1865. N". 73.
VRIJDAG 22 SEPTEMBER.
52ste Jaargang.
van Burgemeester en Wethouders te
Goes, tot handhaving van de bepalin
gen ter voorkoming van de versprei
ding der Longziekte onder het Rund
vee met herinnering aan de daarop
toepasselijke bepalingen.
(,OI SS( MI COIIRAM.
De uitgave dezer Conrant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1,S5fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentiën worden a 15 et. de regei geplaatst.
Geboorte huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels
a 1,20 behalve het zegelregt.
De inzending van udvertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
VEEZMEHTE.
Putolicatie
Vervolg.)
3°. Uit de wet van den 28 Augustus 1831
(Staatsblad n°. 123.)
Onteigening ter afwering eener gevreesdeof tot
het stuiten van den voortgang eener aanwezige be
smetting heeft plaats uil kracht van een besluit,
door Ons genomen, verklarende dat daarvoor ge
noegzame reden bestaat. Wanneer echter het ge
vaar slechts voor eene provincie in het bijzonder
te duchten is, kan die verklaring ook bij besluit
van Gedeputeerde Staten geschieden.
In zeer dringende gevallen kunnen de gemeente
besturen hiertoe overgaanmits van hun besluit
binnen tweemaal vier en twintig uren aan Gede
puteerde Staten kennis gevende.
In hel besluit, zoo van ons, als van Gedeputeerde
Staten of van het gemeente-bestuur, worden de
goederen, die onteigend moeten worden, met op
noeming van de namen der eigenaars, aangewezen,
en wordt daarin wijders melding gemaakt van de
schriftelijke verklaring van eenen deskundige, waar
uit van de noodzakelijkheid dier onteigening blijkt.
Het besluit wordt op de gebruikelijke wijze ter
openbare kennis gebragt, en in een of meer daarbij
aan te wijzen dagbladen geplaatst.
Indien het besluit de onteigening betreft van
besmette of van besmetting verdachte voorwerpen,
kunnen die voorwerpen onmiddellijk of later door
of van wege het bestuur, met de onteigening be
last, worden in beslag genomen.
Gedeputeerde Stalen kunnen de toepassing van
hun besluit aan de gemeente-besturen opdragen.
Art. 70. Bij gebreke van minnelijke schikking
dient, in het geval van het voorgaand artikel, het
bestuurmet de onteigening belast, een verzoek
schrift aan den kantonregter in, strekkende dat de
onteigening door hem worde uitgesproken en de
schadeloosstelling bepaald.
Bij het verzoekschrift moet het besluit, volgens
het voorgaand artikel genomen, worden overgelegd.
De kantonregter benoemt daarop onmiddellijk een
of meer deskundigen, in oneffen getale, welke, na
beëedigd te zijn, hun oordeel omtrent de hoegroot
heid der schadeloosstelling uitbrengen.
Art. 71. De kantonregter is met zijnen griffier
bij het onderzoek der deskundigen tegenwoordig.
Hij laat terstond van hunne meeuing en de gron
den, daarvoor door hen aangevoerd, door zijnen
griffier proces-verbaal opmaken, en bepaalt onmid
dellijk daarna of uiterlijk driemaal vier en twintig
uren later, de verschuldigde schadevergoeding.
De eigenaar wordt, indien hij binnen de gemeente
woont, waar het onderzoek moet plaats hebben,
door den kantonregter, zooveel noodig schriftelijk,
uitgenoodigdbij het onderzoek der deskundigen
tegenwoordig te zijn; desgelijks indien het de ont
eigening van een besmet voorwerp geldt, de per
sonen bij welke het gevonden is.
Derde belanghebbenden kunnen bij het onder
zoek tegenwoordig zijn, ten einde ook hunne schade
te doen begrooten.
De artikelen 29 en 55 zijn ook hier toepasselijk,
behoudens dat hetgeen daar van den regtercommis-
saris gezegd is, op den kantonregter toepasselijk
wordt.
Geenerlei andere formaliteiten behoeven hier in
acht te worden genomen.
De termijnen worden naar gelang der omstandig
heden, door den kantonregter, des noods van uur
tot uur bepaald.
Tegen het vonnis des kantonregterswaarbij de
onteigening is uitgesproken, wordt noch verzet, noch
hooger beroep, noch beroep in cassatie toegelaten.
Art. 72. De overgang van den eigendom, voor
zooverre het roerende goederen betreft, heeft niet
plaats, dan nadat van wege het bestuur, met de
onteigening belastde schadeloosstelling is betaald
of geconsigneerd; het laatste, wanneer binnen de
gemeentewaar het onteigende goed zich bevindt,
de gelegenheid ontbreekt de betaling te doenof
de onteigende weigeren mogt op het hem gedane
aanbod de schadevergoeding te ontvangen, of wel,
wanneer er beslag op die penningen mogt zijn be-
legd.
Bij onroerende goederen enz.
De schadeloosstelling wordt door het bestuur
met de onteigening belast, voorgeschoten en komt
ten laste van den Staat. In die provinciën echter
waar provinciale belastingen tot het te keer gaan
der besmetting worden geheven, komen de kosten
ten laste der provincie.
Burgemeester en wethouders vertrouwen, dat deze
herinnering voldoende zal zijn om de stipte nale
ving van vorenstaande bepalingen te waarborgen,
terwijl zij zich stellig hebben voorgenomen ook de
geringste afwijking daarvan niet te gedoogen, maar
tegen de overtreders, zonder de minste oogluiking,
te verbaliseren en te handelen zoo als de voorge-
schrevene bepalingen dit medebrengen.
Gedaan te Goes, den 9 September 1863.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
Het was eene bittere teleurstelling voor onze
gemoedelijke oppositie, dat op den dag der
opening van de zitting der Staten-Generaal de
hemel zoo helder was. Jaren achtereen had
die dag zich gekenmerkt door eene donkere
lucht en niet zelden stortte de hemel overvloe
dige tranen uitover de schare die gekomen
was om Oranje wij gebruiken hier een dag
blad-uitdrukking te aanbidden. Wat was
het de treurenden in den lande dan goed, die
zamenstemming te ervaren tusschen de don
kere wolken daar in het luchtruim en de ne
velen, die hun brein bezet hielden. En thans,
nu de nood op het hoogst geklommen is, nu
de afgrond gaapt aan onzen voet; nu volk en
vorstland en troon evenzeer in nood zijn en
de toekomst niets dan verwarring en ellende
spelt, nu juist beschijnt een vriendelijk zon
licht den vorst, als hij de vergadering zijner
staten gaat openende vertegenwoordigersdie
zich vereenigen, om getrouw aan hunne een
maal beleden beginselen de regering te onder
steunen. Een voor het jaargetijde voorbeelde
loos heldere ^schoone lucht breidt zich uit over
het volkdat bij deze gelegenheid eene geoor
loofde uitspanning vindt. Is het niet of de
hemel spot metde oppositie. Geen wonder
voorwaar, dat zij, nu ook de luchtmagten haar
ontrouw wordenradeloos iste meerdaar
zeker de inleiding reeds gereed lag, vol donder
wolken en hemeltronen, die nu ongebruikt
moest blijven liggen. Overigens was het voor
onze goede oppositie moeijelijk om den vloek
psalm, dien zij jaarlijks, na de troonrede aan
heft, te variëren. Van daar dezelfde redene
ringen onder andere woorden en de dwaze
beweringdat in de troonrede een raadsel voor
komt dat voor niemand een raadsel meer is
enz. Toch is de toon der oppositie kennelijk
lager gestemdnadat de koning haar zelf een
dementi gaf en wij zien met genoegendat zij
nu met drieste leugens zich zoekt te redden
want als weldra blijken zal, hoe zij de natie
bedroog, dan zullen misschien wel weder dezen
of genen blinde de oogen geopend worden.
Wij twijfelen niet of de troonrede zal op het
meerendeel der natie eenen gunstigen indruk
gemaakt hebben. Hoe algemeen ook hare uit
drukkingen, uit den aard der zaak, zijn, zij
geeft ons zonder overdrijving eenen goeden
dunk van den staat der zakenzij vloeit niet
over van beloften, die als ze door den drang
der omstandigheden onvervuld moeten blijven,
altijd als een wapen tegen de regering wor
den gebruikt en zij vermeldtzonder terug
houding maar ook zonder angstige bezorgd
heid te wekkenwat het heden min gelukkig
oplevert. Voorts zal het wel aan allen welge
vallig zijn, de verzekering te lezen, dat de
staat van 's lands finantien gunstig is en dat
met de schulddelging kan worden voortgegaan.
Men had toch reeds luide verkondigd, dat een
tekort onvermijdelijk zoude wezen, en al waren
door dat berigt niet alle gemoederen geschokt,
toch was het voor velen eene geruststelling te
ziendat de regering door 's konings mond
aldus tot de natie sprak en haar allen grond
van bezorgdheid ontnam. Wie daardoor teleur
gesteld wordenis ligt te begrijpenmaar niet
ligt zou men denken, dat de oppositie nog
voortgaat om 's konings woord voor leugen te
verklaren. Zij redeneert daarom aldusin het
vorige jaar was de opbrengst der middelen op
1 Sept. meer dan één millioen meer dan in