I. Algemeene bepaling. Art. 1. Er wordt in deze gemeente openbaar middelbaar onderwijs gegeven aan II. Van liet onderwijs. Art. 2. Het onderwijs omvat: Art. 5. De omvang van het onderwijs en het getal der vak ken kan door den gemeente-raad, onder goedkeuring van den minister van binneniandsche zaken worden gewijzigd en uitge- gebreid. Art. 4. Zooveel het met de eischen van algemeene ontwik keling en beschaving en met den geregclden gang van het onderwijs bestaanbaar is wordt op de bestemming der leerlingen en hunne bijzondere behoefte gelet. Art. S. Jaarlijks wordt een programma der lessen voor den volgenden cursus, in overleg met de leeraren, door den directeur vastgesteld en vóór den 15 Junij aan de commissie van toezigt ter goedkeuring aangeboden. Art. 6. De leerlingen der hoogere burgerschool ontvangen minstens 30die der burger-avondschool minstens 18 uren les in de week. Art. 7. De cursus wordt den 2den maandag in September geopend. Art. 8. Er zij drie vacantien, eene van zes weken, eindigende bij het openen van den volgenden cursus en twee, ieder van 10 dagen de eene met paschen de andere met kersmis. III. Van de leeraren en den directeur. Art. 9. De leeraren worden benoemd zoowel voor de hoogere burgerschool als voor de burger-avondschool. Art. 10. De verdeeling van het onderwijs in de verschillende klassen der beide scholen tusschen de leeraren, geschiedt volgens het programma der lessen voor iederen cursus vastgesteld. Art. 11. De leeraren bekleeden geene openbare of bijzondere betrekkingen en geven geene privaatlessen zonder vergunning van I burgemeester en wethouders, die vooraf de commissie van toezigt daarop hooren. Deze vergunning wordt niet verleend indien het geven van privaatlessen tot nadeel strekt, hetzij van het onderwijs op de scholen hetzij van haren bloei. Art. 12. De leeraren gedragen zich in zaken de sohooltucht of de inwendige huishouding der scholen betreffende, naar de beslissing van den directeur, behoudens beroep op de commissie van toeziat. Art. 15. De zorg voor de verzamelingen, hulpmiddelen err werkplaatsen, welke bij sommige vakken van onderwijs dienen, is onder toezigt van den directeur, opgedragen aan de leeraren, met dat onderwijs belast. Art. 14. De leeraren doen den directeur, zoo dikwijls hij het noodig oordeeltschriftelijk verslag van den toestand van het hun opgedragen onderwijs, van de vovderingen en het gedrag der leerlingen en den toestand der aan hunne zorg toevertrouwde verzamelingen of werkplaatsen. Art. IS. Een leeraar door ongesteldheid of andere dringende reden verhinderd onderwijs te geven, verwittigt onverwijld den directeur. Art. 16. Voor de afwezigheid van een leeraar, gedurende langer dan eene week, wordt het verlof van de commissie van toezigt, door tusschenkomst van den directeur te vragen, vereischt. voor de toekomst is die de natie den waarborg geeft dat welke personen of namen verdwijnen mogen, het liberaal beginsel zóó vast geworteld, zóó magtig is onder haar, dat het de duur zame grondslag van ons staatsbestuur zal blijven. dJmnenfttnöscfje %ert'Qten. De contribuanten aan het op te rigten monument voor 1813 die nog altijd hopen, dat vóór het eeuwfeest dit monument tot stand zal komen, zullen zeker met belangstelling vernemen, dat de eindbeslissing van Z. K. H. den prins voorzitter der hoofd commissie nog van nadere wijzigingen afhankelijk gesteld is. Men is dus zoo ver gevorderd, dat als alles zal zijn, wat nog niet is, er aan volvoering zal kunnen gedacht worden. Intusschen wordt te Scheningen de gedenknaald opgerigt en voor de ont hulling (feestviering no. 2) is de 24 Augustus, en wel van dit jaar, aangewezen. Het is te hopen, dat men, om als dan gereed te zijn, zich niet weder zal moeten overhaasten. Naar wij vernemen heeft de persoon die als vermoedelijke dader van den diefstal te Yerseke hier gevankelijk is binnen gebragtzijne schuld aan dat misdrijf reeds volledig bekencf. Men schrijft ons uit Colijusplaat, van 21 April. Heden had alhier de eerste algemeene vergadering plaats van j het dijksbestuur en ingelanden van den polder OudNoordBeveland, ter opname der rekening over 1864, (het eerste jaar sedert de vrijverklaring des polders,) het opmaken van de begroeting over j 1865, en andere voorkomende zaken. Er waren 23 stemhebbende ingelanden vertegenwoordigd. De rekening over 1864 werd gearresteerd: in ontvangsten op 25,271,01, in uitgaven op f 18,264,68, goed slot 7,006,33, uit welk goed slot 5,000 zal worden belegd bij eene x>f meerdere Nederlandsche hypotheek banken, in pandbrieven, ter I vorming van eene reservekas, ter bestrijding van buitengewone ongelukken. De begrooting werd voor 1865 vastgesteld: in ontvangsten op 31,606,15, in uitgaaf op 27,382,88 goed slot 4,223,27, wordende het optebrengen dijkgcschot bepaald op 14, per bunder, zijnde 0,56 minder dan in 1864, terwijl al verder nog besloten werd het tractement van den werkbaas of opzigter des polders te verhoogen van 800,tot 1000, De dijksdireetie gaf aan de ingelanden des polders de meeste inlichtingen betreffende den toestand des polders; door laatst genoemden werden met vrijmoedigheid vragen en opmerkingen gedaan, welke door de directie met heuschheid werden beantwoord of aangehoord. Bij allen was eene tevredenheid en opgeruimdheid merkbaar over den aanvankelijk goeden uitslag van het ten vorigen jare genomen cn ten uitvoer gebragt gewigtig besluit tot vrijver klaring des polders, welke aangename stemming zich voornamelijk openbaarde bij den gemeenschappelijken maaltijd waarmede deze vergadering werd besloten zoodat de ingestelde toasten op de directie des polderswaarbij hulde werd gebragt voor hare goede administratie, en niet minder voor hare onvermoeide pogingen om het besluit tot vrijverklaring des polders ten uitvoer te brengen met geestdrift werden uitgebragt en toege juicht. Niet minder was zulks het geval toen de dijkdirectie, bij monde van heer Bijbau hartelijke dronken bragt, ten eersten aan ingelanden voor het bovengemeld gewigtige besluit, en de tusschen ingelanden en directie heerschende overeenstemming, én ten anderen aan dhr. J. A. A. Fransen van de Putte, te Goes, welke steeds zoo vele blijken geeft, dat hijofschoon niet in NoordBeveland woonachtig, toch als ingeland qq., de belangen van den polder OudNoordBeveland, met ijver behartigt. Dat deze heer hierop met warmte antwoordde, en zijne op wekking om steeds met overeenstemming in het belang de3 polders werkzaam te zijn bij allen weerklank vond, is wel begrijpelijk. De dag van heden was dus voor Dijks-directie en ingelanden van den polder OudNoordBeveland een aangename dag, en zal, hopen wij, later blijken ook een heilrijken dag te zijn geweest. A. Z. Den 21 April is op de visscherijen in de Ooster-Schelde de eerste ansjovis gevangen. Volgens vroeger gedane belofte, deelen wij de verordening mede, door den raad dezer gemeente vastgesteld, betreffende de hoogere burgerschool en buvger-avondschool. A. VERORDENING REGELENDE IIET MIDDELBAAR- ONDERWIJS. a. eene hoogere burgerschool met zesjarigen cursus. b. eene burger-avondschool, voornamelijk bestemd voor aan staande ambachtslieden met driejarigen cursus. 1". aan de hoogere burgerschool a. de wiskundeb. de beginselen der natuurlijke historie c. die der natuur- en scheikunded. de gronden van de ge meente- provinciale- en staats-inrigting van Nederland e. de beginselen der staatshuishoudkundehet boekhoudenff. het schoonschrijven; h. bet hand- en regtlijnig teekenen; de aard rijkskunde k. de geschiedenisl. de Nederlandsche taal; m. de fransche taaln. de hoogduitsche taalo. de engelsche taal p. de gymnastiek 2u. aan de burger-avondschool q. de wiskunde r. de beginselen der werktuigkundes. de beginselen der natuur- en scheikundet. de geschiedenis en aardrijkskundea. de Nederlandsche taal v. het hand- en regt lijnig teekenenw. de eerste gronden der staatshuishoudkunde. De commissie van toezigt onderwerpt het aan het oordeel van den inspecteur. Het programma vermeldt het getal les-uren wekelijks in iedeie klasse aan elk vak te wijden de namen der leeraren die het onderwijs geven de daarbij te gebruiken boeken en zooveel doenlijk voor elke klasse den omvang van het onderwijs in elk vak. Bij het programma wordt een door den directeur vastgesielden rooster der les-uren gevoegd, en in afschrift aan den inspecteur medegedeeld. Onder het eerstgenoemde getal lessen zijn die in de practi- sche scheikunde en in de gymnastiek niet begrepen. Een hunner is directeur van beide scholen. Hun getal en hunne jaarwedde worden bij afzonderlijk besluit door den gemeente-raad vastgesteld behoudens het bupaalde bij art. 24 der wet op het middelbaar onderwijs. Ingeval dezelfde hulpmiddelen door meer dan één leeraar bij het onderwijs gebruikt worden, beslist de directeur, wie met de zorg daarvoor zal zijn belast. Zij geven hem alle door hem verlangde inlichtingen hun on derwijs betreffende. Zij doen hem de voorstellen, welke zij in het belang van het onderwijs en van de scholen wenschelijk achteu. Zij wonen de vergaderingen bij, waartoe zij door hem worden opgeroepen. Om geene andere reden mag het onderwijs zonder vergunning van den directeur worden nagelaten.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 2