1805. IN0. 38.
52ste Jaargang.
35tnncii(anöscl)c lengten.
MAANDAG 15 MEI.
de oprigting van het Fonds ter aanmoediging
en ondersteuning van de Gewapende Dienst
in de Nederlanden. Dat Eonds, gestijfd door dt giften
tijdens den strijd tegen België ontvangen, door jaarlijksche col
lecten, door schenkingen en legaten heeft namens het Nederlaud-
sche volk aan vele duizenden hulp iu hunnen nood aangeboden:
aan aller billijke aanvragen te voldoen is het echter nimmer bij
magte geweest. Het daartoe in staat te stellen zoude eeue schoone
uitging van onzen volksgeest zijn; maar nu wij weldra met dank
baarheid herdenken zullen, hoe voor 50 jaren bij Waterloo onze
vrijheid verzekerd werd, nu vooral mag van ons verwacht worden,
dat wij het voorbeeld onzer Vaderen volgende, het door hen ge
stichte Fonds sterken, opdat:
MSCHE ('OliltWT.
I»e uitgave deser Conrant geschiedt Maan
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
I'rljs per kwartaal 1,35fr. p. p. J 1,90
Gewone ad vertent lEn worden a SO cl. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van
1-6 regels f 1,20, behalve het zegelregt,
De Inzending van advertentlën kan gesehieden tot vóór drie aren des namiddags op den dag der uitgave.
BoliLondmaltlng.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES,
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden in deze ge
meente, dat de blanco verzoek-biljettenom acten en vergun
ningen voor de JAGT ES Y1SSCHERIJ, vermeld in art. 5
der wet van den 13 Junij 1857, (Staatsblad no. 87,) van heden
af, op de gemeente-iecretarie kosteloos verkrijgbaar zullen zijn
en dat die verzoekschriften behoorlijk ingevuld en onderteekend
in den loop dezes maand moeten worden ingediend bij den bur
gemeester, ter opzending aan den heer commissaris des konings
iu deze provincie.
En opdat zulks algemeen bekend zij, zal deze worden afgekon
digd, aangeplakt en geplaatst in de Qoestche Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 13 Mei 1865.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
- 1
LJNDQ EN O 0 TEN
Toen nu 50 jaren geleden ons onafhankelijk volksbestaan be
dreigd werdheeft het Nederlandsche Leger, onder aanvoering
van den Prins van Oranje, krachtig en roemvol medegewerkt tot
afwending van het gevreesde jukmaar ook zij, die zei ven het
zwaard niet konden aangrijpen, hebben willen bedragen ter bewa
ring der vrijheid kort te voren verworven, en toen van eenige edele
mannen eene roepstem uitging „ter vereeniging in werkzame
liefderijke, vaderlandsche, deelnemende zorg voor oude Nederlandsche
Krijgslieden," was het antwoord, door het gansohe volk gegeven
aan de deelgeregtigden van Waterloo eene extra gratificatie
worde verleend ter herinnering aan die heugelijke overwin
ning; in het Fonds als deelgeregtigden worden opgenomen
alle Nederlanders, die bij Waterloo gestreden hebben, en van
goed zedelijk gedrag doch onvermogend zijn; de categoriën
van deelgeregtigden tot het Fonds worden uitgebreid, opdat
bonderde oude en verminkte of infirme krijkslieden ook van
andere oorlogen niet te vergeefs onderstand vragen.
Moge die verwachting niet worden beschaamd! zegge niemand:
het is de roeping des Staatsniet de mijneden krijgsman in
nood te ondersteunen! De Staat ja verleent peneioen en gage-
ment, maar kan dat niet als naar regelen bij de wet vastgesteld,
en vermag niet acht te slaan op de bijzondere omstandigheden
van iederen gebrekkigen of ouden krijgsman.
Nederlanders! in 1815 beriep men zich niet, waar het gold
een werk van liefde aan den krijgsman te verrigten op den Staat,
doet ook gij zulks niet in 1865.
De buitengewone giften die Gij tot de voorschreven doel
einden zult willen afzonderen, zullen worden ingewacht door al
de Leden van het Hoofdbestuur, en door al de Leden der Dis
tricts- en Plaatselijke Comraissiën ten Uwent gevestigd.
Amsterdam, 10 Mei 1865.
Het Hoofdbestuur van het Fonds ter aanmoediging en
ondersteuning van de Gewapende Dienst in de Nederlanden:
J. W. H. RUTGERS van ROZENBURG, President.
H. L. M. LUDENSecretaris.
De leden der Districts-Commissie te Goes zijn:
Mr. W. G. de KNOKKE v. d. MEULEN.
a J. H. de LAAT de KANTER.
J. A. A. FRANSEN van de PUTTE.
M. J. SOUTENDAM.
Dr. N. J. F. VERSCHOOR.
Bij gelegenheid dat wij eene plaats verleenen aan het mani
fest aan het Nederlandsche volkdoor het hoofdbestuur van het
fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst
in de Nederlanden gerigt, vestigen wij de aandacht ook van onze
lezers op den belangrijken gedenkdag, die aanstaande is. Weldra
zal het 50 jaren geleden zijn, dat de slag bij Waterloo plaats
hadde veldslag die door eene schitterende overwinning voor
ons gekroondons in 1813 herboren volksbestaan bevestigde.
Wel werd jaarlijks die dag meer of minder in herinnering ge-
bragtmaar de belangstelling verflaauwde door allerlei verklaar
bare oorzaken. Het is daarom wel eens goed, dat groote ge
beurtenissen in opzettelijke feestvieringen worden herdachtomdat
bij volgende geslachten de dankbare berinnering daarvan zoo ligt
veÜoree gaat. Al zijn er cog maar weinigen in levendie san
den beslissenden slag hebben deelgenomen, al is voor een groot
deel een nieuw geslacht verrezen dat slechts uit de geschiede
nis de gewigtige gebeurtenis kent, ons volk heeft aan het feit
van 18 Junij 1815 te veel te danken, dan dat de nu levenden
zouden mogen vergeten, wat de graven op Waterloo's vlakte
verkondigen. Indien eens de daar geleverde slag eenen anderen
uitslag had gehadwie zegt onswat treurige en ver strekkende
gevolgen daaruit waren voortgekomen. Maar zeker is het, dat
de val van den overweldiger ons het rustig bezit hergaf van pas
herkregen voorregten; dat de overwinning met zooveel bloed
gekochtaan de bevordering van eenen weldadigen vrede bevor
derlijk wasdat Oranje's trouw aan het vaderland, daar bezegeld,
eenen hechten band om het gewaardeerde stamhuis en het Neder
landsche volk gevlochten heeften dat nog de latere geslachten
de heilrijke uitkomst van dien bloedigen stryd zullen zegenen.
Waarom zou dan geene blijde feestviering worden voorbereid, en
hoe natuurlijk is hetdat het vaderlandsch gevoel wordt opge
wektopdat na 50 jaren, die eerste dag der week, die toen
redding bragt uit nood en angst, nog eens met dankbare inge
nomenheid worde herdacht. Maar wij vereenigen ons ook gaarne-
met het woord aan onze landgenooten, hierboven geplaatst, en
sporen er toe aan om vóór alles de erkentelijkheid voor de
ootTangen weldaad in eene daad der liefde te toonen. Daardoor
wordt het beste gedenkteeken opgerigt en het meest genotrijke
I feest gevierd. En hoe gelukkiger wij ons gevoelen, dat nog
altijd de vrede-palmen ons beschaduwen, desteminder mogen wij
vergeten tot wat prijs zij verkregen zijn, destemeer voegt het
ons een heilige pligt omtrent hen te vervullenwier krijgs-
lauweren onze roem onze trots moeten zijn.
-^5
De tweede kamer/ is ^etfcd^/b^andeling van het regering»
reglement voor Wfest^ Indie' Z^.tUrdóg genaderd tot art. 117.
Verscheidene amendjsmepten o. door den heer Roehussen voor
gesteld zijn verworpen. Aaqgenomtp is het amendement van den
heer Schimmelpenning- waarbij de geestelijken en bedienaars ran
de godsdienst van allÓMleelneraing aan het bestuur worden uit
gesloten.
(Per Telegraaf.) In de zitting van heden is genoemd regie-