1805. i\'°. 33.
52™ Jaargang.
MAANDAG 24 APRIL,
■te uitgave ilecer Courant geschiedt Maan.
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen.
I'iij# per kwartaal J' 1.75 fr. p. p. f t,90*
'ff' fiewonc advertentiEn worden a SO et. de
regel geplaatst,
tieboorte-, huwelijks- en doodberigten ran
1-6 regels /"l,SO, behalve liet zegelregt.
De Inzending van advertcntlCn kan geschieden tot vóór'drie uren des namiddags ep den dag der uitgave.
I^utollcatien,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
ter voldoening aan de bepalingen van liet reglement op het be
heer, onderhoud en de policie der buurtwegen en voetpaden, in
deze provincie, dato den 6 Julij 1838, in deze gemeente, voor
zoo veel de buurtwegen aangaatingevoerd bij publicatie van
den 4 Mei 1844, zullen op Vrijdag den 12 Mei eerstkomende,
SCHOUW HOUDEN OVER ALLE DE BUURTWEGEN IN J
DEZE GEMEENTE, en worden mitsdien de wegpligtigen en ver
dere belanghebbenden aangemaand en gewaarschuwd om te zorgen,
dat de voorschreve wegen in behoorlijken staat en geëffend zijn;
dat alle laagten, slagsporen, gaten en putten behoorlijk aangevuld
en de kanten der wegen van distelsbrandnetels en verdere
ruigten gezuiverd zijn mitsgaders de waterleidingen sprinken
slooten en gruppen langs de wegen volkomen zijn schoongemaakt.
Alles op de boete en straffen bij het meergedacht reglement op
de overtreding gestatueérd.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders voornoemd,
den April 1865 om door aanplakking ter gewone plaatsen en
insertie in de 'Goessche Courantter' kennis van belanghebbenden
te worden gebragt.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PIL A A R.
HERIJK. DER MATER ER (JEWIGTER
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES,
brengen ter kennis van een ieder dien het aangaat
Dat de herijk der Nederlandsche maten en gewigten, over den
jare 1865, in deze provincie zal worden aangevangen den 1 Mei
aanstaande en gesloten den 31 Julij daaraanvolgende.
Dat enz. Het overige in een volgend nommer.)
Toen vóór eenige weken de diseussien over de geneeskundige
wetten in de Tweede kamer gevoerd werden, zocht men van de
zijde der oppositie niet alleen die wetten, reeds lang vóór hare
uitvoering, gehaat te maken, maar men vond dagelijks, zoo men
meende, gegronde aanleiding om den volke te verkondigen, dat
die diseussien, meer dan eenige anderen, het bewijs leverden van
de verdeeldheid, zwakheid en wat niet al meer der liberale
partij, terwijl zij tevens ecne gedurige nederlaag waren voor
den minister. Was het vermoeijend de debatten te volgen, nog
veel vervelender was het, om de schecveen hatelijke beoordeelingen
te lezen, die daarover werden publiek gemaakt. Bij sommigen
mogen die zoogenaamde aardigheden en personele hatelijkheden
gerceden ingang gevonden hebben; het zal echter den opmerkzamen
niet ontgaan zijn, dat het marktgeschreeuw der oppositie daarom
zoo luide klonk, om dat hier een feit voor de oogen van het
publiek verborgen moest worden, dat voor haar veel doodelijker
is, dan alle redenering. Men zocht het publiek te vermaken,
ten koste van den minister Thorbeckegaf breed op van de
inconsequentie zijner volgelingen; parodieerde hunne onafhan-
lijk uitgebragte stemmen; maar dat alles was niet anders dan
eene verachtelijke poging om de aandacht afteleiden van de
stelling, nu zonneklaar in hare valschheid bewezen, dat bij
ons te lande liberaal niets anders is dan Thorbeckiaanschdat
die zich liberalen noemen slechts de slaafsche volgelingen van
den minister zijn.
Sedert geruiinen tijd werd die stelling verkondigd, zelfs door
het gezag van geachte staatslieden bevestigd en zij kwam dei-
oppositie wonder wel te stade, om te doen gelooven, dat het
aantal der eigenlijke liberalen zoo groot niet is, dat zij gecne
partij vormen die iets vermag, en dat men onder dien naam
slechts zekere oogendienst verborg, zoodat de geheele liberale
partij zou opgelost wezen, indien de heer Tltorlecke niet langer
minister was.
Zoo lang en zoo dikwijls de voordragten van den minister
tegen al het razen en bidden der oppositie in, werden aange
nomen, ging het gemakkelijk om aan die serviliteit der liberalen
in de Tweede kamer te doen gelooven. Maar juist de diseussien
o*;er de geneeskundige wetten hebben het tegendeel bewezen de
oppositie leed een onherstelbaar echec en dit zocht men te be
dekken door lafheden als bijv. „de minister was een hoofd
zonder hersenen Sedert het Bijblad ons eene getrouwe mede-
deeling van het gebeurde gaf, is het voor allen duidelijk ge
worden, welke de kracht, de onafhankelijkheid, de zelfstandigheid
der liberale partij in onze Tweede kamer is. Bestond zij slechts
uit slaven dan had men het wets-ontwerp onveranderd gelater.
dn geene amendementen, zoo (liep ingrijpend in Je beginselen
der wetwaren voorgesteld cn aangenomen. Maar geheel vrij
eu onpartijdig traden zoovele liberalen tegen over den minister
on den voorgrond, verdedigden hunne inzigten zelfs tegen de
iweening van den minister, vaak herhaald en ernstig aangedrongen.
Het was kennelijk hoeveel eerbied men voor den minister en
zijne talenten had daaraan werd geene eigene meeninggeene
gegronde overtuiging opgeofferd. Het, debat gaf ons te zien
dat onze liberale vertegenwoordigers wel beginselen maar geene
personen, wel zaken maar geene partij dienen. En meer clan eenig
zoogenaamd echec den minister kan gehinderd hebben, is hem
de ervaring welgevallig geweest, dat hij zich in het midden van
onafhankelijke mannen beweegt, die hem krachtig ter zijde staan,
juist omdat zij niet bij zijne woorden zweeren.
Maarzoo heeft men gezegddie kleine schaardie altijd
vóór de voordragt van den minister stemde en zich aan zijne
zienswijze onderwierpdie bewees dan toch wel dat liberaal
slechts Thorbeckiaansch is en dat die zoogenaamde liberale
1 part-j al heel klein en onbeduidend is. Inderdaad men moet
door de sophismen van zekere publicisten geheel verbijsterd zijn
om zulk eene gevolgtrekking te maken. Immers dat enkelen
in alles den minister ondersteunen, kan den schijn van blindeling
volgen geven, maar het bewijst zulks niet; ja wij meenen dat
aan niemand het regt toekomt om aldus over het gevoelen van
anderen te oordeelen. En wat het voornaamste is. Waar de
liberale partij wijzigingen of veranderingen voorstelde en deze
werden aangenomen ondanks sommigen aan de zijde van den
minister bleven staan, daar werd dan toch wel het bewijs ge
leverd, dat de liberale partij bestaat en magtig is in zich zelve,
dat zij geen naam behoeft van wie ook om zich te handhaven,
om te regeren. Men zegge niet, dat hunne vanen versterkt werden
door de conservatieven, die ditmaal het spoor der liberalen volgden.
"Want waren die behoudsmannen eerlijk, dan kozen zij dien weg
uit overtuiging, dan huldigden zij de beginselen der liberale partij,
en men mag van die eerlijkheid verwachten, dat zij zich ook bij
de behandeling van andere onderwerpen niet zal verloochenen.
Wij maken dus uit de laatste bladzijden onzer parlementaire
geschiedenis het besluit op, dat zij een veelbeteekeneud getuigenis
afleggen van de ware gesteldheid der liberale partij in de kamer.
Wat die bladzijden leeren kan door geene groote of spottende
woorden verduisterd worden. En wie er nog met minachting van
nden meester" spreekt, hij ontkenne d^n ook niet, dat de leerlingen
van hem eene zelfstandigheid hebben geleerd {Re hun kracht