BLerls.elijls.o sals.cn. MarJittoerigten. Wij hebben van onze oogen het getuigenis afgelegddat ze scherpziende zijn, en ZijnE. logische kennis gaat dit betwijfelen. Mijn lieve mijnheer wij hebben geene mollen oogen, en wij laboreren noch aan bij-, noch aan verzigtigheid. Om straatkeijen te ontdekken waarvan UE. spreekt, was het wel noodig geweest, dat wij ons in zoodanig zwart viervoetig dier hadden kunnen veranderen. Onder de slijk henenwroetende hadden wij mogelijk met onze snuit op harde verhevenheden gestotenen dan hadden wij mogelijk de ervaring opgedaau, dat er straatkeijen in uwen oprid kunnen aangetroffen worden. Nu konden wij dezelve niet onderscheiden. UE. doet het verder voorkomen, dat wij met onze scherpziende?! oogen keijen voor grind hebben aangezien. Inderdaad, het zon ook van weinig scherpzigtigheid getuigen als dat zoo was en uwe besehuldiging zoude waardig op ons kunnen toegepast worden als wij UE. niet van het tegendeel konden overtuigen. Wij bemerken wel, dat de grindwegen u geheel vreeind zijn, dat genoeg te bejammeren is, maar wanneer UE. het geluk nog eenmaal beschoren is, van Hoedekenskerke over eenen goeden grindweg naar Goes te rijden, dan zult UE. onder de grind ook wel eens groote stukken rots ontwaren, die wel iets van de door UE. bedoelde keijen hebben. Zóó meenden onze scherpziende oogen niets anders te ontdekken als hier en daar een groot stuk grind, dat wij niet met den eernaam van straatkei durfden betitelen. Verder doet UE. het voorkomen of wij grind met puin ver warren dat eveneens door onze scherpziende oogen misgezien zoude zijn. Alwederom, waarde Heer! moeten wij u beklagen zoo weinig kennis van grindwegen te bezitten anders zou UE. het kunnen observeren, dat de grind tot stof gereden wordt, en bij harden wind wegstuift. Valt op zulke wegen veel regen, dan wordt het vrij moeijelijk het fijngereden grind van fijngereden puin te onderscheiden. Wij krijgen nog al meer medelijden met u, want niet alleen, dat gij ons tot mollen zoudt willen herscheppen, gij zoudt ons ook in hoenders, nachtegalen of koekoeken willen veranderenom de zekerheid te krijgen of die dieren grind of puin doorslikken. (Gij weet toch wel, dat de vogelen gewoon zijn kleine stukjes steen doortezwelgen. om de vermaling der graankorrels te bevorderen, daar het vogelen geslacht geene tanden beeft.) De vlechttuinen waarvan UE. gewaagtzullen zeker in het laatst van October aangebragt zijnheeft dit vroeger plaats gehad dan zullen dezelve wel zeer onvolkomen geweest zijnomdat ze niet door onze scherpziende oogen zijn waargenomen althans niet aan dat gedeelte der opriddat bij het oprijden aan de linkerhand is gelegen. Wanneer wij verder gewagen van eenig rijshout aan te brengen en eenige schoppen grind in de gaten te storten, dan bedoelen wij daarmede dat in het begin het kleine gemakkelijker en met minder kosten te herstellen is, als in de gevolgen het groote. Verder zullen wij het door UE. aangevoerd cijfer van 200 aan herstelling benoodigd, niet naauwkenrig rectificeren, daar wij ons overtuigd houden, dat als de oprid in eenen goeden staat (geenen halvcn) gebragt werd, er wel 2 maal ƒ200 plus ƒ600 zoude be noodigd zijn. Zie daar mijnheer de Blinde! UEd. apodictisch ons gevoelen keubaav gemaakt over onze aangegeven onr.aauwkeurig heden. Intusschen voelen wij ons gedrongen UE. onzen innigen dank te betuigen voor de geschiedenis welke UE. ons hebt gegeven van de veel besproken oprid; wij zullen dezelve eene plaats waardig keuren in ons archief. Voor wij afscheid van UE. nemen willen wij cog enkele punten bespreken. Volgens UE. schrijven behoort het toezigt der oprid bij het middel van straten en wegen, dat geene genegenheid gevoelt de uoodige verbeteringen daar te stellen. Maar wie beeft dan de vlechttuinen aangebragt of het puin in de gaten doen storten? Die zulks bevolen hebben hebben die niet genoegzaam bewezen zich met het onderhoud te belasten? En is dit voldoende, zoodat uw bestuur zich geregtigd gevoelt de schade aan te geven welke bet algemeen, en inzonderheid uwe gemeente daardoor ondervinden moet, dan ook was het billijk, openlijk te protesteren, tegen eene wilkeurige handeling, waartoe geene autoriteit geregtigd is. Q heeft gezegd dat uw oprid hals brekend is, en niet onze, maar andere scherpziende oogen moeten nog dagelijks dezelfde getuigenis afleggen. De blaam ons verder aangewreven, of wij de heeren Blaaubeen Fransen van de Putte en de Fouw, als slapers hebben aangegeven, willen wij verre van ons werpen, daar wij deze achtingwaardige mannen kennen als zeer actief in hunne verschillende betrekkingen, maar wilt gij ze als middel van straten en wegen als niet wakende beschouwen, het is ons wel. Wij verstonden door slapen dien toestand van het gezonde menschelijke ligchaam, als bet geene indrukken van de zinnelijke wereld meer ontvangt, en toch leeft; een staat van rust, van lijdelijk aanschouwen. UE. geven wij vrijheid eene andere uitlegging daaraan te geven, lust het UE. om eene autoriteit te compromitteren, die mogelijk niet anders handelen kanen dan voornamelijk als de kas in eenen kwijnenden staat verkeert; wij zonden liever aan 'dezelve een raad geven en die ismet eigen oogen zich te overtuigen of uwe oprid inderdaad zoo slecht is; dat te onderzoeken zou van waken getuigen. En hiermede nemen wij voor altijd afscheid van uwen oprid; wij wen3chen uwe gemeente hartgrondig, spoedig eenen beteren en nieuwen toe, die aan alles goeds mag beantwoorden, en UE. volgen onze beste wensehenook met het oog op uwe kritiek die wij gaarne afwachten indien het u lusten mogtons op on- naauwkeurigheden te wijzenopdat wij van UE. zouden kunnen zeggenSibi gratulautur mortales tale, tantumque exstitisse humani generis decus 1 {De stervelingen verheugen zich over het bestaan van zulk een sieraad van het menschelijk geslacht.) X. INGEZONDEN. Zondag den 18 December was voor de Hervormde gemeente te Nisse een belangrijke dag. Sedert 4 maanden was men van de geregelde godsdienstoefening verstoken geweesttengevolge van herstellingvernieuwing en beschildering van dat gedeelte der kerk dat tot gewone plaats van zamenkomst bestemd is. Dit kruisgebouw, dagteekenecde reeds uit het midden der 13e eeuw, is bekend als eene der fraaiste dorpskerken van Zeeland. In Gothisehen stijl opgetrokken, is het versierd met een keurig ge- beeldhouden predikstoel, blijkens opschrift in 1679 vervaardigd. Daar tegenover vindt men het rijk versierde orgelgeplaatst in 1787. Zeldzaam zijn daarenboven in het schoon gewelfde beelden der Apostelen 85 duim hoogmet hunne symbolen alsmede eene zinnebeeldige voorstelling van de booge vereering van de maagd Mariabijna allen ongeschonden. Nu er fiks de hand aan geslagen is, om het geheel in fraaijen staat te brengen, mag het vrij als zeer bezienswaardig genoemd worden. Wij brengen dan ook gaarne hulde aan bet. bestuur dezer kerk voor de onbe- krompene wijze, waarop het zich van zijne belangrijke taak heeft gekweten. De heer Uanninkarchitekt te Goes, heeft door zijne hulp en voorlichting de gemeente aan zich verpligt. Kweten de aanne mers van het timmerwerk, van Loo te Nisse en van de TTeerd te Goes zich uitmuntend van hunnen pligt, niet minder deden, dat de aannemers van het schilderwerk Ossewaarde te Nisse en de Bruin tc Ivloetingeen wij kunnen hen gerust aanbevelen bij andere kerkbesturen, als toegerust met de tioodige kunde en tact, voor dergelijke verfraaijingen. Onze geachte leeraar ds. Backer heeft het gewigt van het oogen- blik herdacht in eene kernachtige leerrede naar Ps. 26, vs. 8, waarin ZE. de eischen van een protestantseh kerkgebouw schetste, en de gemeente tot dankbaarheid aan God en eene ware vereering in de openbare dienst aanspoorde. Dit godsdienstig zamenzijn werd nog oneindig verhoogd door heerlijke accoorden welke onze hooggeschatte onderwijzer en or ganist, de Imcr Konsemaker, ons krachtvol orgel wist te ont lokken. Indrukwekkende toonen welke in het ruime koor der kerk als wegstierven gevoegd hij het plegtstatig gezang voor deze feestviering opzettelijk gekozen stemde ons tot Godsdien- stigeu zin en zal dezen gewigtigen dag, bij velen in aangename herinnering doen blijven. Nisse. J. A. GEILL Jr. 33 c site aiii gen. Qp .1p heden (2:2 Dec.) gehouden besteding van de voltooijing van het kanaal dour Zuid-Beveland, van den Kruiningscben Zanddijk, tot het zeedijk, met het doorgraven dier dijken en eenige bijbehoorende werken te Hansweerd, zijn die werken afgemijnd door den heer B. P. de Groot. te Giesendam van f 128.000,00, Op 12 Jannarij 1865, des middags ten 12 ure, zal van wege het minis terie van hinnenlandsehe zaken en onder deszelfs goedkeuringworden aan besteed het maken van den onderbouw vau een brug over het kanaal door Znid-Bevelaud in den Bonzijweg, en van drie dubbele wachters-woningen van dat kanaal. GOES 20 December 1804. Do bekendheid, dat aan de Kotterdamsehc markt, uit hoofde van de vorst, geen aanvoer was geweest, stemde de koopers, in verband met de wekelijks da'ende prijzen, lusteloos, Met kleine uitzondering werd alleen voor consumptie iets gedaan, in 't algemeen luidde de prijsnoterins lager. Jarige TARWE nagenoeg opgeruimd. Nieuwe DITO f 6,25 a 6,90. ROGGE f 5,a f 5,40. Winter GERST f 4,a f 4,40. Zomer DITO f 3,75 a ƒ4,10. HAVER f3,— a ƒ3,73, BLAAUWE ERWTEN f 6,50 a 6,75. WITTE BOONEN 10,60 a f 12,—. BRUINE BOONEN 7,50 a f 7,75. PAARDENBOONEN f 5,- i 5,25. MEEKRAP. Onverouderd. BOTER 1,15 a 1,25 het ned. ffi. EIJËRS 3,80 a f 4,00 de 100 stuks. AMSTERDAM, 21 December 1864. TARWE, ROGGE, GERST en BOEKWEIT zonder handel. RAAP, OLIE vlieg. 42 voorjaar 44V8. LIJNOLTE vlieg. 35>/2 voorjaar 35V,. LONDEN, 21 December 1864. GRANEN stil. AVIGNON, 14 December 1864. MEEKRAP, Rosé-wortel fr. 26.50 a 28. Palud fr. 30 A 32. Baptist if AMzari 18/m fr. 34, 30tm fr. 35,50. Gemalen rosé fr. 38 A 40 en palud fr. 42 A 44. BROODPRIJZEN. Naar de vroegere zetting Tarwen brood 13 ct. I Masteluin brood 10 ct. Tarwen Krop brood 11 Rogge brood 0 LiefdLadigïicicl, DIAKENEN der Hervormde Gemeente te Goes, achten zich gedrongen, om, bij de aanbeveling door het bestuur dezer ge meente, van de op Maandag den 26 dezer maand te hondene SLEE-COLLECTEhunnerzijds aantedringen op ruime bij dragen ten einde in staat te zijn in de menigvuldige behoeften hunner armen te voorzien.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 3