Putolloatie.
1805. N°. 17.
MAANDAG 27 FEBRUARI J.
52" jaargang.
J»
3StimeafttnÖscQc lengten.
ÏOKSSCHE (Ol itAM.
Gewone advertenKCa worden a SO et. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van
1-6 regels f 1,30, behalve het segelreg*.
De Inzending van advertentlSn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
herinneren door deze de handelaren in gedistilleerd en likeuren
binnen deze gemeente: dat, volgens hunne publicatie van den
1 October 1864, met den eersten Maart aanstaande eene wijzi
ging zal worden gebragt in de heffing der plaatselijke belasting
op de likeurenin dier voegedat van deze even als van het
gedistilleerd eene belasting ten behoeve dezer gemeente zal ge
heven worden naar evenredigheid van de sterkteen noodigen
hen uitom des morgens vóór negen ure van genoemden eersten
Maart, ten kantore van den gemeente-ontvanger schriftelijk op
te geveu het bedrag der biljetten van uitvoer en de hoeveelheid
der aanwezige voorraad van likeuren waarvan de^ thans ge-
beven wordende belasting betaald isen de verrekening met de
nieuwe heffing verlangd wordtwelke hoeveelheid door aanpeil
van wege de administratie der plaatselijke belastingen zal gecon
stateerd worden.
En opdat zulks algemeen bekend zij zal deze op de gebrui
kelijke wijze afgekondigd en in de Ooessche Courant geplaatst
worden.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 25 Eebruarij 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
De heer Groen, het komt duidelijk meer en meer aan den dag,
heeft zich een ander terrein gekozendan dat waarop hij tot
biertoe werkzaam was. Terwijl hijnaar zijne eigen verzekering
ernstig bedacht is om de kaïner te verlaten, volgen de blaadjes
aan de kiezers elkander sneller op, geven het bewijs, dat geene
ligchaams-ongesteldheiddie nadcelig op den geest werkt, hem
uit de parlementaire loopbaan verwijderen zalmaar tevens, dat
hij meent langs anderen weg beter te zullen geraken tot zijn doel,
het versterken van den invloed der anti-revolutionaire party. Of
de blaadjes, door hem onder het volk achter en onder de kie
zers verspreid, daartoe veel zullen bijdragen, durven wij, met
het oog op de groote menigte betwijfelen. De talentvolle en
kernachtige schrijver is geen schrijver voor het volk en met
uitzondering van enkele zinsnedenwaarbij de onkundigen aan
klanken blijven hangen, is noch de stijl, noch de wijze van
betoog onder het bereik van het algemeen. 'Maar al verwachten
wij niet, dat het volk achter de kiezers in opregtheid kan zeg
gen, dat het met eenige zalving de opruijende blaadjes leest,
verdienen twee zaken vooral eene ernstige opmerking.
De eerste is, de aanhoudende bewerking van het volk door die
blaadjes die voor velen groote waarde hebbenalleen om den
naam des schrijvers en waarin enkele zinsneden voorkomen, die
duidelijk kunnen gevat worden en geene uitwerking zullen mis
sen. De heer Groen heeft in den parlementairen strijd zijn doel
niet kunnen bereiken; een enkel bondgenoot zijner rigting staat
in de kamer schier alleen en de waarheid laat zich niet ont
kennen van het kiezersvolk dat de leden ter Staten-Generaal
afvaardigt, is maar luttel verwachting, dat het eene anti-revolu
tionaire meerderheid naar de kamer zenden zal. En toch daar
moet het henen zal die rigting ooit kunnen heerschen en, zooals
hij wenscht, alle wetten en instellingen aan zich ondergeschikt
maken. Men moet trachten van onderen op te beginnen en bij
het volk eene gevoelige snaar doen trillen, daardoor moeten de
kiezers bestuurd worden en, ware het mogelijk, geïntimideerd
de eenvoudige in den lande, die zich tot hiertoe weinig om alge-
meene belangen en staatszaken bekommerenmoeten wakker ge
schud en hen als eene daad des geloofs voorgesteld worden
het deelnemen aan de verkiezingen. Daartoe wordt die menigte
gevleid en gesproken van eene „godvreezende bevolking," maar
tevens die bevolking in het harnas gejaagd door de bijvoeging:
dat zij „aan het ongeloof prijsgegeven is." Als van verre wordt
gewezen op de redenen van bezorgdheid door de beweerde aan
randing der gewetens verwekt en alzoo een dreigend aanzien ge
geven aan eenen toestanddie even natuurlijk in zijn oorsprpng
is ais in zijne ontwikkeling, die niets dreigends hebben zou,
als niet de heerscbzucht eener partij daarvan gebruik wilde maken
om het overwigt te krijgen, en die zeker de overgang tot een
zeer gezonden rationelen toestand zoude zijn, als niet enkelen er
belang bij hadden voor hen zeiven, om liever duisternis en krank
heid te doen voortduren dan licht en krachtig leven te bevor
deren. Daarom wordt zeer listig gezegd, dat de partij van den
heer Groenwaar het conscientie-bezwaar geldt, te stil, te gedwee
is. In die lofspraakdie aan de reinste onschuld zou doen
gelooven, iigt te gelijk de prikkel om naar anderen lof te staan.
De meerderheid van die partij, van het volk achter de kiezers,
zou zich zeker stil houden, indien zij niet werd opgeruid, zij
zou om der consciëntie wilzoo zij zegt, alles verdragen, maar
evenzoo om der consciëntie wil zal zij alles doen wat invloed
rijke leiders haar voorhouden en als Godgevallig werk, als god»-
dienstpligt voorhouden, en op deze karaktertrek grondt zich de
poging van den heer Groen, die met zekere triumf de zijnen
vergelijkt bijdie groeijen in de verdrukking, (zie Aan de
kiezers XV, no. 7.)
Dit brengt ons tot eene tweede zaakdoor den heer Groen
l behandeld, het bestaan eener sterke anti-revolutionaire partij onder
het volk. Daarop wijzen wij in een volgend nummer.
Omtrent den toestand van H. M. de Koningin moeder, ont
vangen wij het volgende bulletin
i „De dag van gisteren was zeer onrustig en vermoeijend even
als de laatste nacht."
Ten negen ure heden morgen
„Van tijd tot tijd wordt de ademhaling minder vermoeijend."
De Tweede kamer der Staten-Generaal heeft hare werkzaam
heden hervat. De heer Fokker heeft zijne geloofsbrieven inge
zonden. Velerlei wets-ontwerpen en stukken zijn ingekomen
meerendeels reeds bekendbehalve een ontwerp op coneessie-
verleening en een tot toezigt op het gebruik van stoomtoestellen.
De heer lokker is toegelaten. Op voorstel van den heer Bosse,
is voorlezing gedaan van eene correspondentie der huishoudelijke
commissie, houdende bedenkingen tegen het plan nopens het
paleis voor de Staten-Generaalwaarover de commissie niet is
gehoord. De heer Wintgens heeft verlof bekomen om den
minister van binnenlandsche zaken daarover te interpelleren.
In de heden gehouden raadsvergadering zijn ingekomen
lo. Brief van gedep. statenmet kennisgeving dat zij de be
grooting zullen goedkeuren n^dat-door Z. M. goedgekeurd
zal zijn het adres tot het doenfeen^c, geldleening van 14,000.
2o. Brief van dhr. Simons 'eerst. aanwezen,*), ingenieur,-'hou
dende kennisgeving, tot/!q^0di^g»'v|n-:fiet "in de'vorige'
vergadering genomen besmj^piar waar -brit behoort.
3° Brief van dhr. Ingenieur van- Mtrsugi^ xtoji verzoek tot het
leggen van een riool tót afïtler vanjïfeuken- en wasch-
water, benevens een klinkèrpad_2<yrgs het administratie-