POSTERIjm
ADYERTEjSTIEN.
OPENBARE BESTEDING.
Het Schilderwerk van het geheele inwendig
gedeelte der Kerk, met eenige Reparatiën
aan bogten en banken,
Eenige Vernieuwing- en Herstellingswerken
aan de Gebouwen van het Weeshuis aldaar,
den zullen worden ten deze nalatig te zijn geweest en zich na
dien tijd komen aangeven of ontdekt worden aan het einde der
registers ambtshalve worden ingeschreven, onverminderd de daarop
vastgestelde boeten en straffen.
Gedaan te Göesden 29 April 1865.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. P IL A A B.
De DIRECTEUR van het Postkantoor te Goes brengt ter
kennis van het publiek, dat, met 1 Mei j. 1., buiten de thans
bestaande gelegenheid tot correspondentie naar Hulst, Neuzen
en Sas-van-Gender een tweede is ingevoerd door middel van
de dagelijksuitgezonderd des Zondagstusschen Neuzen en
Hoedekenskerke varende stoombootterwijl het vertrek van het
kantoor zal plaats hebben ten acht ure des morgens, en de lig-
ting der busuiterlijk ten 7 ure 45 minuten.
Goes, den 4 Mei 1865.
De Directeur voornoemd,
J. FICHET.
BELGISCHE CORRESPONDENTIE.
Brussel 29 April 1865.
In den loop dezer week was men algemeen verontrust over
den toestand des konings, welke na zijne terugkomst uit Enge
land, naar het schijnt, in zorgverwekkende omstandigheden ver
keert. Niet dan met tegenstand des konings wisten de ministers
in zooverre hunnen invloed te doen gelden, dat er eiken morgen
een bulletin over den toestand des konings wordt uitgegeven.
De publieke opinie echter hecht betrekkelijk weinig waarde aan
de in die bulletins vermelde minder ongunstige berigten en zij
houdt den hoogen lijder voor veel gevaarlijker ziek dan men het
van hooger hand den volke doet verkondigen. Zooveel is zeker
dat de toestand des konings nog immer gevaarlijk blijft
doctor William Jenner, kleinzoon van den onsterfelijken uitvinder
der koepok-inenting, en die op verzoek van koningin Victoria,
den grijzen Leopold op zijne terugreize van Engeland begeleid
heeftwas toch twee achtereenvolgende malen genoodzaakt zijn
vastgesteld vertrek uit te stellen. De hertog van Braband dooi
den telegraaf bekend gemaakt met het twijfelachtig verloop der
ziekte van koning Leopold, zal in de eerste helft der maand Mei
hier terugkeeren. Naar men zegt is de hertog daardoor verhint
derd zijne Indische reis tot op het eiland Java uit te strekken.
Hevige ontsteltenis en verontwaardiging heerschen ook hier
over de zoo verraderlijke moord gepleegd op Abraham Lincoln;
koning Leopold heeft onmiddellijk den heer Sandjort, Amerikaansch
ambassadeur, zijne deelneming aan den rouw waarin de Veree-
nigde Staten door den moord op den president gepleegd, doen
betuigen.
De vlag op de Amerikaansche ambassade waait halver vlag
en is in floers gehuld. De Noordelijken hebben voof den tijd
van dertig dagen de rouw aangenomen. Hier gelooft men dat
deze gebeurtenis den nekslag toebrengt aan de zaak der Zuide
lijken zeker is het dat zij daardoor veler sympathie verloren
hebben.
De kamerzitting van verleden Donderdag werd geheel gebezigd
tot behandelen van een voorstel van den heer Ilenri de Brouckere,
dat tot doel had eene commissie van zes leden te benoemen om
te onderzoeken hoe de ministers behoorden te regt te staan, voor
misdrijven gepleegd buiten hunne ambtsbetrekking zakelijk
komt het er dus op aan, de rol te bepalen welke de kamer der
volksvertegenwoordigers zal moeten spelen, na het duel dat on
langs tusschen den minister van oorlog en een afgevaardigde
plaats vond.
Uit de artikels 90 en 134 der Belgische grondwet blijkt, dat
de ministers alléén kunnen te regt staan voor het hof van cas
satie en dat zij alléén kunnen vervolgd worden door de kamer
der volksvertegenwoordigers. Men heeft daartegen aangevoerd
dat deze begunstiging alleen betrekking heeft op staatkundige
misdrijven en dat voor alles wat het burgerlijk regt aangaat,
de ministers voor de gewone regt.banken kunnen getrokken wor
den even als elk ander burger van den staat.
Dit is echter het denkbeeld niet der ernstige regtsgeleerden.
Daarom verzocht de heer de Brouckere dat de kamer oplettend
deze vraag zou overwegen. De heeren Bumortier en Coooians
bestreden dit voorstel. Voor hen toch is de toestand der zaak
zeer eenvoudig. De procureur-generaal zeggen zij, verzoekt toe
stemming van de kamers om ministers en afgevaardigden te ver
volgen de kamer staat zulks toe en daarmede is de zaak uit.
De heer Bumortier gaf zelfs te kennen dat het gouvernement
verpligt was vervolging te gelasten en daar sedert veertien dagen
de dagbladen der oppositie allerlei verhalen opdisschenzoo
wenscht hij te weten of het waarheid bevat, dat de heer de Bavaij,
procureur-generaalvervolging wilde instellen en daarin verhin
derd is geweest door den minister van justitie. Met leedwezen
werd daarop den heer Bumortier medegedeeld, dat juist de heer
de Bavaij van meening was, dat het hem niet toekwam de mi
nisters te vervolgen.
De heeren Orts, Birmez, Bara, Tesch en de Rheux hebben in
hunne antwoorden aan de oppositie bewezen dat de ministers
eenig en alleen door de kamer vervolgd en voor het hof van
cassatie kunnen te regt staan, zelf voor misdrijven gepleegd buiten
de uitoefening van hunne waardigheid. De heeren Guillery en
Coomans verlangden dat de commissie, die men in de aanhangige
zaak moest benoemen zich eerst zou bezig houden tot het vast
stellen eener wet op de ministeriëele verantwoordelijkheid en
eerst dan de zaak zou onderzoeken. De heer Bumortier stelde
toen voor, dat die commissie al de wetten, tot op heden in het
buitenland op de ministeriëele verantwoordelijkheid bestaande
zou doen vertalen en als vergelijkingspunten doen dienen. De
heeren Birmez en Orts brachten de discussie op haar wezenlijk
standpunt terugde commissie dient zich onmiddellijk bezig te
houden met het feit dat haar zal worden in handen gesteld en
een voorstel te formuleeren, waarbij de inbreuk door hooge staats
ambtenaren op de wetten des lands geschiedniet ongestraft
voorbijgaat. In deze zitting deed zich het vreemde verschijnsel
voor, dat de oppositie het regt van den volksvertegenwoordiger
verkortte en den voorrang der regterlijke- op de wetgevende
magt zocht ingaug te doen vinden.
De heer de Rheux die in vroegere jaren een zoo groot deel
nam aan de discussie over artikel 90 der grondwet, zag de zaak
beter in dan de heeren Bumortier on Coomans; van zijne zijde
dus ondervond het voorstel van den heer de Brouckere onder
steuning, dat dan ook met algemeene stemmen werd aangenomen.
Op VRIJBAG 12 MEI 1865 des morgens 11 ure, te
Ovezandin de herberg bij de wed»; M. van Eijkerïn door
Kerkvoogden van de Hervormde Gemeente aldaar, van-.
volgens bestek, ter lezing liggende in gemelde herberg, waarvan
aanwijzing zal geschieden tenzelven dagedes morgens 10 ure.
Het BURGERLIJK ARMBESTUUR zal op Maan
dag den 15 Mei 1865 des avonds ten zes urein
het openbaar bij enkele inschrijving trachten aantebesteden
waarvan locale aanwijzing zal geschieden op Maandag den 8sten
bevorens des namiddags ten een ure terwijl de voorwaarden
van besteding inmiddels in het Weeshuis ter lezing liggen.
Goes den 2 Mei 1865.
J. W. van KERKWIJK Voorz.
H. C. PILAAR, Secr.-Penn.
Wordt TERSTOND gevraagdeene bekwame
^oow®*-V7'2*c5>-o.v7vre-IM;eic3.
bij JACS. BUSTRAANlandman te Wemeldinge.
vJ1
SA
TERSTOND eene DIENSTMEID benoodigddie
met de pot en wasch kan omgaan, bij J. KARREMAN,
Logementhouder te Heinkenszand.
Eij een weduwnaar wordt gevraagd eene DIENSTMEID
van de P. G.van goede getuigschriften voorzienbe
kwaam voor het huishouden in eene drukke affaire, om dadelijk
in dienst te treden. Men gelieve zich met franco brieven of
in persoon te vervoegen bij de boekhandelaars SCHETSBERG
KLEEUWENSVlasmarkt Goes.
COMMISSARISSEN der ZEEUWSCHE BRAND
WAARBORG-MAATSCHAPPIJ, gevestigd te Zie
rikzee brengen bij deze ter kennis van de daarbij belangheb
bendendat op Bonderdag den 11 Mei e. k.des namiddags
ten één ure in het Hotel van Oppen te Zierikzeedoor hen
Rekening en Verantwoording zal worden gedaan
hunner Administratie over den jare 1864 mitsgaders verslag
van den gunstigen staat dezer Maatschappij en noodigen alzoo
bij deze de Deelhebbers uitom deze Vergadering met hunne
tegenwoordigheid te vereeren.
Commissarissen voornoemd
Be tijdelijke Voorzitter
Mr. C. de CRANE.
Op last derzelve
Be Boekhouder
Mr. JAC. S. BOEIJE.
GOES. drukkerij van F. KLEEUWENS ZOON.
Uitgevers der Goessche Courant.