teQcrfijIieii Stanö,
MARKTBERIGTEN.
bij besluit van den 8 July 1864, n». 29 vast
gesteld, is bij Koninklijk besluit van den 7 September
1864, no. 36, goedgekeurd, en vervolgens onder no. 74
van den jaargang 1864 in het Provinciaal blad geplaatst.
Zoo wel ten aanzien van deze begrooting als de
eerstgenoemde, is aan het slot van art. 100 der pro
vinciale wet het vereischt gevolg gegeven.
Geldleening en.
De in 1864 te doene geldleening, betrekkelijk het
tweede gedeelte der provinciale negotiatie van 525000,
voor de verbetering der middelen van gemeenschap
in dit gewest, bij besluit van den 8 Julij 1864,
n°. 17, nader op 110000 vastgesteld, is, met in
achtneming van het bepaalde ouder art. 4 van het
bij Koninklijk besluit van den 13 February 1863, no.
51, goedgekeurde plan, bij ons besluit van den 16
September 1864, no. 55 (Provinciaal blad n°. 72),
opengesteld, doch heeft, ten gevolge der toen bestaande
algemeene geldcrisisniet de gevvenschte uitkomst
opgeleverd.
Ten einde de nog ontbrekende 82 van de 110
aandeelen van duizend gulden te verkrijgen is de
gelegenheid tot inschrijving voor dat bedrag bij ons
besluit van den 30 November 1164, no. 99 (Provin
ciaal blad no. 85,) opengesteld-, en thans onder de
gegeven omstandigheden met beter gevolg.
De volgens het besluit uwer vergadering van den
8 November 1862, n«. 5, in verband met uw be
sluit van den 8 Julij 1864, no. 17, in 1865 te doene
geldleening van 88000 als derde gedeelte der
hiervoren genoemde provinciale negotiatie van 525000,
is tot heden door ons niet opengesteldomdat daaraan
voor het tegenwoordige geene behoefte bestaat.
De betaalmeester te Middelburg is door ons in
tijds in staat gesteld, de over 1864 verschuldigde
renten der provinciale geldleeningen van 150000,
30000, 28000 en 168000, tegen intrekking
der betrokken rente-coupons, te kunnen uitbetalen.
HOOFDSTUK III.
Huishouding der gemeenten.
Vereeniging en splitsing van gemeenten.
Eenige ingezetenen van de gemeenten Bommenede
en Zonnemaire hebben ten voorgaande jare, bij een
aan Zijne Excellentie den minister van binnenlandsche
zaken gerigt adres, hun verlangen te kennen gegeven,
dat beide gemeenten mogten worden vereenigd, ter
wijl 't ons, bij onderzoek, wenschelijk is voorgekomen,
dat aan dit verlangen gunstig gevolg worde gegeven.
Zamenstelling der gemeenteraden.
In het personeel der burgemeesters hadden de
volgende veranderingen plaats.
Tot burgemeester van Schoondijke werd benoemd
de heer S. de Graag, ter vervanging van den heer
A. de Hulsterop zijn verzoek eervol ontslagen.
Tot burgemeester der gemeente Grijpskerke en Melis-
kerke, werd benoemd de heer mr. D. A. Berdenis
van Berlekom, met ontheffing van de verpligting tot
inwoning binnen eene der beide gemeenten, en zulks
ter vervanging van den heer P. P. Slegt.
Tot burgemeester van Kattendijke werd benoemd
de heer G. J. van den Bosch ter vervanging van
den heer I. G. J. van den Bosch, eervol ontslagen.
Eindelijk werd tot burgemeester van Bruinisse be
noemd, de heer 6'. M. Voorbeijtel, ter vervanging
van den heer J. B. Nederveenals zoodanig eervol
ontslagen, ten gevolge zijner benoeming tot burge
meester van Zevenhuizen. (Zuidholland.)
Herbenoemingen van burgemeesters hadden in 1864
niet plaats.
Opmerkingen omtrent den loop der dienst.
Eene door den gemeenteraad van Goes vastgestelde
verordening in het belang der openbare gezondheid,
bevatte in haar art. 76 de lastgeving tot het bin
nentreden der woningen van de ingezetenenhuns
ondanks, tot verzekering der naleving, onder anderen,
van het verbod om brood, meel, beschuit, koek of
gebak in bedorven toestand ter verkoop voorhanden
te hebben.
Naar ons inzien betrof het hier een onderwerp
waarin reeds bij de wet van den 19 Mei 1829
(Staatsblad n°. 35), is voorzien, zoodat de wet van
den 31 Augustus 1853 (Staatsblad n°. 83), tegen haren
geest en letter, indirect dienstbaar werd gemaakt tot uit
voering der voorschriften eener andere wet.
Yoorts werd bij art. 70 dier verordening aan de
personen uit een huis of vaartuig, waar de kinder
ziekte of eene andere algemeen heerschende of besmet
telijke ziekte heerscht, het bijwonen van bijeenkomsten
in het algemeen, en alzoo ook de openbare godsdienst
oefeningen verboden.
Bij ons collegie ontstond de twijfel of een zoo
danig verbod wel in de bevoegdheid lag van den
gemeenteraad. Immers zou hetzelve, naar eene op
bladz. 70 van het door ons in 1857 uitgebragt jaar
verslag vermelde ministeriële mededeelingalleen
kunnen uitgaan van de magt, die met het toezigt
op de kerkgebouwen en de daarin gehouden wordende
godsdienstoefeningen is belast, en zou de burgerlijke
overheid, naar de uitdrukkelijke bepalingen van art.
167 der grondwet, alleen ter verzekering der open
bare orde en rust, maatregelen kunnen nemenmaar
hier staat de meening tegenover, dat het verbod,
waarvan hier sprake is, niet met de grondwet strijdt,
welke meening haar steuu vindt in een arrest van
den Hoogen Raad, van den 5 November 1844
't welk wel anterieur is aan de tegenwoordige grond
wet, maar dat niet te min alsnog van toepassing zou
kunnen worden geacht, naardien art. 167 dier grond
wet geen zoo groot verschil met art. 193 der grond
wet van 1840 oplevert, dat thans als verboden zou
te achten zijn wat vroeger werd toegelaten.
De minister vereenigde zich met ons gevoelen, ten
aanzien van art. 9 der verordening weshalve wij
de daaromtrent gerezene bedenking aan het betrokken
gemeentebestuur mededeelden. Daar intusschen de bij
art. 170, 2 alinea, der gemeentewet bedoelde termijn
verloopen was, had de afkondiging der verordening
reeds plaats gehad en is deze laatste tot nog toe
onveranderd gebleven.
Wat art. 70 der verordening betreft, de minister
zag daarin geene aanraking met art. 167 der grondwet,
nademaal door een van de zijde der plaatselijke
besturenin het belang der openbare gezondheid
gegeven voorschriftgeen inbreuk wordt gemaakt
op het bij dit artikel erkende regt der kerkgenoot
schappen tot het houden van openbare godsdienst
oefeningen. Wordt vervolgd).
Te vindin, onder anderen, in n". 5>! van het Weekblad
van het Liegt.
OPENBARE VERGADERING
van den
GEMEENTE-RAAD te GOES,
den 31 Augustus 1865.
Afwezig de heeren J. W. van Kerkwijk, G. H. Kake-
beeke, mr. de Knokke van der Meulen, C. P. Sou-
tendam en A. Smallegange.
De Notulen der voorgaande vergadering worden
gelezen en gearresteerd.
De Voorzitter deelt als ingekomen stukken tnede:
a. eenige Staatsbladen, welke bij de overige zullen
worden gevoegd.
b. brief van de commissie van toezigt voor de hoogere
burgerschooldaarbij kennis gevende dat de
commissie is geconstitueerd en door haar den
bij de wet gevorderden eed is afgelegden
c. brief van diezelfde commissie daarbij inzendende
de voordragt voor twee leden dier commissie in
plaats van de heerpu mr. mr. C. de Witt Hamer
en J. L. H. Liebertb^staqnue uit de heeren
J. W. van Kerkwijk en dr. K. Broes van Dort.
Het voorstel van den voorzitter om dadelijk tot
de benoeming overtegaan wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen en worden de heeren' mr. de
Laat de Kanter en J. A. A. Fransen van de Putte
door den voorzitter tot stemopnemers benoemd.
De voorgedragene heeren worden met algemeene
stemmen benoemd.
Door burgemeester en wethouders wordt overgelegd
de aemeente-begrooting voor 1866 met Memorie van
toelichting, die zal worden gedrukt, ter visie gelegd
en gesteld in handen der linantiele commissie.
Aan de orde is de vaststelling der rekening over
1864 van het burgerlijk armbestuur, welke is gesteld
geweest in handen der linantiele commissie.
Na voorlezing van het rapport dier commissie stelt
de voorzitter voor de behandeling dier rekening tot
eene volgende vergadering uittestellen, uithoofde van
het gering aantal presente leden.
Waartoe wordt besloten.
De begrooting voor 1866 van het burgerlijk arm
bestuur wordt in handen der vaste commissie voor
het finantiewezen gesteld, op rapport en voorstel.
Daarna doet de Voorzitter voorleziug van het rap
port en voorstel der tinantieiè'commissie aangaande
de begrooting van het gasthuis voor 1866 en stelt
voor, de behandeling tot eene volgende vergadering
uittestellen.
Waartoe wordt besloten.
In behandeling wordt gebragt de rekening van
1864 en begrooting voor 1866 der dienstdoende
schutterijwaaromtrent de commissie voor het finan-
tie-wezen adviseert tot goedkeuring en vaststelling.
Waartoe zonder discussie wordt overgegaan en
lo. de rekening vastgesteld in ontvang op 862,08
uitgaaf - 732,26
en mitsdien met een goed slot van 129,82
en 2o. de gevraagde bijdrage voor 1866 ad/ 322,81
toegestaan en de begrooting vastgesteld in ontvang
en uitgaaf op 485,35.
Op de vraag van den Voorzitter of iemand der
leden nog iets in het midden heeft te brengen verzoekt
de heer mr. de Laat de Kanierlo. om de aange
houden rekeningen en begrootingen rond te zenden
bij de leden van den raad en 2o. geeft spreker B. en W.
in overweging om met het oog op de invoering der
geneeskundige wetten en het daardoor vervallen van
de plaatselijke geneeskundige commissie, deze te doen
vervangen door eene gezondheids-commissie.
Waarop de Voorzitter te kennen geeft dat B. en W.
daarop zijn bedacht geweest en oin die reden ook
den gewonen post voor schrijfbehoeften voor zoodanige
commissie op de begrooting hebben uitgetrokken.
De heer mr. Saaymans Vader geeft aan B. en W
in overweging in hoeverre het doelmatig kan worden
geacht om voor de ramen der weverij latwerk aan
tebrengen tot beveiliging der glazendie nu voort
durend ingeworpen worden.
De Voorzitter antwoordtdat het onmogelijk is
dit voortekomen eD het met de glazen der kerk het
zelfde geval is.
De heer van de Putte vraagt aan den voorzitter
of er reeds aanschrijving is gekomen van de heerschende
veepest, daar hij het wenschelijk acht dat de bepalingen
tot wering der verspreiding, stipt worden nageleefd,
hetwelk toestemmend wordt beantwoord.
Ten slotte betuigt de Voorzitter zijn leedwezen
dat de drie aftredende leden van dezen raad de heeren
J. W. van Kerkwijk, A. Smallegange en C. P. Sou-
tendam niet ter vergadering tegenwoordig zijn.
Spreker had hun zoo gaarne, ook uit naam der
overige leden, dank gezegd voor de vele diensten, ge
durende hun lidmaatschap aan deze gemeente bewezen.
Speciaal brengt spreker hulde aan den heer van
Kerkwijk, voor de verdienstelijke wijzewaarop door hem
eene reeks van jaren het lidmaatschap van den raad
en het wethoudeï schap en zoo vele andere daaruit voort
gevloeide betrekkingen, waargenomen zijn.
Hij wenscht de aftredende heeren eene aange
name en langdurige rust voor hunnen wel volbragteu
arbeid toeen verlangt zich zelve en de leden van
dezen raaddie het genoegen hadden met hen de
gemeentebelangen te behartigen, voortdurend in hunne
vriendschap aantebevelen.
De leden van den raad zich met de gevoelens van
den voorzitter ten vollen vereenigende, hebben zijn
voorstel om de genoemde heeren daarmede schriftelijk
bekend te maken bij acclamatie aangenomen.
Daarop is de vergadering gesloten.
Hierl£.elijls.e 5ZLti.Is.oii"
De heer P. Hofman predikant te Scherpenisse heeft
voor de aanbieding' der beroeping naar de hervormde
gemeente te Wittewierum bedankt.
Bij den kerkeraad der gemeente Cats in N. Beve
land is berigt ontvangen dat de heer 8. G. Geertsema
Berklingh het beroep derwaarts heeft aangenomen.
Van 26 Augustus tot den 2 September 1865.
Gehuwd Geene.
Geboren: Den 26 Aug., Katharinus z. v.
Andries de Buck en Willemina Kar else, den 27,
Wilhelmusz. v. Wilhelmus Schrijver en Pieter-
nella Louisa Sloover. den 28, Jan Bastiaan, z. v.
Pieter Bruel en Willemina Vermerris. Beentje
Engelinad. v. Itje Fokke en Maria Susanna
Verdorst, den 30, Adriaanz. v. Pieter Walrave
en Johanna Elisabeth Geers. Johannad. v.
Adriaan Kakebeeke en Adriana Cornelia de Ruiter.
1 Sept.Katharina Laurina d. v. Hendricus
Delnaaij en Floretta Agatlia van Duin. den 2
Clarad. v. Jan Gerritse en Clara de Laat.
Levenloos Den 27 Aug.Een zoon van
Adrianus de Waard en Martina van Blitterswijk.
OverledenDen 27 Aug., Johan Frederik,
oud 6/m., s. v. Willemina Braam, den 28, Laurus,
oud 3 jaren, z. v. Franciscus Vonk en Elisabeth
Goedhart, den 30 Geertruida Hendrika oud
10lm. d. v. Johannes Geluk en Elisabeth van
Belois.
PER TELEGRAAF.
Amsterdamsche Beurs.
PRIJS-COURANT DER EFFECTEN.
maandag, 4 september 1865
Nederl. Werk. Schuld 2'A
Spanje2'A
Rusland, 5e serie 5
Id. 1860 4
Id. a 1000, 1864, 5
Id. Spoorw. 5
Oostenrijk, Metall. 2%
ld. Amst. (oude) 5
Id. Nationale 5
ld. Amst. 1864 5
Turkije Binn. Oblig. 6
N .-Amerika, 1882 6
COUPONS.
Oude Metalliek
Nationale ld.
Div. in
62 ',4.
40.
70 'A.
88.
96%.
192%.
30%.
80%.
63%.
Ö83/l6.
46s/I6.
71,5/i6.
26,325
28,12'