ItnnenCanöscfje lengten. efóutFmfüiii). Pe kleine anti-revolutionaire partij bewerkt deze godsdienstige factie, de enkele aristocraten anders verre genoeg van het volk gescheiden naderen tot deze geestverwanten in het godsdienstige) om van hunne medewerking in het staalkundige te profiteren. Die factie laat zich gemakkelijk bewerkenomdat men slim genoeg alle hartstogten en neigingen van het menschelijk gemoed exploiteert. Het gevolg daarvan isdat zij die anders hun vrede zochten in volstrekte onthouding van openbare aangelegen heden zich thans door booger magt geroepen en gedrongen gevoelen, om in deze zaken ten nutte van hunne bondgenooten zich te mengen. Waar vroeger alleen van godgeleerde en gods dienstige stellingen sprake was, daar wordt nu zoo hier en daar van verkiezingen en dergelijken gesproken; wetten en instellingen worden niet meer getoetst aan het algemeen maar aan het een zijdig partij belangpersonen worden niet beoordeeld naar hunne kunde maar naar hunne godsdienstige meeningen, en als bijv. de ure eener verkiezing daar is, dan wordt in het eene district met het onde.rwijs, in het andere met de kerk, als met zoo vele wapenen gemanoeuvreerd, om de kiezers voor den gewenschten kandidaat te doen stemmen: terwijl, als langs allerlei wegen, door opwekking van wat niet al, eene eenigzius beduidende meerderheid voor eenen antirevolutionairen kandidaat, zoo als bijv. Otto van ff assenaar verkregen isterstond de heer Groen uitroept Ziet eens hoe sterk die antirevolutionaire partij is, en die durft men dan nog ignoreren! Die partij, wij herhalen het, is klein, maar zij schaamt zich niet het bondgenootschap met zoo velendie den naam zelfs niet kunnen uitspreken, die op de slotklank afgaande, zich ver loren zouden achten, als zij zoo genoemd werden. De partij, aan wier hoofd de heer G. zich steltverzamelt onder hare vleugelen allerlei bestanddeelen ook dieom eene of andere reden, uit andere gelederen zijn overgekomen. Nu is het zeer wel aan te nemen, dat de heer G. kans ziet, om het door hem verzamelde leger op eens reden te doen geven van bezorgdheid, maar daarmede is het bestaan eener in getal en gehalte sterke antirevolutionaire partij even weinig bewezen,' als men gelooveu kan dat alle soldaten die de Duppeler schansen vernielden gedreven werden door overtuiging van het goed regt van den hertog van Augustenburg. Zij waren slechts de werktuigen van den éénen koning door Gods genade. Het hof heeft heden den rouw aangenomen wegens het overlijden van H. M. de koningin-moeder. Die rouw zal niet alleen door de leden van het vorstelijke huis, maar ook door alle personen tot de'hofhouding behoorende gedragen worden, en wel gedurende zes weken groote rouw, zes weken halve rouw en zes weken ligte rouw. Vrijdag avond ten tien ure is het lijk der overleden vorstin in tegenwoordigheid van de gansche koninklijke familie gekist. De laatste woning voor het stoffelijk overschot is allerprachtigst bewerkt. Drie kisten sluiten in elkander. De binnenste is van loodaan de binnenwanden bedekt met matrassen van wit satijn en hermetisch gesloten met een deksel, dat aan het hoofd eind gedeeltelijk van glas is. Daaromheen sluit een eikenhouten kist van buitengewone zwaarte, terwijl de buitenste van prachtig raahonyhout is vervaardigdop het deksel versierd met een gouden kruis, omzet met edelgesteenten en paarlen, terwijl zestien zware handvatsels met de zinnebeelden des doods de vier buiten wanden bezetten. Het geheel rust op twaalf massief bewerkte leeuwenklaauwen en wordt door een aantal rijk bearbeidde zilveren schroeven in den vorm van doodshoofden gesloten. Vóór de piegtigheid heeft prinses Sophia bet wit satijnen hoofdkussen in de kist met bloemen getooid. De dag der begrafenis is nog niet bepaald. Men spreekt van den 17, den sterfdag van koning ft'illem 11. Ook omtrent de plaats der begrafenis schijnt nog onzekerheid te bestaan. Indien de voorschriften der Grieksche kerk zulks toelaten, zal het lijk op verzoek van II. M.in den grafkelder te Delft worden geplaatst, maar zoo dit niet geschieden magspreekt men van de Grieksche kapel te Amsterdam waarheen alsdan het lijk zou worden overgebragt. Per telegraaf. De Tweede Kamer heeft dezen morgen het ontwerp van wet, regelende het koloniaal batig slot (1862) na eenige discussie met algemeene stemmen aangenomen. Morgen vangt de discussie aan over de geneeskundige wetten. Voor eenigen tijd deelden wij ook een adres mede, door ze keren heer Kluifhoofd bij de tweede kamer ingediend, waarbij hij zich beklaagde over handelingen van den regter-commissaris en den officier van justitie te Dordrecht, jegens zijne moeder en haar gezin. Thans heeft de minister van justitie aan de kamer inlichtingen medegedeeldwaaruit blijken zaldat de voorstelling van den heer Kluifhoofd zeer overdreven was. Grappig echter klinkt het, dat de regtbank huiszoeking beval, ten einde in het bezit te ge raken van eene kwitantie, en dat de ambtenaren met die huis zoeking belast, zich vergenoegd hebben om in deze en gene kast een oog te slaan maar beleefdelijk bedankten om in anderen te zien, zoodat er eene huiszoeking gedaan werd, die niet veel meer dan eene huisneuzeling (zoo als vader Catzou gezegd hebben) was. Het blijkt dus uit de gegeven inlichtingen niet met welk doel de zaak ondernomen werd allerminst met welk practise!) nut zij werd uitgevoerd. In de wijze waarop de justitie in dezen verontschuldigd wordtligt hare scherpste veroordeeling. Onder de berigten die het zekere Dagbladals van een eigen correspondent uit Frankrijk ontvangen, laat voorkomen, behoort ook eene mededeeling uit Yokuhamaletterlijk uit den Ant- icerpschen Pre'curseur vertaald, waarin bevestigd wordtdat een der moordenaars der twee Engelsche officieren gevat en ter dood gebragt is. Men heeft na de strafoefening zijn hoofd gedurende eenige uren tentoongesteld en daarmede getoond voldoening te willen geven voor den aangedanen hoon. In hoeverre echter de handeling welgemeend was, zal later nog moeten blijken. Berigten uit Nieuw-York van 21 Febr. melden, dat Char leston door de noordelijken is ingenomen, generaal Grant rukte voorwaarts. Voor Richmond stond een leger van 50,000 man onder Scholefield. Generaal Lee was teruggetrokken. De generaal Lee heeft zijne nieuwe waardigheid van opper bevelhebber der legers van de zuidelijke staten aanvaard met een beroep op de bevolking van iederen staat, om de noodige uit rusting voor de kavallerie, die elk dier staten bezit, te leveren. Hij verklaarde dat het algemeen belang en het gevaar des staats dit vaderlandslievend offer eischte. Voorts heeft hij de afwezige manschappen bevolen om binnen 20 dagen bij hunne korpsen terug te zijn. Het gevaar des lands is ontegenzeggelijk toe genomen door de verovering van Brunchville door de noorde lijken. Daardoor toch is aan het zuiden al de gemeenschap tusschen Georgia en Zuid-Carolina afgesneden. Een telegram uit Athene geeft een allertreurigste schets van den toestand van Griekenland geheel in overeenstemming met. de particuliere berigten vroeger van daar ontvangen maar tevens vermeldende dat graaf Sponneck niet zal vertrekken. Verder zegt het berigtde minister van binnenlandscbe zaken is te Korfu koel ontvangen. Drie looiers die tot staatsraad benoemd waren, hebben daarvoor bedankt. De schatkist is ledig; eene leening van 500,000 drachmen bij de nationale bank is met moeite tot stand gekomen. Het deficit was verleden jaar 6,000,000 en zal dit jaar denkelijk grooter zijn. In Livadie zijn revoluti onaire proclamatien verspreid en in Cephalonia hebben rustver storingen plaats gehad. Eene aanschrijving van den kardinaal-vicaris maakt bekend, dat de paus een jubileum te Rome heeft uitgeschreven van 5 maart tot 9 april. In deze aanschrijving zet de kardinaal het doel van de pauselijke encyclica uiteen; hij brengt in herinnering en geeft zijne afkeuring te kennen over de voornaamste dwalingen, die in dat stuk veroordeeld zijn, en als op de ergste dwalingen welke voorkomen, wordt in het bijzonder de aandacht gevestigd op de noodlottige vrijheid van geweten, van godsdienst en van druk pers en op de leer, dat de wil van het volk de hoogsfe wet is. BRUSSELSCHE CORRESPONDENTIE. Brussel, 4 Maart 1865. De kamer der volksvertegenwoordigers is uiteengegaan tegen het begin van den vasten tijd en vestigt eerst weer nu den geheelen afloop der carnavals feestenwelke dit jaar in Belgie, zeer levendig zijn, hare aandacht op de belangen des lauds. Vóór uit een te gaan werd de wet over het regt van enquête der geloofsbrieven met bijna algemeene stemmen aangenomen. In behandeling blijft de wet op de regeling van den interest. Op 28 Februarij 11. heeft het uitvoerend bestuur, van het internationale congres besloten, dat het congres van 1865 le Bern, in Zwitserland, zou plaats vinden en heeft den 28 Augustus als openingsdag vastgesteld. Evenwel is die dag slechts voor- loopig bepaald. Buitendien werd door het bestuur een' voorstel van den heer Eduard Se've goedgekeurd, inhoudende eene bij zondere commissie te benoemen belastom te-zorgen voor bijzondere treinen ten behoeve der Nederlandsche- en Belgische congresleden en hen tevens alle gemakken in Zwitserland te bezorgen buiten dien zal de commissie zorg dragen dat men tegen billijke prijzen de schoonste punten der Alpen streken kan gaan bezigtigen. Eindelijk en na veel onderhandelen heeft zich hier eene ver- eeniging gevestigd, onder den naam van „La I.igue de l'enseig- nementwelke ten doel heeft de verbreiding., en verbetering van de opvoeding en het onderwijs in Belgie. Have statuten werden door de oprigters goedgekeurd in, eene algemeene ver gadering welke op 16 Februarij 11. plaats had. Deze vereeniging stelt zich' voor haar doel te bereiken door alle wettige middelen, voornamelijk door zich toe te leggen op vraagstukken van opvoeding en onderwijsdoor veranderingen van wetten te provoeeren die bepalingen bevatten tegen de Grondwet, de ge lijkheid voor de wethet willekeurig gebruik der Fransche-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 2