bewind drie maanden later minister van justitie en bood hij als voorzitter van den ministerraad de kroon van het nieuwe koningrijk aan Leopold van Coburg. Men kan met regt van I.ebeau zeggendat van den Romeinsche proconsul gezegd werd: rir probus dicendi periteus. I.'et is voor hem, die de geschiedenis schrijft eene zeer onaan gename gewaarwording, wanneer hij altijd op hetzelfde onder werp moet terugkomen. Voor den Brusselschen journalist is dit het geval met de kwestie van de werving van het Belgisch- Amerikaausch legioen. De zaak zelve is doodeenvoudig en komt in korte woorden hier op neder. Koning Leopold's «enige doch ter is gehuwd met den nieuwen Amerikaanschen keizer en heeft weinige dagen voor haar vertrek aan haren vader den wensch uitgedrukt, om in haar nieuw vaderland zich door een lijfwacht van landgenoolen omringd te zien. Zoo op het eerste gezicht scheen niets aan de vervulling van dien wensch in den weg te staan Er zoude al ligt een duizendtal Belgen worden gevonden, die lust zouden hebben om op voordeelige voorwaarden naar Mexico te vertrekken. De grondwet echter ten strengste toe gepast verbiedt de vorming van een legioen ten behoeve eener vreemde mogendheid op Belgischen bodem. In den be ginne heeft desniettegenstaande niemand aan dit verbod gedacht, en ware dit al het geval geweestdan zou toch niemand er zich om hebben bekreund. Men meende zieh overtuigd te mogen bouden, dat in Belgie het besef der verpligtingen, die men aan koning Leopold heeft, sterk genoeg zijn dan dat niet ieder zonder te veel aan de letter der wet te hechten, zich vereenigen zou met den geest waarin dit door het ministerie werd opgevat. Uit dien hoofde heeft het kabinet zijne stilzwijgende medewerking aan de vorming der expeditie, bestaande uit 1250 man, ver leend. Zoodra echter had de zaak haar beslag niet gekregen of de geavanceerde liberale partij dieals haar belang het mee brengt zich niet ontziet gemeene zaak te makenzelf met de klerikalen heeft deze kwestie als een middel aangegrepen om het kabinet, dat een gematigd liberale rigting voorstaat en speciaal den generaal Chazaldie nooit vergeetdat hij militair is en diensvolgens nog al eens zelfstandig durft handelenomver te werpen. Deze partij heeft zich kleingeestig genoeg aan de letter der wet vastgeklemd, en waar zij zekerheid had, dat het mi nisterie te goed zijne positie begrijpen zou en te goed zou iuzien welk een graad van eerbied het aan het koningschap verschuldigd wastot den laatsteu oogenblik aarzelen zou de causa movens van bare handeling te noemen, dit als op de pijnbank geplaatst, waar het gewrongen zat tusschen de verdediging zijner daad en de onschendbare persoon des kouings. Het kabinet Rogier Frère heeft gehandeld, zooal niet op last dan toch op uitnoodi- ging des konings. Het kan en mag dit niet bekennen verpligt als het is den uitverkorenen des volksom den krijgsterm te bezigen, als met zijn lijf te dekken. Dit weten geavanceerden en klerikalen, ten deze vereeuigd tot den vijamlelijken phalanks. Niet alleen het doel waarmedemaar de wijze waarop zij strijd- voerenis mijns inziens laag en onbarmhartig; zij is politiek oneerlijk en waar zij gerugsteund wordt door hier gevestigde buitenlandsche journalistendie heinde en ver in alle mogelijke dagbladen het onregt van het ministerie uitschreeuwen om hunne vrienden de Meursvan de Kerck/tove en Paul Janson, allen ad- vokaten, die bij eene wisseling van kabinet en daarmede ver- eenigde ontbinding der kamers een Brusselsch-mandaat wensehen te veroveren, te believen. Ik geloof, dat ik met deze weinige regelen de eenige Belgische correspondent van een Nederlandsch blad ben die naar waarheid gezegd heeft, waar hem eigentlijk de schoen wringt van die helaas maar al te veel besprokene en door persoonlijke eerzucht van advokaten en journalisten geëx ploiteerde Mexikaansche kwestie. Ik ben wel verpligt om ook te spreken van den gruwelijken moord gepleegd op zes personen te Eavrcilles bij Landreois even over de Fransche grenzen. Ik moet er bijvoegen dat de algemeene opinie niet minder een geweldige straf eischt voor den nog onbekenden moordenaar en zijne medepligtigen als zij haar afgrijzen uitdrukt tegenover den thans voor het hof van Henegouwen teregt staanden Leurquin, den vermoedelijken moor denaar van den ongelukkigen handelsreiziger Chalmagne. Ik kan niet ontkennen dat ik voor heden zeer gaarne u de mede- deeling dier feiten gespaard had, omdat ik in de verste verte niet wil geacht worden homogeen te zijn met zeker blad, welks redactie dezer dagen op de curieuse inventie gekomen isom ten einde proselieten te winnen voor de doodstraf, als eene dagelijksehe waschlijst te geven van alle mogelijke en onmo gelijke moordenzamengevoegd onder één rubriek. Ik kan mij begrijpen dat men zich plaatsende op liet Oud-Joodsche wettische standpunt, het bijbelsche, maar daarom desniettemin onchristelijke beginsel van oog om oog en tand om tand hul digende, leven om leven eischt zonder er één oogenblik over te denken, dat men geen regt heeft 0111 te rooven wat men niet geven kan, dat men als feilbaar mensch geen onherroepelijk vonnis mag uitspreken waar ingeval van dwaling terugdoen onmogelijk is. Maar ik kan mij niet begrijpen dat de wansmaak van een journalist zoover kan gaan dat bij vergetende den eerbied dien hij aan het gevoel zijner lezers verschuldigd is, hun dagelijks en opzettelijk tracteert op het gedetailleerde en sterk gekleurde verhaal van eenige misdrijven, die het beter ware te omsluijeren, ze overlatende aan den regter die ze beoordeelen en veroordeelen moet. „Als dat de vrucht is van een Christendom, t'welk een Busken Huet b.v. verkettert en zelfs hem de regtmatige eer van een van Nederland's groot'ste letterkundigen te zijn ontzegt om de eenvoudige rede dat hij eerlijk genoeg is om er rond vooruit te komen dat hij met het traditionele geloof heeft gebroken, dan zeg ik met wijlen koning Radboudliever met zoo'n onchristen in de plek der verdoemenis dan met zulke Christenen in den tempel der heiligen. ijemengöe 35erigten. Keizer Napoleon houdt zich thans bezig met de verzending der present exemplaren van zijn boek over Ccesar. Hij zal wel onder de weinige auteurs zijn, die met kwistige hand kunnen uitdeelen, zonder schade aan het debiet te doen of zijn honorarium te verminderen. Men verhaalt, dat een doctor in eene kleine stad van Normandijeten einde eene jonge vrouw te kunnen huwen, de echtgenoot van deze en zijne eigene vrouw zou ver giftigd hebben. Ook de dienstmaagd van den eersten moet over leden zijn, omdat zij herhaaldelijk gedronken had van het mengsel voor haren meester bestemd. Een Amerikaansch blad berekent de waarde van het toilet, waarmede menige dame zich op straat vertoont, op ongeveer 11,40 dollars of 3000. Alleen het kleed van zware zijde (waarmede de trottoirs schoon geveegd worden) heeft doorgaans eene waarde van 225 dollars, de fluweelen mantei wordt op 500 dl. berekend, de zakdoek op 40 dl. en zoo alles naar gelang. Het. blijkt dus wel dat de oorlog noch de schatten verslonden, noch de weelde zucht uitgebluscht heeft. Te Ant werpen is eene dame, die tegen het portier van haar rijtuig leunde, terwijl het niet goed gesloten was, onder het rijden daaruit ge vallen en zeer gevaarlijk gewond. Op de vischmarkt te 's Hage werden dezer dagen een tarbot voor twaalf gulden en vier manden rog voor achttien gulden verkocht. De letterkundige Rogaerd te Parijs, die zich verstoutte te schrijven tegen het werk van Napoleon, is bij verstek veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf en 500 frs. boete. Zoo verstaat men in Frankrijk de vrijheid. ICen onzer dagbladen deelt mede, dat uit een scheikundig on derzoek gebleken is, dat de Hesschen met Pickles, die hier te lande j mei igvuldig gebruikt worden, dikwijls vergiftigd zijn door koper. Men doet dat daarbij, om de ingelegde groente een groene kleur te doen behouden, maar stelt intusschen de koopers en verbruikers aan een groot gevaar bloot. Een duitsch geneesheer, dr. Dyes, officier van het regeraent huzaren te Verden heeft een nieuw voedings- en geneesmiddel uitgevonden: namelijk de steenkolen. Als voedsel geeft hij ze aan de varkens; als geneesmiddel raadt hij ze aan voor ziekten van ingewanden. De proeven, die hij er mede genomen heefthebben zegt hij, de gunstigste resultaten opgeleverd. Voor zijne proefnemingen heeft hij de Pinsberger steenkolen gebezigd. Zijn rapport komt voor in de Deutsche Klinik over 1864. De ooijevaars, de voorboden, maar geenzins de brengers der lente zijn sedert eenige dagen in onze omstreken aangekomen en kijken, blijkbaar in zich zelve gekeerd, vaak mis troostig op de voor hen ongewone wintersche omgeving. Op den spoorweg tusschen Twijford en Reading is een vier jarig knaapje uit een sneltrein gevallen, terwijl deze in vollen gang was, en kort daarna ongedeerd op den weg loopendedoor een baan wachter gevonden, die hem aan zijne radelooze moeder ter hand stelde. Zaturdag heeft een man te Rotterdam zich ter zake eener liefde geschiedenis willen verdrinken, althans hij is in het water gesprongenmaar heeft zich na de verkoeling zeer ge makkelijk weder op het droog laten brengen. STOOMSCHIP: 3Z>33 0-03E2S. MAART 1865. ure. vadBOTT£RD.1]M. ure. 5,IDingsdag 28 'smorg. 7, 5,.1 Donderdag 30 8,45. APRIL. 5,.(Zaturdag 1 10, vnn GOES. Woensdag 29 'sraorg. Vrijdag 31 Maandag 3 STOOMJAGT: Z»TCTI.32-^^2^r3E2Tj:J&.l$riD>. MAART 1865. van ROTTKBD.ltl. ure. van t«©ES. ure. Woensdag 29 'smorg. 7,Dingsdag 28 'smorg. 11,30. Vrijdag 31 8,15. Donderdag 30 'snamidd. 12,30. Ssloio. Stanci. van den 18 tot en met den 25 Maart 1865. Gehuwd Den 23sten, Johannes Pierse, oud 23 jaren, jongt,i. en Lucia Engels, oud 19 jaren jonged. Gedoken Den IS den, Johannes Petrus, z. v. Johannes Tran- ciscus Je Koning en Rosalia Cornu. den 22sten Neeltjed. v. Fredrik Frank en Geertje Boom. Marir.usz. v. Johannes Gijsbert Ossewaarde en Cornelia Prins, den listen, Josina, d. v. Marinus van Lier en Pieternella Molhoek, den 23sten, Jan Cor nells, z. v. Pieter Otte en Johanna Reijnhoud. den iisten, Charles Johannes, z. v. Jacobus Weststrate en Jannetje de Ruiter. Overleden Den 21 sten Maartje Kramer oud 44 jaren wed. van Jacob Semeijn. den 25sten, Fduard Jacobus, oud 13 jaren, z. v. Jacobus Eduwardus Verbist en Digna Jacomina Haze.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 3