal van het dienstjaar
18651866, bekleed met alle de formaliteiten bij de
wet gevorderd, op heden ter invordering is gesteld
in handen van den ontvanger dier belastingen binnen
deze gemeente.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 140ctober 1865.
De Burgemeester voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
doen te wetendat door de Staten dier provincie in
hunne vergadering van 26 September 1865 is vast
gesteld hetgeen volgt:
TOT WERING VAN VEEZIEKTE.
Art. 1. Het is verboden verscbe huidenversch
vleesch, ongesmolten vet, stalmest of verschen afval
van rundvee aan te voeren of te doen aanvoeren op
het vaste land der provincie Noordholland, (hetzij over
de landgrenzen hetzij op eenig punt der kust langs
de Noordzee, de Zuiderzee, het IJ en het Wijkermeer)
of over eenige lijn binnen gezegd vast landwelke
door gedeput. staten als verboden lijn zal worden
aangewezen.
Het is mede verboden runderen, schapen, varkens
of geiten over de bovenbedoelde grenzen aantevoeren
of te doen aanvoerentenzij alleen op die plaatsen
welke daartoe door gedeput. staten zullen worden aan
gewezen.
Art. 2. Ieder die vee aanvoert, is verpligt het aan
het onderzoek van daartoe aangestelde keurmeesters
te onderwerpen en dat onderzoek zooveel mogelijk
gemakkelijk te maken.
Art. 3. Het in art. 1, 2« lid, genoemde vee zal
niet worden toegelaten wanneer het
lo. wordt aangevoerd van eene plaats of uit eene streek
waar eene besmettelijke veeziekte heerscht;
2o. niet voorzien is van een certificaat, hoogstens drie
dagen te voren afgegeven door het hoofd der
policie van de plaats van herkomsthoudende
verklaring dat het bij de afzending gezond was
en afkomstig uit een gezond beslag;
3o. door keurmeesters verklaard wordt besmet of van
besmetting verdacht te zijn
4o. is aangevoerd met hetzelfde vervoermiddel waarin,
of met dezelfde kudde waaronder besmet, of ver
dacht vee is bevonden.
Art. 4. Gedeput. staten kunnen bepalendat het
vee van een of meer der genoemde soorten, dat op
de voor den aanvoer aangewezen plaatsen wordt toe
gelaten tijdelijk onder toezigt van keurmeesters zal
worden afgezonderd gehoudenin eene bewaarplaats
daartoe door het gemeentebestuurofonder goed
keuring van keurmeestersdoor den houder van het
vee aan te wijzen.
Het binnentreden der bewaarplaatsen is verboden,
behalve aan hen die daartoe eene schriftelijke ver
gunning van keurmeesters hebben verkregenof er
ambshalve toegang hebben.
Art. 5. Niemand mag uit de bewaarplaatsen vee
vervoeren of doen vervoerendan met schriftelijke
vergunning van keurmeesters en met in acht neming
der daarbij te maken bepalingen omtrent den te vol
gen wegonverminderd de verpligting tot naleving
der plaatselijke verordeningen op dit onderwerp.
Art. 6. Yoor zooverre de overtredingen van deze
verordening niet vallen onder de wet van 9 Julij
1842 (Staatsblad no. 21)zal overtreding der bepalin
gen van art. 1 en 5 worden gestraft met eene boete
van 75.en zeven dagen gevangenisstrafte za
aien of afzonderlijk die van art. 2 met eene boete
van 25.en drie dagen gevangenisstraftezamen
of afzonderlijkdie van art. 42e lidmet eene
boete van J 10.en twee dagen gevangenisstraf
te zamen of afzonderlijk.
Art. 7. Behalve de door de wet aangewezen per
sonen zijn tot het constateren van overtredingen dezer
verordening bevoegd de keurmeesters en alle andere
personen, die van wege de provincie met het houden
van toezigt tot handhaving der verordening worden
belast.
Art. 8. Deze verordening treedt in werking op het
door Gedeputeerde Staten bij de afkondiging te be
palen tijdstip.
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd hare werkinghet
zij voor alle hetzij voor enkele der in art. I ge
noemde voorwerpen te schorsen.
Aldus vastgesteld door de staten der provincie
Noord-Holland, den 26 September 1865.
Goedgekeurd bij 's konings besluit van 28 Sep
tember 1865, no. 52.
Gegeven te Haarlemden 30 September 1865.
Gedeputeerde Staten voornoemd
RöELL voorzitter.
VAN VLADERACKEN griffier.
Gelet op art. 8 en 1 van de verordening tot wering
van veeziektedoor de staten dier provincie op den
26 September jl. vastgesteld en na door den koning
bij besluit van den 28 September daaraanvolgende,
no. 52, te zijn goedgekeurd, op heden in het Pro
vinciaal blad no. 58 afgekondigd;
Bepalen:
1. De genoemde verordening treedt in werking op den
4 October 1865
2. Als plaatsen waar het geoorloofd is runderen scha
pen varkens en geiten aan te voeren worden aange
wezen
A. Te Amsterdam, de 4Vesteraanlegplaatsof
zoodanige andere plaatsen alwaar ingevolge de ken
nisgeving van burgemeester en wethouders van Am
sterdam van 28 September 1863 (Gemeenteblad no. 19)
in bijzondere omstandigheden de invoer kan worden
vergunden
B. De aanlegplaats bij 't huis Zeeburg onder de
gemeente Diemen.
Haarlemden 30 September 1865.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
RöELL voorzitter.
VAN VLADERACKEN griffier.
Is de ministerieele partij overmoedig of on-
magtig? Tot die vraag wordt de oppositie ge
leid door het, haar vreemd verschijnsel, dat in
het voorloopig verslag der Tweede Kamer, de
politiek volstrekt niet wordt aangeroerd. Zij
verklaart dat zwijgen eenvoudig daaruitof dat
de ministerieele partij van hare zaak zeker is
en daarom zwijgt, of dat zij, ondanks alle be
cijferingen, de cijfers der oppositie niet kon
vernietigen. Zij vergeet echter, dat de minis
terieele partijvolkomen vertrouwende op de
cijfersdoor den minister van financien aan
gegeven, er weinig belang in zag, om van hare
zijde, diezelfde cijfers nog eens voor den dag te
brengen, als of het wat nieuws ware, en dat
dit te minder noodig wasomdat men hier te
doen had met eene factie, die voor geene over
tuiging vatbaar is. Maar het is vermakelijk om
de breede speech te lezen, waarin de brave
oppositie hare klagt uit, omdat er zoo duide
lijk in doorstraalt, dat zij door dat zwijgen
gedupeerd is, en omdat het van de kracht barer
tegenstanders getuigt, en omdat zij nu de stof
mist voor hare artikelen, die geput moesten
worden uit dat verslag, deels om de vrienden
ten hemel te verheffen, deels om de lasterin
gen jegens de regering nogmaals te kunnen
herhalen. Die houding der kamer, die zoo on
verklaarbaar schijnt aan de oppositie-mannen
en hun orgaan, achten wij hoogst gelukkig en
prijzenswaardig. Er zal gelegenheid genoeg
komen, om over de politiek der kamer te kun
nen oordeelen, en die beschouwingen in het
verslag dienen alleen om buiten de kamer agi
tatie te verwekkendaar elk woord door het
orgaan wordt geëxploiteerd om zijne oproerige
redeneringen te staven. Tegenover eene zoo
danige oppositie is zwijgen de beste taktiek,
want zij bestaat alleen door het verdraai] en van
woorden en zaken; hoe minder haar geleverd
wordthoe spoediger zij tot zwijgen wordt
gebragt. En wie er zieh ongerust moge maken
dat hier werkelijk van onmagt sprake zou kun
nen zijn, dien gelooven wijdat eerlanghij de
debatten in de kamer te houdengenoegzaam
blijken zal, dat de partij die men zwak waant,
krachtig genoeg is om hare belagers het veld
te doen ruimen.
Vóór weinige dagen nog werden wij vergast
op uitvoerige betoogendat de tegenwoordige
regering de natie finantiëel ten verderve brengt,
en de kleinste post op de staatsbegrooting werd
ter toetsing gebragt, om te staven, dat, wat
men als gering deed voorkomen, inderdaad van
groote beteekenis was en dat en hierin zeker
had men regt wat de gelden der natie be
treft, men niet genoeg op het kleine kan letten.
Thans echter vernemen wij eene geheel andere