S8G5. i\°. 31. DONDERDAG 20 APRIL. 52ste Jaargang. 35miienfanÖscf)e lengten. SOESSCHE IWIIAVT. l»e uitgave deter Courant geschiedt Slaan. f' *Ni? dag en Donderdag avond, uitgenonderd op feestdagen. Pr(Js per kwartaal ƒ1,55, fr. p. p. J 1,90, V Gewone advertentie» worden a SO et. dr regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks, en doodberlgten van l-« regels ƒ1,30, behalve het vegelregt. De inxending van advertentlSn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bij dit nommer behoort een hijblad houdende enkele laat ingekomen Advertentié'n. De anti-revolutionaire partij moge meenendat zij en zij alleen wat regt en billijk is voorstaat, haar gedragslijn jegens hare leden strookt weinig met deze aanmatiging. Daarvan geven deze dagen een doorslaand bewijs. Bij de verkiezingen voor de Staten-Gencraaldie in den loop der laatsfe maanden plaats grepenwerd door haar de baron O. van Wassenaar Catmjk, de neef des heeren Groen van Prinsterer, steeds op den voorgrond gesteld. In Friesland, in Zeeland, en waar maar vakaturen waren, werd hij aanbevolen, zoodat hem niet ten onregte de naam van „eeuwige kandidaat" gegeven werd. De aanbevelingen van zijnen persoon en van zijne bekwaamheden waren pompeus; het scheen, dat geen ander als hij de belangen des Vaderlands zou kunnen bevorderen. Nu ontstaat er eene vakature door het bedanken van den heer Groen zeiven en, in plaats van den eeuwigen kandidaat, wordt de heer van Zu'ijlendoor den aftredenden oom des barons op den voorgrond gesteld. Zou het zijn omdat een graaf nog beter i3 dan een baron? Zou het zijn omdat de laatste voor de nu vacerende zetel minder geschikt is? Maar welk eene inconsequentie dan, daar men steeds beweertdat de rigting en de bekwaamheden niet de geboorte moeten beslissen. Welk eene verloochening van alles, wat omtrent den baron, met zijne locale kennis verzekerd jsdaar men nu een te Berlijn wonend gezant wil kiezen! En welk eene stof tot nadenken geeft daar enboven deze verandering in de kandidaatskeuzeWaar men vroeger den baron op den voorgrond stelde, was maar weinig verwachting, dat men slagen zou. 'Nu een district kiezen moet, waarin zoo vele elementen zich steeds vereenigden ora den anti revolutionairen kandidaat te kiezen, waar dus eene vrjj gegronde kans bestaat, dat de partij van den heer Groen zal zegevieren, laat men den uitnemenden varen om eenen anderen er in te kruijen. Was het dan wel regt gemeend met den baron? Moest hij slechts de pop zijn waarmede men speelde, zoolang er van verkiezing geene ernstige sprake was? De baron mag er wel eens over nadenken, welk eene rol men hem laat vervullen. De anti-revolutionairen mogen er wel bedachtzaamheid uit leeren, en een ieder make voor zich de gevolgtrekking, wat men van de aanbevelingen, van de gemoedelijkheid, van het begrip van regt en billijkheid bij de partij denken moet. Vóór eenigen tijd namen wij met andere bladen het berigt over, dat velen in de provincie Friesland hunne vooroordeelen tegen de vaccine hadden laten varentengevolge van den invloed, dien de heer Groen, als voorstander van dit middel, daar uit oefende. In de laatste dagen hebben alle bladen zich gehaast een berigt overtenemenwaarin gezegd wordtdat zekere onbe kende zich hij den heer G. zeiven geïnformeerd had, omtrent de ge grondheid van dat berigt; dat de heer G. daarop geantwoord had, dat hij wel voorstander was van de zaakmaar vijand van het opdringen der vaccine en dat hij niet wist, hoe het bedoelde berigt in de wereld gekomen was." Wij voor ons vinden in dat ontwijkende antwoord geen de minste reden om aan den invloed van den heer G. ten dezen te twijfelen daarlatende of men vertrouwen mag op eene verze kering van een onbekenden en zelfs ongenoemden. Laat het zijn dat men den heer G. niet regtstreeks heeft gevraagd of men al dan niet de vaccine aanwenden zou, dan was het voor velen in ons land reden genoeg om daartoe overtegaan, als men maar de zekerheid had, dat de heer G. de zaak goedkeurde. Dien invloed kan door hem uitgeoefend zijn, zonder dat hij daartoe eene bepaalde poging zich veroorloofde. Maar wat ons bevreemd, is, dat de vrienden van den heer G. bevreesd schijnen, dat men hunnen leider eene daad zoude toeschrijvendie hem in aller schatting moest doen rijzen. Hebben velen, die tot zijne partij gerekend worden, het vooroordeel te.gen eon door de Voorzie nigheid beschikt middel laten varen uit eigen beweging, dan be groeten wij dezen vooruitgang op den weg des lichts met blijd schap; maar kunnen ons maar moeijelijk voorstellen, dat men het als zoodanig wil laten gelden. En deden zij het, omdat zij wisten, dat hun aanvoerder die handelwijze goedkeuren zou, dan is het niet edel om het als eene vrijwillige daad te laten gelden. Den heer G. zouden wij willen vragenindien geen middel, hoe goed men het keure, iemand mag worden opgedrongen; waarom dan dat herhaald spreken over de ondragelijkheid van de school wet; die gedurige prikkeling van de massa om toch te petitio neren, ten einde eene verandering te erlangen in de grondwettige bepalingen omtrent het onderwijs De provinciale staten van Zuid-Holland hebben in de plaats van den heer van der Beim van Duivendijketot lid der Eerste Kamer gekozen den heer J. D. Hein, procureur te Brielle. Wij hebben ontvangen de staten van in-, uit- en doorvoer der voornaamste handels-artikelen, gedurende de maand Februarij van dit jaar en stellen dieals gewoonlijk, ter inzage van be langstellenden. Zaturdag jl. is hier gevankelijk overgebragt de persoon, die ver dacht wordt van den diefstal van epauletten enz., te Yerseke. Hij is te Brussel gearresteerd. Den 18 dezer had te Kloetinge een droevig ongeluk plaats bij het afbreken en herstellen «ener woning. Terwijl zich drie I werklieden daarmede bezig hielden breekt een schoor (stutbalk) waardoor het dak en een gedeelte der zijmuur instort. De timmerman L. de Voswerd daardoor halverwege onder het puin bedolven en met gebroken been en inwendige kneuzingen in den rug er van onder gehaald; voor zoo ver ons bekend is, moet zijn toestand hoe zorgelijk niet hopeloos zijn. Men berigt ons uit Bath, dat, bij gelegenheid van het Paaschfeest terwijl de heer F. zich verwijderd haddes avonds zich vier vermomde personen voordeden kennelijk met geen goed 'loei. De vrouw van dhr. F. alleen met de meid te huis zijnde later willende zien of zij vertrokken waren, ging naar buiten doch ontving onmiddellijk een hevigen slag tegen het hoofd, terwijl men met een mes getracht heeft haar den hals aftcsnijden, hetgeen grootendeels door de losgegane haartres werd verhinderd. In- tusschen heeft zij nog eenige verwondingen bekomen en hebben de belagers op het geroep door de meid en de aangevallene, hetgeen spoedig in de buurt gehoord werd, de vlugt genomen, zonder iets te ontvreemden, dat denkelijk het doel geweest is. Yan een en ander is aangifte bij de justitie gedaan doch voor als nog niets tot klaarheid gebragt.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 1