tBiu(mfanï).
Ucmcngïtt lengten.
4300 wegtelaten. De minister heeft zich ernstig en krachtig
daar tegen verzet en de noodzakelijkheid der instelling' betoogd,
maar de meerderheid der kamer heeft zich niet laten overtuigen
en met 25 tegen 42 stemmen is het amendement vin Dosse door
de kamer aangenomen. Het zekere Dagblad, dat gewoon is om
te beweren dat de meerderheid in de kamer slaafsch voor den
wil des ministers buigt, zegt bij deze gelegenheid, dat de meer
derheid getoond heeft zich niet gedwee te willen voegen naar
iederen yyensch van den minister.
In de zitting van Woensdag is gehandeld over het rijks subsidie
aan de calamiteuse polders in Zeeland. De heer de Kanter
heeft die discussie ingeleid en ernstig aangedrongen op eene
billijke schikking in deze moeijelijke zaak, die reeds zoo lang
tot veel schrijvens aanleiding heeft gegeven. De spreker kan
niet toegeven, dat het geven van subsidie eene vrijwillige daad
blijft van de wetgevende magt; bij meent dat de minister zonder
afdoende redenen den weg verlaten heeft, waarop,de regering
scheen zich te willen bewegen bij had gewild dat niet alleen
gedeputeerde staten maar ook de provinciale staten over het
voorstel van den minister waren gehoord, en wil dat de staat
zijne verpligtingen erkenne en de provincie geldelijk in staat
stelle, de vervulling dier verpligting op zich te nemen. De
spreker toont vervolgens ook aan, dat niet in de bedoeling van
de staten van Zeeland ligt om de bijdragen onder den naam:
subsidie voor de calamiteuse polders van de achterliggende
polders gevorderd, te bestendigen. Ten slotte heeft de spreker
ook de belangen der Breede watering, zoo verre die in deze
zaak betrokken zijn, bepleit.
De heer van Kerkwijk heeft in gelijken geest gesproken en
daarna heeft de heer van Iltemsfta uitvoerig dezelfde punten be
handeld en betoogt, dat het onderhoud der calamiteuse polders
is eene rijksverpligting. De minister beantwoordde de onderschei
dene sprekers en sprak de verpligting van het rijk op dit punt
tegen, wijst op de eenheid der calamiteuse met de andere polders,
en zegt dat tiaar zijne meening nooit een vast subsidie van rijks
wege kan worden toegezegd, en dat het gouvernement met de
verpligtingen der achterliggende polders niets te maken heeft. De
minister heeft den heer van Heemstra herinnerd, dat deze onder
zyn ministerie de zaak stil had laten rusten en den heer de Kanter
verzocht zijn invloed aauteweuden om de staten van Zeeland af-
teleiden van den verkeerden weg.
Nadat de heeren de Kanter en van Heemstra, gerepliceerd had
den waarbij de heer de Kanter o. a. zeide nog niet overtuigd
te zijn dat de Staten van Zeeland dwalen en de minister de
zaak uit liet vegte oogpunt beschouwt, en ook de minister nog
eens had aangewezen, hoe bij de Staten van Zeeland alles afhan
kelijk gemaakt werd van een vast subsidie, hebben eenige andere
sprekers zich nog in het debat gemengd en als toen is door den
hegr van Heemstra eene motie voorgesteld „de kamer gehoord
de discussien en van oordeel, dat het onderwerp bij de wet moet
geregeld wordensluit de beraadslaging."
Deze molie is met 44 tegen 24 steramen verworpen en het
Wets-artikel daarna goedgekeurd.
Wij kunnen, bij de beperktheid van den tijd, geen breeder over-
2igt van deze voor Zeeland zoo belangrijke discussie geven, maar
inogen niet nalaten optemerken, hoe zij een nieuw bewijs ople
verde van de onafhankelijkheid die zoovele leden der ministeriele
party kenmerkten in dit opzigt een feitelijk protest bevat tegen
de leugenachtige verzekeringen der oppositie.
(Per telegraaf.) In de zitting van heden is eene belangrijke
discussie gevoerd over de doorgraving van Holland op zijn smalst.
De heer van Aierop heeft medegedeeld dat crediteur en aan
nemer te Londen opgeroepen zijn en dat er geene waarborgen zijn
voor de uitvoering van bet werk. De minister zal de zaak nader
onderzoeken. Er zullen geen stortingen mogen uitgeschreven wor
den, alvorens bet kapitaal behoorlijk gewaarborgd zij. Daarop is
de rentepost aangenomen. Ook de discussie over het hooger en
middelbaar onderwijs is insgelijks heden afgeloopen die over het
lager onderwijs is aangevangen. Morgen wordt deze voortgezet.
De Staats-Courant maakt nu ook melding van berigten uit
O. I. omtrent onlusten te Tagal. Reeds hadden particuliere be
rigten daarvan gesproken en men had niet nagelaten van zekere
zijde er op tc wijzen, dat de regering maar altijd zweeg. Het
blijkt nu, dat de regering niet zwijgt als zij officiële berigten
ontvangt en daarvan terstond mededeeling doet, terwijl er tevens
uit blijkt, dat er voorsbands geene reden is ora zich ongerust
te maken. Wij kunnen niet anders dan goedkeuren, dat de rege
ring niet medewerkt om ongerustheid te bevorderen maar veeleer
de .kalmte bevorderd door te spreken als het tijd is. In ver
band met dezeopmerking is het dagblad van gisteren merk
waardigdat"het' officieel berigt uit de Staats-Courant overneemt
en tegelijk een artikel bevat over het zwijgen der regering.
Met «enoegen vernemen wijdat weldra in den steeds ver
langden Ijk op de gasmeters, door ons gouvernement zal worden
voorzien, waardoor wij niet alleen goede gasmeters zullen krijgen,
maar tegelijkertijd zal ophouden het verkoopen van gas naar d*
Engelscïie maat, gelijk in verschillende steden van ons land
plaats heeft.
Plaatsgebrek heeft ons verhinderd het geheele stuk overtenemen1
door den heer Kluif hoofd van Numansdorp ook aan ons gezonden,
waarin deze zich billijk beklaagd over eene regterlijke huiszoeking
ten huize zijner moeder gedaanwaardoor de veiligheid der
burgerij feitelijk geschonden werd, vooral daar het te doen was
om een bewijs te zoeken voor eene strafzaak, waarin de persoon
bij wie huiszoeking gedaan werdgansch niet betrokken was.
Tegen die handeling is ook protest aangeteekend door aanzien
lijke en achtbare personen gelijk alle dagbladen het stuk met
dat protest hebben overgenomen, ten bewijze van algemeene in
stemming met de aangeheven klagt. Het is ons leed, dat wij
het stuk Maandag niet plaatsen konden en nu is het reeds door
alle andere couranten bekend gemaaktzoodat de inededeelinn-
overbodig is Wij bepalen ons dus tot deze vermelding en voegen
er alleen bij, dat, naar wij vernemen de heer Hir/c Kluif hoofd
zoowel aan den koning als aan de volksvertegenwoordiging een
exemplaar heeft toegezonden van de mededeeling van die feiten,
en dat hij bij eerbiedig rekwest de aandacht van Z. M., zoowel
als van de volksvertegenwoordiging op die zaak heeft gevestigd
met inroeping van beider bescherming, en met verzoek dat°zij
door alle haar ten dienste staande middelen hem en anderen voor
de toekomst vrijwaren tegen zulke aanranding en stoornis van
de vrijheid en veiligheid van der ingezetenen personen en eigen
dommen en van de rust der familien, als, blijkens dit gebeurde,
zijne moeder en haar gezin op 1 Nov. jl. moesten ondervinden.
De officiële pruissisclie bladen verdedigen thans het gou
vernement tegen het verwijtdat het plan zou gehad hebben de
hertogdommen bij Pruissen in te lijven: liet is altijd voornemns
geweest de erfkwestie door den bond te doen beslissen. Men
vraagt zich evenwel af, waarom het dan op de ontruiming heeft
aangedrongen en niet gewacht heeft tot deze door den bond
werd bevolen die dan toch ook in dit geval de eenige com
petente magt was.
Die ontruiming wordt thans met kracht voortgezet, maar te
gelijk met de troepen verlaten ook de fondsen het landzij,
moeten in de bondskas worden gestort. De stenden van Hol-
stein verzetten zich met nadruk hiertegenen ook deze zaak zal
tot nieuwe verwikkelingen leiden.
In Mecklenhurg-Schwerin is in den landdag de stokslagen-
wet ter sprake gekomen. Daarbij werd de aandacht der regering
er op gevestigd dat die wet de landverhuizing in die mate aan
wakkerde dat de landbouw in groote ongelegenheid geraakte.
Verscheidene leden trokken echter partij voor die wet, die zij
zeiden dit niets nieuws was, dat altijd bestaan luid en die dan
ook niet afgekeurd was door de Mecktenburgers zeiven maar
door die partij in het buitenland, „die alles omver wil werpen."
Een van de leden ging zelfs zoo ver om te beweren dat men
den spot en den hoon van het buitenland zich eene eer moest
rekenen. Nogtans was de meerderheid der leden van een ander
gevoelen en met 40 tegen 6 stemmen werd een voorstel aange
nomen om der regering in overweging te geven of het niet doel
matig zou wezen 2 van die wet te doen vervallen. De rege
ring zal waarschijnlijk wel van een ander gevoelen zijn.
Het maken van sigarenkisten is sedert 30 jaren in Bremen
eene belangrijke fabriekszaak geworden. Vroeger werden de kis
ten met behulp der handzaag van hout van suikerkistenuit
Brazilië aangevoerd, vervaardigd, lil het jaar 1840 ontstond
de eerste kistenfabriekdie met stoommachine en cirkelzagen
werkte. Sedert 1848 nam liet aantal dier fabrieken toe en thans
telt Bremen er acht met ongeveer 300 werklieden. Zij hebben
onafgebroken werk en voorzien de sigaren-fabrieken in Duitsch-
land Zwitserland, Oostenrijk, Zweden en Rusland met kisten
van cederhout. Jaarlijks komen 20 a 30 groole scheepsladingen
van dit hout van Cuba naar Bremen. In het jaar 1863 voerden
de Bremer kisteu-fabriekanten 11,289 colli's, ter waarde van
177,463 thaler, groolendeels naar het tolverbond uit.
Een brusselsch correspondent zegt dat de heer Tesch
minister van justitie, zijn ontslag gevraagd beeft, na het ge
beurde inet de wet op de studiebeurzen. Werd dit verleend
dan zou, volgens den bevigtgever, onvermijdelijk de aftreding
van den heer Frère en daardoor de ontbinding van bet kabinet,
volgen.
In Antwerpen worden de oesterschelpen met veel zorg bewaard.
Dagelijks komt men die bij de restaurateurs inzamelen, ten einde
ze te verkoopen voor eeue nieuwe tak van industrie. Er worden
knoopen en andere voorwerpen van gemaaktterwijl de afval
later wordt verbrand en eene uitmuntende meststof oplevert.
Wij hebben deze week een voorbeeld gelezen van bijzouderen