1865. N\ 70.
VRIJDAG 13 OCTOBER.
o«
3ste Jaargang.
GOESSCHE CO I KIM.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, nitgezonderd op feestdagen.
Prys per kwartaal 1,95, fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentlën worden a 15 et. de regel geplaatst.
Geboorte huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels
a 1.20behalve het zegelregt.
De inzending van advertentlën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dog der uitgave.
Bij dit nommer wordt afzonderlijk uitgegeven
het verslag van het verhandelde in den Gemeente
raad te Goesden 9 dezer
Bol3LOiidmaKing.
(Vervolg van no. 78.)
3. De Gemeenteraad van Goes
Besluit:
Er zullen, te rekenen van den 1 Mei 1866, bin
nen deze Gemeente en ten haren behoeve geheven
worden dertig opcenten van de hoofdsom der rijks
personele belasting.
VERORDENING op de invordering der Op
centen op de personele belasting in de
Gemeente Goes.
Eenig artikel.
De invordering der opcenten op de hoofdsom der
rijks-personele belasting in deze Gemeente zal ge
schieden op de wijze zoo als bij de art. 258263
der wet van den 29 Junij 1851 (Staatsblad no. 85)
en de aanvulling van art. 260, bij de wet van den
7 Julij 1865 (Staatsblad no. 79) is bepaald.
4. De Gemeenteraad van Goes,
Besluit:
Er zal, te beginnen met den 1 Januarij 1866,
ten behoeve dezer Gemeente geheven worden eene
belasting op de Hondenten bedrage van drie gul
den voor eiken hondmet uitzondering van wacht-,
bleekers-, kaarn- en scbaaphonden en de zoodanigen
die ten dienste van den landbouw of eenig ander
bedrijf van nijverheid gebezigd wordenvoor welke
slechts één gulden zal worden betaald.
VERORDENING voor de heffing van eene
belasting op de honden in de Gemeente
Goes.
Art. 1. Jaarlijks, in den loop der maand Eebruarij,
zal door een der politieagenten of ander daartoe aan-
tewyzen persoon, eene beschrijving worden gedaan
aan de huizen der ingezetenen, welke verpligt zijn
alsdan de noodige opgaven en inlichtingen te geven,
terwijl ieder belastingschuldige die bij de beschrijving
mogt zijn overgeslagen, verpligt zal wezen om bin
nen veertien dagen na die beschrijving, ten kantore
van den ontvanger schriftelijk aangifte te doen.
Art. 2. Volgens die beschrijving en aangifte wordt
door Burgemeester en Wethouders een Kohier opge
maakt, hetwelk, na gedurende veertien dagen op het
raadhuis ter visie te hebben gelegen en nadat op de
reclames door den Raad zal zijn uitspraak gedaan,
wordt gearresteerd.
Art. 3. Van den aanslag op het Kohier zal aan
den belastingschuldige schriftelijk worden kennis
gegeven.
Art. 4. De art. 258272 der wet van den 29
Junij 1851 Staatsblad n». 85) en de aanvulling van
art. 260 bij de wet van den 7 Julij 1865 Staatsblad
no. 79) worden gehouden hier heïnsereerd te zijn.
Art. 5. Iemand na den afloop der beschrijving
een of meer honden willende houden boven die,
waarvoor hij beschreven is, zal daarvan schriftelijk
aangifte moeten doen ten kantore van den plaatselijken
ontvanger; indien het aanschaffen van een' hond plaats
heeft vóór den eersten Julij, zal de belasting voor
het volle jaar, doch op of na den eersten Julij
slechts de helft der belasting verschuldigd zijn; van
die honden, welke vóór den eersten Julij afgeschaft
zijn, zal de helft der belasting worden afgeschreven
of terugbetaald, mits daarvan schriftelijk aangifte
doende vóór den eersten Julijten kantore van den
ontvanger.
Van de aangiften na de primitive beschrijving
ingekomenzal in de maand. October of vroeger
een suppletoir Kohier worden opgemaakt en daar;
mede gehandeld even als met het primitief Kohier,
de betaling van die aanslagen zal moeten geschieden
veertien dagen na schriftelijke kennisgeving.
Art. 6. Voor wacht- of kaarnhonden worden be
schouwd die alleen en uitsluitend gehouden worden
om eigendommen te bewaken of te kaarnen, voor
schaaphonden die alleen tot dat einde worden gebruikt.
Art. 7. Van iedere overtreding zal proces-verbaal
opgemaakt en aan de bevoegde autoriteit ingezonden
worden. Dat die besluiten en verordeningen bij Zijner
Majesteits besluit van den 19 September 1865, no. 61.
zijn goedgekeurd, wat die onder no. 1 en 4 vermeld
betreft voor onbepaalden tijddie onder n°. 2 en 3
voor vijf jaren en dat die belasting-heffingen mits
dien op de aangewezen tijdstippen in werking zul
len treden.
Terwijl almede op den 31 Julij 11., is genomen het
navolgende besluit:
De Gemeenteraad van Goes,
Besluit
Afteschaffen de volgende belastingen:
Met 1 Januarij 1866.
lo. De heffing van opcenten op de grondbelasting,
ingevoerd bij raadsbesluit van den 1 Julij 1853.
2o. De helling van hoofdelijken omslagzoo als
die is vastgesteld bij raadsbesluiten van den 16 Maart
1855 en den 1 November daaraanvolgende.
3». De belasting op de hondenzoo als die is
vastgesteld bij raadsbesluit van den 8 Augustus 1853.
En met den 1 Mei 1866.
4o. De heffing van opcenten op de personele be
lasting ingevoerd bij raadsbesluit van den 1 Julij 1853.
En 5o. De heffing der belasting op het gedisteleerd,
de likeuren en den wijn, ingevoerd bij raadsbesluiteu
van den 18 Januarij en 4 Augustus 1864, 8 Augustus
1853 en 25 October 1860.
En dat de heffing der gemeentebelasting op den
wijn echter reeds ophoudt met den 31 December 1865,
blijkens aanschrijving van het ministerie van Binnen-
landsche Zaken dd. 9 Augustus 11., vermeld in Prov.
blad no. 75.
En is hiervan afkondiging geschiedwaar het
behoort, den 7 October 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Hcltoncim aiding.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
doen te wetendat door den raad dezer ge
meente in zijne vergadering van den 9 dezer
is vastgesteld de volgende
VERORDENING tegen den uitvoer van
vee in de gemeente Goes.
Art. 1. De uitvoer van rundveeschapen
en varkens uit deze gemeente, naar buiten dit
eilandis verboden.
Art. 2. De overtreding van dit verbod zal
worden gestraft met eene geldboete van vijf
en twintig gulden en eene gevangenisstraf van
één tot drie dagenopteleggen aan den eigenaar
of uitvoerder van bet uitgevoerd vee.
Art. 3. Hetgeen in strijd met deze veror
dening mogt worden uitgevoerdzal worden
verbeurd verklaard en ter beschikking der po-
licie gesteld.
Art. 4. Deze verordening treedt in werking
met den dag barer afkondiging.
Zijnde deze verordening in afschrift aan beeren
gedeputeerde staten medegedeeld.
En is biervan afkondiging geschied waar bet
behoort.
Goesden 10 October 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
Secretaris,
H. 0. PILAAR.
De veepest-wet-agitatie is afgeloopen, nu de
wet in de Tweede Kamer is aangenomenmaar
van de zaak zelve, die de wet noodzakelijk
maakte, wordt nog overvloedig gebruik gemaakt
om het volk achter de koeijen in beweging te
brengen. Bij gebrek aan grondige redenen om
het ministerie te bestrijden, beeft men dit mid
del te baat genomen en maakt daarvan een
hoogst onzedelijk gebruikt. Vooreerst toch stelt
men de zaak steeds erger voor, dan zij is, om
daardoor eenigen schijn aan zijne redenering
te geven en tracht angst en schrik optewekken,
die dan weder in verbolgenheid tegen de rege
ring moeten overgaan, als oi deze elke smet
stof door wetten en soldaten kan verbannen.
Vooral in tijden waarin kalmte noodig is om
goede maatregelen te beramen en die met eene
krachtige band uittevoeren, mag men niet door
overdrijving de kalmte verstoren. En wij
mogen bet met dankbaarheid opmerken tot
biertoe beeft de gevreesde runderziekte niet die
uitbreidingdie men bij bet eerste ontstaan
vreesde. Wij loopen op mogelijke gebeurtenis
sen niet vooruit, maar voor bet oogenblik al
thans is er geene reden om zoo groot alarm
te makendaar de meeste provinciën nog wer
den verschoond en uit die plaatsen, waar de
ziekte beerscbtover bet algemeen gunstige
berigten komen. Maar bet is even onzedelijk
om eene regering, die in zulke oogenblikken
de medewerking van allen behoeft, te bemoei-
jelijken en bet volkdat baar steunen moet
om bet kwaad afteweren en te bestrijden, van
baar afkeerig te maken. In zeker opzigt is
de strijd der oppositie belagchelijk, als zij niet
ophoudt met zieke koeijen bet politiek terrein
te bestormen, maar zij beeft ook bare ernstige
zijde. Want zij getuigt van eene sloopingszucbt,
die geene grenzen kentdie niets te goed acht
om haar doel te treffen en liever oproer zien
zou, dan in een enkel opzigt toetegeven of eenige
maatregelen der regering goed te keuren. De
zaak is te ernstiger en te slechteromdat bet
bier een volks-eigendom een voedingsmiddel
geldt en niets gemakkelijker is, dan om de
onkundige menigte te doen gelooven, dat wer
kelijk de regering bet kwaad zou hebbeu kun
nen voorkomen, dat zij dus oorzaak wezen zou,
dat velen hunne bezitting verliezen, dat de
vleescbprijzen stijgen en dat dus bet gebruik