16,-.
met eerbiediging fa a ieders godsdienstige begrippen; dat die be
paling niet in het minste beoogd heeft het nemen van sanitaire
maatregelen voor de scholen te belemmeren maar wel het op
da scholen behandelen van Godsdienstige leerstellingen, als ander-
zins, waardoor aan schoolkinderen van andere gezindten ergernis
kon wor.:en gegeven dat dan ook dit grondwettig beginsel
in de thans vigerende schoolwet (artt. 18 en 33) op uitnemende
wijze doorblonk ja die wet zelve de krachtigste hefboom was
tegen alle ongrondwettig misbruik ten dien opzigte; dat in de
bepalingen der verordening ten aanzien der koepok-inenting schijn
noch schaduw van grondwet-schennis gelegen was en hij het land
sou beklagenwaarin de wetten gemoduleerd werden naar de
zoogenaamde gemoedsbezwaren of vooroordeelen des volks.
De heer mr. Saaijmans Fader beantwoordt al die sprekers,
hoofdzakelijk neerkomende op het reeds aangevoerde :n zijne
memorie van toelichtingwaarna
dhr. v. d. Tutte verlangt nog op twee punten uit het laatst
gesprokene door dhr. Saaijmans Vader terug te komen; in de
eerste plaats vermeent hij te moeten opmerken dat toen bij de
behandeling der schoolwet het amendement Nolthenius, strekking
hebbende om in die wet de verpligte vaccine oplenenaen, was
afgestemd, destijds zoo wel door de Regering als door de Kamer
de hoop werd uitgedruktdat zoo lang de verpligte vaccine
niet door eene rijkswet was verordendzoo veel mogelijk daar
voor door gemeente-verordeningen zoude worden gewaaktin de
tweede plaats heeft spreker uit den mond van dhr. Saaijmans Vader
gaarne den lof der vrijheid gehoord; spreker ontmoet ais altijd
dat geachte lid gaarne in de waardering der vrijheid, doch
vreest dat waar het op toepassing van dat beginsel aankomt, hij
hoe gaarne ook, niet altijd met hem zal kunnen overeenstemmen.
Daarna wordt het voorstel van mr. Saaijmans Vaders in hoof
delijke stemming gebragt en verworpen met 8 tegen 3 stemmen.
Vóór stemden de heeren mrs. Saaijmans Vader en van Voorst Vader.
Alsnu wordt ter tafel gebragt het verzoek van G. van der
Mark om grond der gemeente in erfpacht tot het bouwen van
«ene woning.
De Voorzitter zegt: dat burg. en weth. bij herhaling ter
plaatse hebben onderzocht de plaatsing van het gebouwen
hoewel zij eenigermate zijn teruggekomen van het oordeel over
de ongeschiktheid van de plaats, wenschten zij wel dat er eene
woning werd gesticht die het binnenkomen der stad niet ont
sierde zij hebben met requestrant daarover gesprokenmaar
deze bleef persisteren bij zijn ingediend plan, en stellen zij
mitsdien voor het verzoek, zooals het daar is liggende, van de
hand te wijzenwaartoe zonder hoofdelijke stemming wordt
besloten.
De heer mr. de Knokke van der Meulen verlaat de vergadering.
Wordt in behandeling genomen het adres van den heer Werrv
om tot het houden van eenden een gedeelte van de vest afteheinen.
De Voorzitter stelt namens B. en W. voor dat verzoek tot weder
opzegging toe, intewilligen tegen betaling van 1,'sjaars.
De heer mr. de Laat de Kanterverklaart tegen ds zaak op
zich zelfdie van weinig belang isgeen bezwaar te hebben
vooral wanneer de vergunning slechts tot wederopzeggens toe
wordt verleend, maar nogtans er tegen te zullen stemmen omdat
reeds door den verzoeker met het afheinen een begin is gemaakt;
even als by de zaak van Ellefrink keurt hij het af, dat door par
ticulieren op zoodanige wijze op eigen gezag, over zaken aan de
gemeente behoorende wordt beschiktde waardigheid van den
raad gedoogt z. i. niet, dergelijk vooruitloopen op zijne besluiten
lydelijk aan te zien.
De Voorzitter zegt dat requestrant daartoe vergunning heeft
verkregen van burg. en weth. om dat het stellen van zoodanige
heining niet zoo kostbaar is wanueer er ijs ia.
Het voorstel van burg. en weth. om het verzoek intewilligen
wordt aangenomen met 8 tegen 1 stem, die van den lieer mr.
de Kanter.
Als nu worden aan de orde gesteld de verzoeken om remissie
van den hoofdelijken omslag en belasting op de honden, over 1664-.
I. dhr. mr. P. J. van Voorst Vader, voor 6/m., ad 300,
3. dhr mr. P. H. Saaijmans Vader, voor 6/m., ad 350,
3. dhr. J. Fransen v. d. Putte, voor 7/ut.ad 318,75, 4. dhr.
J. C. Kakeberke, voor 4/m., ad 100,5. mej. A. van Dam,
voor 3/m., ad 13,50, 6. dhr. P. Thielings, voor 5/m, ad 18,75,
7. dhr. E. Bannet, voor 7/ra., ad 36,35. 8. L. E. Uittenhoven,
voor 8/m., ad 35,33, 9. mej. wed. Schuilenburg, voor 6/m.,
Welke zonder hoofdelijke stemming worden verleend.
10. het verzoek van L. Douw om remissie voor 9/in.ad
19,50 wordt toegestaan, voor 8/m., ad 17,33.
II. dat van de wed. Groenhof, om ontslag, wordt zoo als het
is liggende van de hand gewezen als strijdig met de wet.
13 Dat van de erven Johs. Gaossen over 4/m. ad 6,wordt
afgewezen, daar de dochter met wie hij inwoonde, niet- afzon
derlijk was aangeslagen.
13 J. G. van Kouten over 6/m. ad ƒ5,14 M. Koolhaas
Wamas over 8/in. ad/ 1,15, 15 C. W. M. Söhr over 4/m. ad
1,75, 16 Iz. Contant over 6/m. ad 3,—. 17 11. v. d. Schans over
8/m. ad 3,66 18 1'. de Wtjs over 6/m. ad 1,'19 J. Ball
over 8/m. ad 1,34 allen goedgekeurd.
30 wed. M. van Hese verzocht 7/tn. ad 1,16^ wegens vertrek
in Mei naar Middelburg. Wordt ingewilligd voor 3/m. ad 0,33,
daar de verzoekster in Augustus weder is teruggekomen.
31 W. van Rooijen over 7/m. ad/1,16s en 23 Adn. Snoep
over 9/m. ad 48,75.
Welke allen worden goedgekeurd zonder hoofdelijke stemming.
Vervolgens zijn de verzoeken tot remissie der hondenbelasting
van den heer L. E. Uittenhoven ad 1,50, P. J. de Witte ad
0,50 J. Sino ad 1,50, G. Visser Cz. ad 1,50 en B. de.
Hond ad 1,50, allen zonder hoofdelijke stemming ingewilligd.
Op de vraag van den voorzitter of een der leden nog iets in
het midden heeft te brengen, geeft de heer ran Kerkwijk kennis
dat de herbenoemde leden van het armbestuuren de regentes
van het weeshuis allen geïnstalleerd zijn.
Dhr. mr. van Voorst Vader geeft kennis dat de herbenoemde
regentes van het gasthuis is geïnstalleerdhetgeen ten opzigte
van den benoemden regent den heer C. Pilaar, wegens ongesteld
heid is moeten worden uitgesteld.
Dhr. Fransen van de Putte verzoekt verlof om aan het digc-
lijksch bestuur twee vragen te rigten ter beantwoording in de
eerstvolgende vergadering en wel
lo. Onder welke oathegorie burg. en weth. rangschikken het
gedeelte weg van dhr. J. Dekker Lz. over de Oostschans tot **n
den dwarsweg naar de Meestoóf de Zon
en 2'J. In hoe verre art. 4 der verordening op het bevaren der
Haven ook van toepassing is op de buiten haven
Welke vragen door den voorzitter in de eerstvolgende verga
dering zullen beantwoord worden.
Niemand verder iets voortestellen hebbende, elnit (k> vooraiUer
de vergadering.
GOES. F. KLEEUWENS ZOON, Uitgevers *n drukkerder Goesscte Omrent