1865. N0. 6. BÖNDEBDAG19 JAHÏÏABIJ, 52#t* Jaargang, 35tmienfrtiiÖ5Cf)c lerifllm. (iOr.SStlIK (OUItANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maan. dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,95 ff. p. p. 1.90 Gewone advertentiSn worden a 20 et. dr regel geplaatst. Geboorte., huwelijks- en doodberigien van 1-6 regels fJ.ZO, behalve het zegelregt. De Inzending van advertciitlün kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. De heer Groen heeft thans zelf verklaard, dat bij het ceder- leggen van zijn mandaat als volksvertegenwoordiger ernstig in overweging neemt. Hij zal echter niet ophouden de volksbelangen, (iie hem bij uitnemendheid ter harte gaan, te bespreken. Aan dat voornemen hebben wij weder een vliegend blaadje te danken, waarin de kabinetsvraag behandeld wordt. De heer Groen in de kamer spreekt voor het kiezersvolk, dat de parlementaire debatten volgt; de heer Groen buiten de kamer bewerkt met zjjne blaadjes het volk achter de kiezers. Het is daarom niet onbelangrijk den inhoud van zijn blaadje nategaan. Aan den heer ran Zuylen wordt de eer gegevendat hij de kabinetsvraag aan de orde heeft gebragt, en daarmede, eene practische bedoeling toegekend aan eene redevoering die de kamer vijf dagen gekost heeft, zoodat andere debatten die eigenlijk aan de orde waren ingekort en de Eerste kamer weder gejaagd moest worden. Overigens zegt de heer Groen, dat hij weinig instemt met der. beer van Zuylen. Hij beschrijft dezen dusConservatief geworden blijft hij liberaal. Liever zouden wij zeggenschoon hij de liberale beginselen liet varen werd hij niet conservatief. Den heer van Zuylen treft het lot van allen, die andere gevoelens belijden dan zij vroeger voorstonden en dan men meent bij hen te moeten onderstellen; zij vinden bij niemand vertrouwen. Doch aangenomen dat de heer Groen juist oordeeldedan kon de heer van Zuylen geene scherper veroor deeling treffen, dan dat de hr. Groen hem bestrijdt, dat deze van hem zegt, dat hij noch het een, noch het ander is en dat hij dweept met eene partij, die geen levensbeginsel heeft. Voor mij, zegt de hr. Gr., is het echte liberalisme ook, en juist om zijne echtheidhet dwaalbegripwaardoor evenzeer na als voor 1848, de weg van ontwikkeling en vooruitgang versperd wordt. Wonderlijk klinkt deze belijdenis in den mond van een man, die bij alles zoo naauwkeurig aanteekening houdt van de geschiedenisdien het aan de gave der onderscheidingzeker wel allerminst ontbreekt. Is de weg tot ontwikkeling en voor uitgang sedert 1848 versperd geworden, dan zijn wij niet voor uitgegaan. Dat is de waarheid voor aller oogen in het aangezigt slaan, want de hevigste pessimisten zullen wel van achteruit gang spreken in denkbeelden en stelselomdat het bestaande met hunne overtuiging strijdt, maar zij zullen niet ontkennen, dat er ontwikkeling plaats had en dat er vooruitgang was ware het ook niet in den zin waarin zij daarvan spreken. Wij noemen slechts, vermindering van schuld, vermeerderde staatszorg voor het onderwijs, uitbreiding van de middelen van gemeenschap als bewijzen tegen de stelling van den hr. Gr. Maar hier is ook eene zaak die zich zelve weerspreekt. Het liberalisme, het echte nog wel, dat beschuldigd wordt van alle banden los te makenzou den weg tot vooruitgang versperren. Het beginsel der vrijheid zou de ontwikkeling tegen houden. Men moge be weren, dat er eene ontijdige ontwikkeling, eene toomelooze voor uitgang is, men moge het echte liberalisme een dwaalbegrip achten, maar het kan nimmer een begrip zijn dat den weg versperd, ten zij men gelooven kan dat vasthouden aan bet oude de weg is tot het nieuwe, er. dat stilstand het middel is om voor uit te komen. Een liberalisme dat den weg versperd, dat klinkt «ven ongerijmd, als een conservatisme dat liberaal is. Is autocratie niet veeleer eene der eigenaardige, der onvermijde lijke gedaante-wisselingen, waaraan de geschiedenis der vrijzinnig- heidsleer ons sedert 1789 gewend heeft? Na die vraag laat dc heer Groen een weinig verder volgenik kan dit niet verder uit eenzetten. Wij gelooven dat laatste gaarne, want bij tegenstelling zou dan wel dienen te volgen, dat het anti-revolutionair beginsel zich vertoont in despotisme. Wij zijn er reeds aan gewoon, dat eene consequente doorvoering van het liberaal beginsel met den naam van autocratie bestempeld wordt, dat men dan van exclu sivisme spreekt, in één woord van alles wat juist eigen is aan de partijdie deze beschuldigingen oppert. Alles hangt hier af van het gezigtspuntwaaruit men de zaak beschouwt. Zal de regering alle de raderen van het aan haar toevertrouwd gezag door het liberale beginsel in werking brengen en laten besturen, dan is zij wel verpligt om het gezag aan dezulken toetevertrou- wen, in wie dat beginsel bekend en werkzaam is; zij kan niet anders of zij wordt ongelijk aan zich zeiven, zij verloochent haren levensoorsprong, en toch wordt daarvan een verwijt gemaakt, door hen, die elke daad beschouwen niet als de vrucht vaneen eigen begripmaar als eene manifestatie tegen het begrip van anderen. Waar de liberale geneesheer wij gebruiken de beeld spraak van den beer Groen autocraat schijnt te zijn, is hel niet, omdat hij door de theorie in verlegenheid is gebragt. maar integendeelomdat de theorie hem den weg juist beeft afgeba kend. Hij is niet het slagtoffer van onvermijdelijke gedaante verwisseling maar hij geeft m.et zelfbewustheid en naar eenen vasten regel, die gedaante aan zijne theorie, die onvermijdelijk isomdat elke andere verzaking van zijn beginsel zoude wezen. Per telegraaf). Bij de opening der stembilletten te Middel burg heden morgen is geblekendat tot lid der Tweede Kamer gekozen is, de heer mr. G. A. Fokkermet 938 van de 1483 ingeleverde geldige stemmen. Het dagblad heeft dezer dagen geschreven dat de benoeming van den heer Bool, (in O. I. tot referendaris aangesteld) te dan ken was aan zijne bloedverwantschap met den heer van Eek, die een blind aanhanger van den heer Thorbecke zou zijn. Hel blijkt nu, dat er geenerlei bloedverwantschap tusschen de beide genoemde heeren bestaat en dat de geheele zaak dus een logen isdoor de redactie van liet dagblad verzonnen. Al worden ook daarna pogingen aangewend om dit te vergoelijken door te zeggen dat men zich vergist heeft, ieder begrijpt, dat hier van geene vergissing sprake kan zijn als men nagaat van waar het verzinsel kwam en waartoe het werd verspreid. De vergadering, door de Goessche afdeeling der maatschappij van Nijverheid, Dingsdag gehouden was zeer druk bezocht en in vele opzigten belangrijk. Aan de gewone werkzaamheden wer den wetenschappelijke mededeclingen toegevoegd, die aanleiding gaven tot nuttige zamenspreking. Het doel zou zeker nog in ruimer mate zijn bereikt geworden, indien niet een der sprekers door ongesteldheid verhinderd geworden was. De proeven met het magnesium licht, waarover deze spreker zou gehandeld heb ben werden desniettemin genomen en ga"fwu de aanwezigen een juist denkbeeld van den aard eener ontdek kjin^die in den laatst en tijd vooral veel besproken wordt -Eep anilér^Hn\ der vergadering heeft, ter aanvulling, eene geïmpfevisêe^gï^dragt g<houden over den arbeid, uit een staathuishoudku&i^' oogpunt beschouwd, en het is te wenschen dat ook dergelijke vöordragten zullen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1865 | | pagina 1