35mtcnfonö.
lestebingen en Uerftoopmgen.
IV. Van de leerlingen.
Art. 17. Bij ontstentenis van een leeraar gedurende langer
dan eene weekworden de volgens liet programma aan hem op
gedragen les-uren zooveel doenlijk door de andere leeraren vervuld.
De directeur maakt daarvan eene regeling op, waaraan de leera
ren verpligt zijn zich te houdenbehoudens beroep op de com
missie van toezigt.
Art. 18. De directeur is onder toezigt der commissie, belast
uiet het beheer der scholen.
Hij draagt zorg, zoowel door bijwoning van lessen, als door
andere gepaste middelen dat het onderwijs geregeld en over
eenkomstig de voorschriften gegeven worde.
Art. 19. Hij heeft het algemeen toezigt. over de gebouwen,
schoolmeubelen, verzamelingen, werkplaatsen en andere hulpmid
delen voor het onderwijs.
Aankoopen of bestellingen geschieden op de wijze door bur
gemeester en wethouders voor te schrijven.
Art. 90. De directeur belegt vergaderingen van de leeraren,
zoo dikwijls hij dit noodig acht, of dit door minstens drie hunner
verlangd wordt.
Art. 91. Hij zendt, in overeenstemming met de leeraren,
driemaal 'sjaars aan ouders of voogden het oordeel der leeraren
over het gedrag, de naarstigheid en de vorderingen der leer
lingen in ieder vak afzonderlijk.
Art. 99. Hij zendt ieder jaar in Februarij aan de commissie
van toezigt eeu beredeneerd verslag van den toestand van het
onderwijs, gedurende het afgeloopen jaar. De leeraren verschaf
fen hem daartoe de noodige bouwstoffen.
Art. 95. Wanneer de directeur zich langer dan een dag ver
wijdert verwittigt hij de commissie van toezigt. Voor eene af
wezigheid van meer dan drie dagen behoeft hij hare vergunning.
Art. 94. By ongesteldheid afwezigheid of ontstentenis van
den directeur, wordt zijne betrekking tijdelijk waargenomen door
een der leeraren door de commissie van toezigt telkens bij den
aanvang van den cursus aan te wijzen.
Art. 95. Niemand wordt als leerling tot de lessen toegela
tendan na door de commissie van toezigt te zyn ingeschreven.
Art. 96. Voor den aanvang van iederen cursus wordt er
gelegenheid gegeven tot het afleggen van een examen, waaruit
blijkt of zij die de scholen wenschen te bezoeken de kundig
heden bezitten, vereischt om het onderwijs met vrucht te kunnen
bijwonen.
Tegen den afloop van den cursus wordt in elke klasse een
openbaar examen gehouden.
Door de zorg van de commissie van toezigt wordt de tijd
wanneer en de plaats waar de examens zullen plaats hebben, ter
algemeene kennis gebragt.
Art. 97. In buitengewone gevallen kunnen ook leerlingen
gedurende den cursus worden toegelatenin overleg met den
directeur en met vergunning der commissie van toezigt.
Art. 98. Jongelieden den ouderdom van 14 jaren bereikt
hebbende en niet wenschende liet geheele onderwijs aan de hoo-
gere burgerschool te volgen kunnen zonder examen tot het bij
wonen van enkele lessen worden toegelaten.
Art. 99. Alles wat betrekking heeft op den omvang en de
verdere voorwaarden der examens, de inwendige orde der scholen,
bet beloonen en straffen der leerlingen en de wijze waarop hunne
vorderingen beoordeeld wordenwordt bij huishoudelijk regle
ment door den directeur, onder goedkeuring der commissie van
toezigt, bepaald.
Art. 30. Leerlingen van onverbeterlijk wangedrag, of wier
tegenwoordigheid op de scholen nadeelig is voor de andere leer
lingen kunnen door de commissie van toezigt in overleg met
den directeur van de scholen worden verwijderd.
B. BESLUIT TOT VASTSTELLING VAN HET GETAL
LEERAREN BIJ GENOEMDE SCHOLEN.
Art. 1. Bij de hoogere burgerschool en burger-avondschool
worden benoemd de volgende leerarenals:
a. Drie leeraren in de wis- en natuurkundige wetenschappen
elk op eene jaarwedde van1600,
b. Een leeraar in de aardrijkskunde, geschiedenis en Neder-
landsche taal op eene jaarwedde van1600,
C. Een leeraar in het schrijven, de aardrijkskunde, de geschie
denis en de Nederlandsche taal, op eene jaarwedde van 1200,
d. Twee leeraren in de moderne talen elk op eene jaarwedde
van1600,
e. Een leeraar in het teekenen, op eene jaarwedde van 600,
f. Een leeraar in Je kennis der staatsinrigting en de staat
huishoudkunde op eene jaarwedde van 500,
g. Een leeraar in het boekhoudenop eene jaarwedde van
200,--.
of een leeraar voor de vakken onder f. en g., te zamen op
eene jaarwedde van700,—.
h. Een leeraar in de g3'mnastiek op eene jaarwedde van 300,
Art. 9. Een der leeraren genoemd onder a.b. of d., wordt
tot directeur benoemd en geniet, boven zijne jaarwedde, eene
jaariijksche toelage van 200,benevens vrije woning, vuur
en licht.
C. BESLUIT TOT HEFFING VAN SCHOOLGELD OP
GENOEMDE SCHOLEN.
Art. 1Er zal ter tegemoetkoming in de kosten der hoogere
burgerschool en burger-avondschool schoolgeld geheven worden
ten bedrage van
40,'s jaars voor iederen leerling van de hoogere burger
school in de drie laagste klassen
50,'sjaars voor iederen leerling van de hoogere burger
school iu de drie hoogste klassen
4,'sjaars voor iederen leerling der burger-avondschool.
AnT. 9. Voor iederen leerling der hoogere burgerschool, die,
slechts de lessen in een enkel vak wenscht bij te wonen be
draagt het schoolgeld
5,'sjaars indien eenmaal 's weeks
8.in tweemaal
10,— driemaal
12,— vier of meermalen
in dat vak onderwijs wordt gegeven.
Art. 5. Het schoolgeld is verschuldigd door de ouders
voosden of verzorgers der leerlingen.
D. VERORDENING REGELENDE DE INVORDERING
VAN HET SCHOOLGELD.
Art. 1Het schoolgeld wordt voldaan ten kantore van den
gemeente-ontvanger in vier driemaandelijksche termijnenver
schijnende den I NovemberFebruarij Mei en Auguetus van
ieder jaar.
Art. 9. Bij gebreke van voldoening geschiedt de invordering
overeenkomstig de bepalingen der artikelen 258 tot 262 der ge
meentewet.
Te 's Hage is het berigt ontvangen, dat de grootvorst troon
opvolger van Rusland heden nacht ten 4 ure te Nizza is overleden.
Men spreekt er van dat te Parijs eene zeer piquante bro
chure in omloop is onder den titel. De Geschiedenis van Na
poleon III, door Julius Caesar. De politie doet alle mogelijke
njoeiteu om den schrijver te ontdekken.
De Noordelijken in Amerika zetten hunne overwinnende
togten nog voort en men spreekt er reeds van dat zelfs Lee
gedwongen zal wordenom bij gebrek aan de noodige strijd
krachten zich over te geven. De stad Richmond moet ontzettend
geleden hebben Door brand en plundering is daar eene groote
Vernieling aangerigt, zoodat de schade niet te berekenen is en
voor deze stad althans bet einde van den strijd nog het ver
derfelijkste zal geweest zijn.
Latere berigten zeggen dat Lee reeds heeft gecapituleerd.
In de pruissische kamer zijn thans eenige hoofdstukken
der begrooting aangenomen. Bij gelegenheid van het leggen der
fondementen voor het monument, dat den schandelijken oorlog
tegen Denemarken moet vereeuwigen, heeft men getracht feest te
vieren, maar des avonds was er slechts ééne enkele straat ver
licht. Het volk schijnt begrepen te hebben, dat het beter was
de herinnering aan eene onteerende bladzijde der geschiedenis
met een „heilig Dunkel" te omgeven.
Op Vrijdag 21 April is te Goesdoor de dijks directie der Breede-
Watering Bewesten-Yerseke aanbesteed het maken van vernieuwingen en
herstellingen tot gewoon onderhoud aan 's polders werken tot 1 Mei 1866,
waarvoor zich achttien inschrijvers hadden aangemeld, alsdhr. A. van
Popering Bruinis3e, f 39,000. J. de Rijke Stavenisse, f 36,000. M. de
Vriend Borssele, B. den BoerGoes, J. van de Velde Borssele, G. Dekker
Sliedrecht, ieder/35,000. C. Bolier Cz., Bruinisse/* 34,800. D.A. Dronkers
Middelburg, f 34,000. J B. de Villers Tholen, f 33,000. D. Bolier
Scherpenisscf 32,000. D. Tholens Hoek, 31,400. G. van de Vrede
Neuzen f 30,000. IV. A. Visser f 29,400. A. Roggeband Waarde, 28,800.
J. Hoekman Hoedekcnskerke ƒ28,500. G. Toornvliet Wemeldinge, 28,000.
J. Filis Vlissingen, 2S,00Q. J. Verkuijl Quakkelaar Viissingen, 27,880.
Bij afmijning zijn de werken aangenomen door den 6den inschrijver
G. Dekker, voor f 27,500.
Den 21 dezer is te Middelburg aanbesteed het maken van een ijzeren
brug ter vervanging der draaibrug aver de Aardenburgerhaven welk werk
is aangenomen door dhr. A. B. Stubbé te Sas van Gent voor f 1000.
Op Vrijdag 5 Mei, besteding te Middelburg van het met 800 last ge
wonen Vilvoordschen of Lessinischen steen bestorten van een op 2 Januarïj
1865 afgeschoven oevervak aan den Polder Bruinisse.
ZOUil*££©3t»l±jiSLOXa. EJtO.3a.Cl.
Van den 15 tot en met den 22 April 1865.
Gehuwd: Den 20sten, Marcus Orlelee, oud 27 jaren, jongm.
en Adriana Pieternella tVondergem, oud 34 jaren wed. Jan
Bruggemanoud 27 jaren jongm. en Maria Verheule oud 2L
jaren jonged.
Geboren Den 16den, Adriaan Mathias, z. v. Jan Gunst en,
Johanna Magdalena Remijn. den 1 Iden, Pieter, z. v. Pieter Proos
en Dorothea Sloover. den 18den, Pieternella, d. v. Jacobus Dale
bout en Maria Sara van de Volkere. den 21 sten Jacobus, z. v.
Benjamin den Boer en Catharina Margaretha Agatha van Rooi],