1804. !N°. 93. DONDERDAG 1 DECEMBER. 51" Jaargang.
JStitneriCfltibscOe lengten.
JSuttenCflnÓ.
lOESOTE 101 !U\T.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maan. i a# Gewone advertcntlBn worden a ZO et. de
dag en Donderdag avonduitgezonderd H regel geplaatst.
op feestdagen. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van
Prjjs per kwartaal 1,95 fr. p. p. 1,90. - 1-6 reSel» f 1.80, behalve liet zegelregt.
De Inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
De algemeene beschouwingen, die gewoonlijk aan de behandeling
der begrootings wetten voorafgaan, hebben dit jaar langer dan
anders geduurd, dank zij den Haagschen afgevaardigde. Indien
eens de heer Groen in de kamer ware tegenwoordig geweest, zou
men dan het einde reeds bereikt hebben Wij betreuren zeer het
afwezen van dien vertegenwoordiger der antirevolutionaire rigting,
en dat vooral om de oorzaakwaardoor hij van de kamer ver
wijderd wordt gehouden. Maar zoo hij present had kunnen zijn,
was zeker ook en de rigting zijner partij en zijn lievelings denk
beeld ter sprake gekomen, en men zou nog niet aan het buitenland
maar steeds buiten de begrooting zijn. Het is te hopen dat de
leden, die steeds zooveel aanleiding tot het uitrekken der dis-
cussien geven, bedenken mogen, dat de grijze kamer weder een
jaar oufler geworden is, en dat men eene grondige overweging
der begrootingswetten voor haar onmogelijk maakt, als men door
allerlei buitensporigheden haar de begrooting voorlegtals de
nieuwe dienst reeds moet aanvangen.
Bij de behandeling van het hoofdstuk buitenlandsche zaken
moest wel het punt der opheffing van de missie in Zweden
weder ter sprake komen en kon men verwachten, dat de oppositie
zieh daarvan bedienen zou om het ministerie nog eens te laken.
De minister heeft verklaard, dat ten gevolge van veranderde
omstandigheden de regering eene andere bepaling heeft gemaakt,
en dat de gezant bij de hoven van Denemarken en Zweden
voortaan zijne hoofdresidentie in Stokholm zal houden. De ver
anderde omstandigheden zijn, de afscheiding van de hertogdommen
en de opheffing van den Soudtol. Het is dus niet omdat de
regering het stelsel van den vorigen minister verlaten heeft, dat
de veranderde bepaling is gemaakt, in den zin dat zij het stelsel
zelf, zoo als het in der tijd gevolgd werd, nu zoude afkeuren,
maar omdat nu omstandigheden zijn voorgekomen, die den heer
van der Maesen, zoo bij nog minister ware, zeker ook tot eene
andere gedragslijn zoude hebben geleid. Het is dus onjuist en
onbillijk als de zaak van zekere zijde zoo voorgesteld wordt
als of de regering zelve nu het stelsel van den heer van der
Maesen verkeerd oordeelde, waarbij dan nog eens in het voorbij
gaan aan dien afgetreden minister een oude grief wordt voor
geworpen. Juister zou men kunnen zeggen, dat de oppositie
veranderd is van opinie omtrent den tegenwoordigen minister,
wiens optreden schier met bespotting werd begroet, wiens houding
en handelingen thans reeds den eerbied der alles verguizende
partij hebben gewekt. Slechts een klein hoopje tegenstanders
quand même maakt daarop eene uitzondering.
Dingsdag is de behandeling van het hoofdstuk buitenlandsche
zaken in de tweede kamer voortgezet. Alstoen hebben het woord
gevoerd de heeren van Lijnden, de Bieberstein, van Heemstra,
van Nispen, GodefroiKingsmavan Goltstein, Blussé en de mi
nister. Er is voornamelijk gesproken over het verhoogen der
bezoldiging van sommige gezanten, over de missie in Zweden en
over de zaak van het Israëlitische kind te Home. Een amen
dement van den heer van Heemstra betrekkelijk deze laatste zaak
is door den voorsteller weder ingetrokken en een ander betreffende
de verhooging van bezoldiging van denzelfden voorsteller ver
worpen met 49 tegen 17 stemmen en het hoofdstuk is daarna
aangenomen met 53 tegen 13 stemmen.
Vervolgens is de beraadslaging aangevangen over het hoofdstuk
E. K. Eeredienst. Daarover werd gesproken door de heeren de
Brauw, van Lelden, Kien, van Heemstra, van Nispen, Godefroi
en van Beijma. Daarop heeft de minister van buitenlandsche
zaken het woord gevoerd en betuigd, dat het herstel der depar
tementen van eeredienst onmogelijk was. De minister van justitie
die nu aan het woord was heeft verzocht de discussie uittestellen
tot Woensdag.
In de zitting van gisteren zijn de beide hoofdstukkenHer
vormde en E. Katholieke Eeredienst aangenomen, het eerste met
45 tegen 22 en het andere met 43 tegen 23 stemmen. Daarna
is het hoofdstuk Justitie aan de orde gekomen. De heeren Gode
froi Wintgens, Kingma, Kien (welke zijne stem aan het hoofd
stuk niet geven kon, omdat de administratie der hervormde eere
dienst met dit departement verbonden is), de Berg, de Brauw,
van Nieropvan Lijndenv. d. LindenWintgensJ. K. van
GoltsteinBegram, van Kerkwijk en de Minister hebben gesproken
en de algemeene beraadslagingen werden gesloten.
De heer van Kerkwijk heeft weder gewezen op de zaak der
tienden, maar de minister heeft gezegd, dat, schoon hij de zaak
niet uit het oog verliest, hij geene stellige verklaring kan geven
of hij spoedig een nieuw wets-ontwerp zal aanbieden.
Per telegraaf), In de zitting van heden is het hoofdstuk Justitie
aangenomen met 51 tegen 18 stemmen. De discussien over
hoofdstuk Binnenlandsche Zaken zijn aangevangen en worden
morgen voortgezet.
!J. K. H. prins Frederik heeft zich vereenigd met het gevoelen
der* hoofdcommissie voor het monument 1813 ten aanzien van
de keus van de ingezonden ontwerpen en dien ten gevolge is
het model Kbenhaézer waardig gekeurd om te worden uitgevoerd.
Berigten uit Japan melden
Groot is de vreugde, die hier onder de Europeanen en Ame
rikanen heerscht over den uitslag van den strijd tot opening van
de Binnenzee, en die waarschijnlijk wel den naam van den slag
van Simonoseki zal erlangen. De indruk, door de gebeurtenis
te weeg gebragt, zal waarschijnlijk op diplomatisch en handels
gebied niet uitblijven. Men spreekt van een nieuw gezantschap,
dat door de Japansche regering naar Europa zal gezonden worden;
zij heeft nu het bewijs gehaddat het der mogendhedendie
tractaten hebben ernst is, deze te doen handhaven.
Nopens de bewegingen in het binnenland van Japan heerscht
nog veel onzekerheid. Men verneemt bij geruchte, dat de troepen,
door de regering afgezonden tot beteugeling van het oproer in
de provincie Hitatsi, aanvankelijk in hun doel geslaagd zijn, en
zij de oproerlingen naar het gebergte van Tsoekoeba hebben ge
dreven. Men sprak er echter van dat, toen het tot een beslissend
treffend zou komeneen deel der troepen tot de oproerlingen
zou zijn overgeloopen, en de bevelhebber nadere voorschriften uit
Jeddo afwachtte. Men vreesde dat door die van Negato een
nieuwe aanslag tegen Lioto was beraamd. Men verzekerde ook,
dat de taikoen zich aan 't hoofd der troepen zou stellen, die tot
kastijding van den vorst van Negato zouden worden bestemd.
Die kastijding zou waarschijnlijk daarin bestaan, dat hij een half
jaar van zijne inkomsten zou worden verstoken.
{Haags. Cour.)
De aanvoer van hoornvee bedroeg op den laatsten toondag hier
ongeveer 66 stuks. De handel was vrij levendig, nog ruim 20
stuks werden voor uitvoer tot redelijke prijzen opgekochtde
hoogst besteedde prijs was 160,Van het magere vee is
veel onverkocht gebleven.
Eenige dagen geleden hadden wij hier een tweede publieke
afslag van appelen. Verschillende mudden werden tot 12 ets.
verkocht, een prijs nagenoeg aan't vervoer verdiend. Bij een vol
gende maal wacht men de uitnoodiging om ze s. v. p. te komen
halen.
De agenten der zuidelijken Slidell, Mason en Dudley Mann
hebben een manifest gerigt aan de verschillende enropesche gou
vernementen, ten geleide van de besluiten door het congres te
Eichmond genomen. Daarin verklaren zij dat, gelijk uit die