DINGSDAG 22AUGUSTUS. 1865. IN0. 64. 52ste Jaargang. PLAATSELIJK lilXiUli VAN GOES. GOESSCHE €01'IK A NT. I>e uitgave dezer t oiiiiint geschiedt Maandag en Oonderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,35, fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels n !,20 behalve het zegelregt. I)e inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dog der uitgave. BeK.end.mal5.ing. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, van het bureau van stemopneming aldaar, ontvangen hebbende de Processen-Verbaal van inlevering der stem briefjes en het opmaken der gedane stemming ter be noeming van Twee Leden in den Gemeente Raad van Goes, gehouden den 18 en 19 dezer, uit welk laatste proces-verbaal is gebleken, dat van de 250 gel dige stembriefjes, tot lid van den Gemeente-raad be noemd is de Heer C. C. van den BOSCH, met 138 stemmen: en dat voor het tweede lid eene herstemming zal moeten plaats hebben tusschen de heeren A. NORTIER, die 103 stemmen, en dr. K. BROES van DORT ,„76 hebben bekomen. Brengen overeenkomstig art. 96 der kieswet van den 4 Julij 1850, Staatsblad no. 37) ter kennis van een ieder die het aangaat, dat afschriften van genoemde processen verbaal, ter gewoner plaats in deze gemeente zijn aangeplakt en dat gelijke afschriften ter inzage voor iederter secretarie zijn nedergelegd, waar de zelve dagelijks (uitgenomen des Zondags) van des voor middags 9 tot des namiddags 2 ure voorhanden zullen zijn. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 19 Augustus 1865. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris H. C. PILAAR. Bels.end.maM.ing;. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, gezien hebbende het schriftelijk verzoek aan heeren Gedeputeerde Staten gedaan door JACOBUS JO HANNES LEGOINTRE, om het huis wijk C, No. 81, kadastraal sectie D, no. 1369, tot SIGAREN FABRIEK interigten. Gelet op het koninklijk besluit van den 31 Ja- nuarij 1824, (Staatsblad no. 19), mitsgaders op het besluit, van heeren Gedeputeerde Staten dezer pro vincie, van den 7 October 1842, no. 17, (provinci aal blad no. 98). Overwegende dat tot het opmaken van proces verbaal de commodo et incommodo, gevorderd bij art. 4 van welgemeld koninklijk besluit, de eigenaars en bewoners der naastgelegene panden in hunne be langen moeten worden gehoord en dat het tevens nuttig kan zijn om een ieder in de gelegenheid te stellen zijne bezwaren aan het gemeente-bestuur ken baar te maken. Brengen bij deze ter kennis van een ieder die daarbij belang kan hebben, dat de adressant bene vens de eigenaren, bewoners en gebruikers der nabij gelegene eigedommen zijn opgeroepen om op Zaturdag den 26 Augustus aanstaande, des namiddags ten een ure, voor burgemeester en wethouders in hunne ge wone vergaderkamer, ten raadhuize te verschijnen ten einde ter zake voorschreve in hun belang te worden gehoord en dat te gelijker tijd aan een ieder die zulks mogt verlangen de gelegenheid zal gege ven worden om zijne bezwaren daartegen op te ge ven, ten einde in het proces-verbaal vermeld te worden. En zal hieraan door insertie in de Goessche Cou rant publiciteit gegeven worden. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 19 Aug. 1865. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. Het is een oud en bekend thema, waarop de oppositie telkens terugkomtdat het minis terie niets uitvoert, geene zijner beloften houdt en het land door niets-doen ten verderve voert, terwijl zij bij iedere wet, bij iedere inrigting die er tot stand gebragt wordt, het verderf des lands ziet in hetgeen het ministerie doet. Thans geeft zij eene variatie op dat oude thema en toetst de geschiedenis van het afgeloopen zittingjaar aan de troonrede, door Z. M. den koning bij de opening der kamers in 1864 uitgesproken. Zij somt daarbij op hoevele beloften er gedaan maar niet vervuld zijn. Wij laten haar gaarne het genoegen, om langs dien weg naar haar doel te strevenmaar het komt ons onvoegzaam voor, dat zij op die wijze den naam des konings in den strijd mengt. Een van beiden toch moet waar zijn, als de redenering der oppositie opgaat: of de koning is een bloot spreekma chine dat gedwee alles overbrengt wat het ministerie voorzegtzonder eenig oordeel te hebben over hetgeen het laat hooren, en in casu laat hij zich dan gebruiken om de natie te misleiden; of de koning spreekt eene troon rede uit, met welker inhoud zijne ministers hem vooraf hebben bekend gemaakt, met bijvoeging van de gronden waarop die inhoud rust, en dan is de beschuldiging der oppositie tegen den koning gerigtdie medewerkte om beloften te doen die niet nagekomen werden. In ieder geval is hare handeling in strijd met den eer bied voor het koningschap waarvan zij met woorden altijd zoo hoog opgeeft. Indien het klinken van meerdere stemmen als bewijs gelden kan dat de zaak waarover zij zich laten hooren meer sympathie vindt dan heeft de conservatieve oppositie in ons land een nieuwen steun gevonden in een ongenoemde, die het liefelijke dagblad gekozen heeft als voer- middel, om zijne anti-ministerieele denkbeelden onder de menschen te brengen. De nieuwe arbeider komt zeker van pas, nu men zoo wat uitgestudeerd raakt en de vakantie der kamers niet dagelijks stof tot lasteren geeft. Hij geeft echter niets nieuws en is kennelijk een kwee- keling van het orgaan, die echter in een opzigt een stap verder gaat en misschien daarom wel werd gebruiktom te schrijven wat anderen liefst niet schrijven. Hij houdt namelijk vol dat het schadelijk is om begrootingen af te stemmen als bewijs van wantrouwen in het ministerieel bestuurmaar bomt niettemin tot de conclusie, dat nu het zeker is dat een mi nister aftreedtzoo zijne begrooting zij het slechts met meerderheid van ééne stem, wordt verworpen, geene staatspartij bestand is tegen de verleiding om naar dat irrationeele middel te grijpen. In den tegenwoordigen stand van zaken en op zich zeiven beschouwd, schijnt deze bijvoeging van weinig beteekenis, maar wij her inneren ons, dat reeds sedert eenigen tijd de aandacht gedurig gevestigd wordt op de verkie zingen van het volgende jaar, en dat de taktiek der oppositiepartij eenvoudig is, om zich eene meerderheid van stemmen te verwerven, onver schillig of die uitgaan van knappedegelijke vertegenwoordigers als zij maar volgen ten einde ook met de geringste meerderheid het ministerie te doen vallen. De oppositie blijft zich in dat opzigt, op elk gebied gelijk; zij vraagt niet naar bekwaamheid of geschiktheidmaar zij wil ja-broers of neen-stemmers, hoe men ze ook noemen wil, die stelselmatig afkeuren wat van de liberale rigting uitgaat en die dan ook slechts dezen of genen, daarop afgerigten leider te volgen hebben. Listig maar geslepen wordt reeds lang te voren de menigte bewerkt, nu eens door op godsdienstige hartstogten, dan weder door op finantieele belangen te speculeren. Ver volgens sluit men zich aaneen en volgt blinde lings het bevel, dat van de zich Schuilhoudende superior's gegeven wordt, alles ter eere Gods, maar in de hoop van ware het slechts ééne stem te winnen. Met taai geduld en onder allerlei kuiperijen wordt het aangevangen werk voort gezet want de aanhouder zal winnen, wat in de taal der geloovigen heet: de regtvaardige zaak zal triomferen. Zoodoende streeft men naar het puntwaarop eene enkele stem de schaal naar de zijde der oppositie kan doen overslaan, en al is het dan ook aftekeuren, dat men op betreu renswaardige wijze gebruik maakt van zijn regt, men deinst er niet voor terug, want het poli tiek fanatisme acht ook het middel door het doel geheiligd. Wij twijfelen er dan ook niet aan of men is nu reeds in de weer om voor de verkie zingen in een volgend jaar te werken om, zoo het gelukte, eenige heele of halve anti-ministeri- eelen in de kamer te brengen, zoodat de kans zich opdeed, om eene of meer begrootingen al ware het met ééne stem te laten vallen. Wij lezen het nu reeds; dat middel zou tebaat genomen worden om zich zoodoende van de ministers te ontslaan en het politiek vergrijp zou slechts eene noodzake lijke vrucht der omstandigheden, een nooddwang wezen. De oppositie verzuimt geen tijd en hééft een ver vooruitziende blikzij wordt geholpen nu eens door de zorgeloosheid, dan weder door de verdeeldheid van anderen. Om eenmaal het bestaande omver te kunnen werpen getroost zij zich allesneemt zij ook het onbeduidende in hare dienst, en als zij aanvankelijk niet slaagt, troost zij hare vrienden, met te wijzen op de zeer kleine schreden, die zij toch vorderde. Uit dat oogpunt gezien kwam het woord, schijnbaar zoo

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 1