1805. N°. 35.
52"* Jaargang.
.BmnenfanbscQc OAeriglen.
DONDERDAG 4 MSI
Beb.eudma3x.lng.
OOKSM IIE COURANT,
I>e uitgave deter Courant geschiedt Maaa.
tlag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen,
l'rlje per kwartaal 1,75 fr. p. p. ƒ1,90-
Gewone advertentlOn worden a SO ct. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huweiyks- en doodberlgten van
1-0 regels f l,tO, behalve bet zegelregl.
De Inzending van advertentiEn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Bij dit nommcr behoort alï Bijvoegsel no. 55*.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES,
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente:
Dat de PATENTEN over het dienstjaar 1864 (loopende van
1 Mei 1864 tot ultimo April 1865)aangevraagd gedurende
het derde kwartaal van dat jaar, ingevuld gereed liggen en tot
derzelver afgifte, ter secretarie tal gevaceerd worden, van heden
af tot Zaturdag den 20 dezer, uitgenomen des Zondags, dagelijks
van des voormiddags negen tot des namiddags twee ure.
Wordende de belanghebbenden vermaand, om die afhaling in
persoon te verrigten en rich den bepaalden tijd ten nutte te maken,
ten einde van alle kosten bevrijd te blijven, Yermits volgens
art. 7 van Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820,
de onaf gehaalde patenten of de afschriften van dezelvedoor
eenen deurwaarder der directe belastingen, onverwijld aan de
patentpligtigen moeten worden uitgereikt, tegen betaling van Hen
centwaartoe dan ook den 25 dezer en volgende dagen zal
worden overgegaan.
Gedaan ten raadhuite van Goes, den 4 Mei 1865.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
11. C. PILAAR.
Naauwelijks is de Tweede Kamer bijeengekomen of ter
stond is de oppositie weder in de weer, om de zaken van haar
standpunt te beoordeelen en te veroordeelen waarbij hare incon
sequentie in vernieuwde en duidelijke proeven blijkt. De re
gering heeft aan het Amerikaansche gouvernement van hare sym
pathie doen blijken, bij gelegenheid der treurige geschiedenis
van de laatste dagen; de heer van Zuijlen, dit schijnbaar igno-
rcrende, doet een voorstel, om van wege de kamer aan het
kabinet te Washington een schrijven te rigten; de minister laat
geheel aan de kamer over dit te doen al dan niet, na hetgeen
de regering reeds heeft gedaan; hij volgt een natuurlijke gedrags
lijn en ziet nu heeft hij zijne antipathie geprononceerd,
't Is waarlijk wonder, dat niet aanstonds de heer van Gollstein
de oude, opgestaan is, om te zeggen, dat een kleine staat als
de onzede groote niet moest willen navolgen en zich in de
zaken van anderen mengen. Nu de regering iets deed, dat
de oppositie prijzen moetomdat zij ongedacht met da rege
ring zamenwerktenu wordt het delict in de woorden des
ministers gezocht, 't W are inderdaad het best, dat de oppositie
maar eens opgaf, hoe zij de zaken behandeld wilde hebben en in
welken vorm. Doch dat zou het belang van zekere conservatieve
aandeelhouders, die van het eeuwig tegenspreken hun dividend
trekken niet toelaten. Eene andere griefwaarmede de oppo
sitie haren nieuwen veldtogt opent, is, dat de regering te weinig
en te veel gaf. Zij gaf juist wat men niet verlangde en hield
terug wat zoo vurig werd begeerd. Voorloopige verslagen wer*
den beantwoord maar dat was veel te overhaast; anderen bleven
nog onbeantwoord en toevallig zijn dat juist weder de gewig-
tigste. Waarlijk men moet medelijden hebben met eene partij,
die zóó pessimistisch isdat traagheid en spoedgeren en
niet gevendat alles haar om den wille des lieven Vader
lands zorgen baart. Maar eerbied verdient eene regeringdie
rustig en kalm met vasten tred den aangewezen weg volgt,
zonder te luisteren naar de stem van hen die heden afkeuren
wat zij gisteTen prezen of omgekeerd, omdat zij in oppositie
willen zijn. Is het daarbij waar wat men driest beweertdat
de natie aan de zijde der oppositie staat, dan begint het Neder-
landsche volk deszelfs aard te verloochenendan wordt het nu
wuft en veranderlijkdan wil het nu gaan overhaasten in
sommige opzigten en wil te gelijk talmen met het tot stand
brengen van een en ander daar het met regt naar verlangt.
Die natie mag zich wel eens afvragen of zij gelijkt op het
beeld, dat hare zoogenaamde vrienden van haar geven.
De geschiedenis en uitslag der verkiezing te Arnhem, voor de
Tweede kamer, is in meer dan een opzigt leerrijk. Zij komt ons
niet onverwacht voor, want wij hielden haar voor aangewezen,
maar het is goed om er met den vinger optewijzen, hoe het
bewijs geleverd is van den inTloed, dien de heer Groen zoekt
en werkelijk reeds uitoefent. Wij vinden dus in hem wat men
anderen te laste legt: het streven naar opperheerschappij en
het eischen van blinde gehoorzaamheid. Immers de eenparigheid
zijner partij, bij deze keuze, waarbij schier van niemand anders
sprake is, getuigt, dat aller wil zich oplost in die van het
hoofd en dat de stemmachinesmet opoffering van alle eigen
inzigt, het gegeven wachtwoord volgen. Het perinde ac cadaver.
wordt door de partij van den heer Groen goed begrepen. En
liet zij men hem generaalof dictator of leider noemen wil
wat bij bij zijne partij zoekt, en nu te meer nu hij buiten de
kamer vrijer zich beweegtwordt voor de nadenkenden meer
en meer openbaar.
In bet kiesdistrict Arnhem is tot lid van de tweede kamer
in de plaats van den heer Groen gekozen,- de graaf J. P. 1.
J. van Zuijlen van Nijevelt, thans gezant te Berlijn met eene meer
derheid van omstreeks 300 stemmen.
Naar men zegt is de Eerste Kamer tegen den 18 van deze
maand bijeengeroepen.
Dingsdag heeft de tweede kamer hare zittingen hervat. Als
toen is berigt ingekomen van den heer van Muiken, dat hij zijn
ontslag neemt, wegens zijne bevordering tot luitenant generaal.
De heer van Zuijlen heeft voorgesteld de regering nittenoodigen
om aan het Amerikaansch gouvernement haar leedwezen kenbaar te
maken over den moord op president Lincoln. De minister van
buitenlandsche zaken zegt, dat zulks reeds van wege deze re
gering en ook uit naam van Z. M. den koning is geschied. De
kamer beeft zonder hoofdelijke stemming de motie aangenomen,
zoodat nu door tnsschenkomst van het gouvernement aan dé
Amerikaansche regering zal worden medegedeelddat wat de
Nederlandsche regering reeds gezegd heeft, beaamd wordt door
de tweede kamer.
De kamer is daarna overgegaan tot het trekken der afdeelingen
en verder zijn de voorzitters en ondervoorzitters van dezen benoemd.
Ten slotte is bepaald, dat de interpellatie van den heer Wintgens
over het paleis der staten generaal Woensdag zoude plaats hebben.
In de zitting der tweede kamer van Woensdag is de motie,
vroeger door den heer Wintgens voorgesteld, betrekkelijk het
paleis voor de Staten generaal, mef, 24 tegen 23 stemmen aan
genomen. Daarna heeft de ministejfcvan binnenlandsche zaken
gezegd, dat aan het verlangen der kamer geen gevolg kan worden
gegeven. Deze verzekering fokte eenige discussie uit en de zaak
der motie Wintgens is geëindigd. De werkzaamheden der kame^
zijn daarna geregeld en de zitting bepaald op Vrijdag aanslaande.