1865. N". 61.
VRIJDAG 1 SEPTEMBER.
52ste Jaargang.
\.TO
PLAATSELIJK BESTUUR VAN COES.
BINNEiMLANDSCHE BERIGTEN.
V -422^**"
€-««4*
««ESSOIIE CO I KIM.
De uitgave dezer t'ouraut geschiedt Maandag en
Honderdag avond, nitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal f 1,95fr. p. p. ƒ1,90.
A
>W>- 1
De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Newone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst.
Ceboorte huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels
a f 1,5© behalve het zegelregt.
Bels.oiaclmali.lns,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
van het bureau van stemopneming aldaar, ontvangen
hebbende de processen-verbaal van inlevering der
stembriefjes en het opmaken der gedane stemming,
ter benoeming bij herstemming van een lid vooe
den Gemeente-Raad van Goes, gehouden den 30
en 31 dezer maand; zijnde uit het proces-verbaal van
laastgemelde dagteekening gebleken, dat tot lid van
den Raad met meerderheid van stemmen benoemd
is de heer
K. BROES van DORT, met 138 stemmen en
de heer A. NORTIER, 119 stemmen heeft bekomen.
Brengen overeenkomstig art. 96 der kieswet van
den 4 Julij 1850(Staatsblad No. 37) ter kennis van een
ieder die het aangaat, dat de afschriften var, genoemde
processen verbaal, ter gewoner plaats in deze gemeente
zijn aangeplakt en dat gelijke afsehrifteu ter inzage
voor ieder, ter secretaiie zijn nedergelegd, waar dezelve
dagelijks (uitgezonderd des Zondags) van des voor
middags van 9 tot des namiddags 2 ure voorhanden
zullen zijn.
Aldus gedaan ten raadhuize van Goes, den 31 Aug.
1865.
Burgemeester en wethouders voornoemd.
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. G. PILAAR.
BelteiicliiialsJiis;.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
verwittigen bij deze de ingezetenen dezer gemeente:
Dat de BEGROOTING der plaatselijke inkomsten
en uitgaven voor het jaar 1866, door hen, ter vol
doening aan art. 203 der gemeente-wet aan den ge
meente-raad, in deszelfs openbare vergadering van
heden is aangeboden; dat dezelve daarna op de se
cretarie dezer gemeente is nedergelegd en aldaar van
heden af tot den 16 September eerstkomende voor
een ieder ter lezing zal voorhanden zijn en dat een
afschrift van dezelve, tegen betaling der kosten, al
gemeen verkrijgbaar is gesteld.
En opdat zulks algemeen bekend zij, geschiedt daar
van deze openbare kennisgeving, dewelke zal worden
afgekondigd, aangeplakt en geplaatst in de GoesscJie
Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 31 Aug. 1865.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de
commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs
in deze gemeente op MAANDAG DEN 11 SEP
TEMBER 1865 des middags ten 12 urein een
der localen van het Stadhuiseene zitting zal hou
den tot het inschrijven van Jongelieden,
die als leerlingen wenschen te worden
toegelaten tot de hoogere Burgerschool
of tot de Burger-avondschool voor
aanstaande ambachtslieden, waarbij van
die leerlingendie buiten de gemeente geboren en
gevaccineerd zijn, de overlegging eener geboorte-akte
en bewijs van ondergane inenting of natuurlijke kin
derziekte zal worden gevorderd
dat voor al de ingeschrevenen een examen van
toelating zal worden gehouden op Woensdag den 20
September 1865 des voormiddags ten 9 ure, mede
ten Stadhuizeen
dat de lessen op de beide Scholen zullen aanvan
gen op Maandag den 25 September 1865 in de lo
calen van de voormalige Fransche Jongensschool in
de Lange Kerkstraat.
Gedaan te Goes, den 26 Augustus 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Ofschoon het onmiskenbaar isdat op elk
gebied vooruitgang waargenomen wordt en men
alzoo den toestand van ons land gunstig noe
men mag, in vergelijking met andere landen en
andere tijden, gaat men voort, om bij de natie
eene kunstmatige agitatie optewekken, waardoor,
in bet belang eener party, die driftig er naar
haakt om op bet kussen te komenhet tegen
woordig bewind, zoo mogelijk, ten val moet
worden gebragt. Daartoe worden allerlei mid
delen aangegrepenonverschillig of ze laag of
goed zijn en bet is natuurlijk, dat bier en daar,
vooral bij de minkundige menigte het doel wordt
bereikt. Wij spreken niet van de belagchelijke
pogingen, als daar zijnbet verwijt aan de mi
nisters, dat zij voor eenigen tijd de stad ver
laten de klagtdat bij de naald-onthulling
geene ministers tegenwoordig waren, niettegen
staande men er vier onder de aanwezigen telde;
de grief, dat op dien dag geene vlaggen waaiden
van de ministerieele bureaux, en dergelijken
maar wij wijzen op de telkens en ook nu weder
herbaalde verzekering, dat de finantien van bet
rijk achteruitgaaneene verzekeringdie bet
meest van allen de gemoederen onthutst en die
men voor de eenvoudigen zoo weet voortestellen,
dat deze inderdaad daaraan gelooven.
Zoo heeft men nu weder daarvoor een bewijs
willen leveren, door uit de Staats-Courant
opgaven te constateren, dat in de zeven eerste
maanden van dit jaar de middelen zooveel min
der hebben opgebragt, dan geraamd was. Al
aanstonds moet echter daarbij in aanmerking
genomen worden, wat ook de oppositie erkent,
dat de laatste maanden gewoonlijk meer ople
veren dan de eerste, en dat men dus eerst aan
bet einde des jaars een billijk en volledig oor
deel vellen kan. Maar wat het voornaamste is,
als men over voor- of achteruitgang spreken
zaldan moet men de inkomsten niet met de
raming vergelijken, maar met de cijfers, die
andere jaren over gelijk tijdperk vertoonen, en
dan zien wij uit de opgave in bet dagblad
overgenomen, dat de middelen van 1861 af,
telken jare meerder hebben opgebragt, dat daar
in een gestadige aanwas is waartenemen, en dat
eerst dit jaar met bet naastvoorgaande eene
minder gunstige verhouding toont. Het behoeft
echter wel niet herinnerd te worden, dat bier
bijzondere omstandigheden in aanmerking te
nemen zijn, dat, gelijk wij boven zeiden, eerst
met bet einde des jaars zal kunnen beslist wor
den, en dat er in geen geval van achteruitgang
sprake kan zijnwaar men een zoo gunstig
verschil waarneemt met vroegere jaren. Het
klinkt zeker zeer treurig als men boortdat bij
dat einde een vreesselijk tekort zal ontdekt wor
den, van niet meer of minder dan zeven ton
nen gouds, maar men houde daarbij op bet oog,
dat dan eerst nog alle die als dit en als datdie
de oppositie reeds als bewezen aanneemt, werke
lijk gebeuren moeten, en dat er dus voorsbands
nog geene reden van bekommering is, al aclit
ook eene zekere partij bet vaderland reeds ver
loren.
Hetzelfde geldt ook van de sombere voor
stellingen, die van bet koloniaal beheer worden
gegeven. Terwijl er nog geenerlei berekening
te maken valt, van hetgeen de Indische baten
zullen opleveren, heet het toch, dat de sloopers
maatregelen van den tegenwoordigen minister
eenen ruineusen invloed hebben. Het is scher
men met woorden zonder eenig bewijs te leveren,
waarbij men dan ook nog voorbij ziet, dat in
die klagt eene groote inconsequentie schuilt.
Op andere tijden wil men, dat onze begrootingen
zooveel mogelijk los gemaakt zullen worden van
de Indische baten, men zegt althans dat men
dat wil, en dan wil men weer, dat ze al milder
zullen vloeijen en dat de regering, bet daarop
aanleggen moet, al ware bet door maatregelen
waar voor het gevoel van menschelijkheid, van
regt en billijkheid terugdeinst. Kortom, als men
alles te zamen neemt, dan geeft juist de rede
nering der oppositie den meesten grond van ge
rustheid en behoeft men zich niet te agiteren
over bezwaren in bet brein van den dagblad
schrijver uitgebroeid. Deprecieert deze alles wat
groote en kleine ministerieele bladen schrijven
omdat het eenzijdig zoude wezen, waarlijk het
oppositie orgaan rnogt wel bedenken, dat bet
juist daarom zijne bestendige lezers beeft, omdat
bet altijd alles wat ministerieel is van eene
verkeerde zijde weet voortestellenen dat het
wel bet minst van allen regt heeft, om over
eenzijdigheid van anderen te klagen.
In de raadsvergadering van beden zijn:
eenige stukken medegedeeld, de rekening en
begrooting der schutterij vastgesteld, benoemd
tot leden der Commissie van toezigt voor de
lioogere burgerschoolde Heeren J. IV. van
Kerkwijk en K. Broes van Dort en de overige
zaken aangehouden.