fefcefijde aiifien.
3ïïar(üGerigten.
«flöoertenlien.
dezelfde maatregel te nemen met uwe kerken. Niet alleen zal
uw dorp daardoor versierd worden, maar gij zult maken dat
uwe oude steenen beter bewaard blijven, en toonen, dat uwe
bezienswaardige Zuid-Bevelandsche oudheden u dierbaar zijn.
Kerkbesturen van 's HeerAbts- en SinoutskerkeBaarsdorp en
Nisse, uwe kerken kunnen rijk genoemd worden. Ik noem u,
omdat gij u in de korte nabijheid bevind van mijn gekozen
voorbeeld, ofschoon ik ook vele andere rijke kerken in Zuid-
Beveland zoude kunnen opsommen. Geef kerk en toren van
's Gravenpolder eens een bezoeken ik twijfel niet of gij zult
aansporing vinden hetzelfde besluit te nemen. Ook te Ovezande
is men daarmede voorgegaan. Mogt dit goede voorbeeld aldaar
u tot aanbeveling verstrekkendan wil ik u een raad geven
die ik door rijke ervaring op dit punt in staat ben u aan te
bieden. Houdt een naauwkeurig toezigt op het cement, zoowel
als op de plaatsen die daarmede bepleisterd moeten worden. In het
cement bestaat veel bedrog. Kiest daarom datgene, wat u door
erkende eerlijke leveranciers wordt aanbevolen, die evenzeer prijs
stellen op de achting hunner namen als op eene geldelijke ont
vangst. Zorgt verder, dat er geene vreemde bestanddeelen onder
het cement of onder het scherpzand geraken, en dat de groeven
en alle onreinheden der steenen goed weggekapt worden. Zoo
danige voorzorgen zijn noodzakelijk, daar anders de bepleisterde
plaatsen loslatendat nog zeer zal bevorderd worden als de
te behandelen voorwerpen te droog worden gehouden; want het
zuivere water moet in groote hoeveelheden gebruikt worden.
Of vindt gij beter, kerkbesturen uwe rijke inkomsten op rente
te plaatsen op het grootboek en uwe gedenkwaardige tempels
der oudheid te verwaarloozen en te laten vervallen? Zoudt gij
niet geheel in den geest der erflaters handelen uwe kerkgebouwen
goed in orde houdenZiet uwe kerken eens naauwkeurig na
en zult gij het mij niet toegeven dat, als de steenen nog al
eens gevoegd, gekalkt, en het leijen dak nog al gerepareerd wordt,
gij nog weinig doet, in vergelijking van wat uwe rijke inkomsten
toelaten te doen? Ziet gij wel eens opmerkzaam naar het inwen
dige? Laat uwe bevloering, stoelen, banken en beschildering
niet alies te wenschen overig? Ja zeker gij kunt aan uwe kerken
meer doen. Maar uwe zamenstelling van wat wij kerkvoogden
en notabelen noemen is op de meeste dorpen zoo in het oog-
loopend uit afhankelijke personen bij elkander geflansd, is dikwijls
het wonderlijkste zamenraapsel van eenvoudigheid (haast meende
ik te zeggen domheid), dat er waarlijk van zulk vernuftig uit
gedachte corporatiën weinig te verwachten isterwijl de goede
voorlichtingwelke er zoo hoog noodig isgewoonlijk van
personen moet afkomen, die meest altijd op verwijderde plaatsen
wonen en geenzins in uw middenen wier belang het mede
brengt uw geëerd collegie in onwetendheid te houden, en liever
weinig geld verbruikt te zienom daardoor meer procenten te
ontvangen.
Kerkbesturen Ziet daarom door uwe eigene oogen. Kiest uwe
voorlichters en ontvangers uit uwe midden, en niet uit den vreemde.
Is het geene beleediging, die gij uwe eigene personen en de in
gezetenen uwer gemeente aandoetdoor vreemdelingen te be
noemen, die uwe kerkefondsen moeten beheeren, dat in den boezem
uwer plaats even goed kan geschieden? Geeft gij geen doorslaand
bewijs, dat gij geen zelfvertrouwen bezit en dit ook niet bij uwe
dorpelingen wilt gevonden hebben omdat gij u zoo gewillig ten
speelbal maakt van hen, welke door zoete woorden het beheer
uwer kerken zoo zalvend u weten aftetroonen? Nog eens, ziet
door uwe eigene oogen en handelt overeenkomstig uwe verplig-
tingen en bestuurt de fondsen zoo als dit behoort en men dit
van u verwacht. Gij zijt de plaatsbekleeders der goede erflaters,
gij moest zorgen dat uwe voorvaderen de eer niet wordt ontnomen,
die hun zoo waardig toekomtwant het zijn bedehuizen door
hen gesticht en die de eeuwen trotseren. Beziet de schooue kerken
onzer R. katholijke broeders eens, zij deinzen niet terug duizenden
op te offeren, om de plaatsen hunner openbare eeredienst net en
zindelijk te houden, en in één woord al het noodige en nuttige
te laten verrigten dat strekkeu kan om die plaatsen eerwaardig
en in verheven staat te bewaren.
Of is het regtvaardig, billijk gehandeld uit eene kleine, maar
rijke kerkduizenden aan eene predikantswoning op te offeren
en deze rijke kerk in een akelig schandelijk verval te laten komen?
Is het edel gehandelddit gebouw, vroeger eene slotkapelzoo
als de oudheid zegt, dat de eeuwen trotseert, zoo te laten ver
vallen, en nachtuilen en vledermuizen in de gelegenheid te stellen
hunne woonplaats daar te vinden, terwijl zij hun akelig gekras
binnen de kale wanden doen weergalmen Ik geloof als de
schimmen der erflaters die zooveel rijke geschenken aan deze
slotkapel hebben nagelaten zich nog konden verheffen en den
deerniswaardigen toestand, van dit gebouw kouden aanschouwen,
zij een sterke beschuldiging zouden nazenden aan hendie zoo
weinig achting en eerbied aan den dag leggen, dat zij dit eer
waardig gebouw laten vervallen en zoo de fondsen gebruiken. Dat
deze kerk de helpende hand heeft uitgestoken om eene verval-
lene predikautswoning door eene nieuwe te vervangen, is niet te
misprijzen is zelfs loffelijken het ware zelfs wenschelijk dat
dit op meer dorpen in Z.-Bevl. kon geschieden. Maar het is
aftekeuren dat aan zoodanige woning, meer dienstig voor een'
millioenen rijken Nabob dan voor een plattelands predikant, alles
wordt opgeofferd, terwijl er niets wordt gedaan, om dit 6 eeuwen
oud gebouw in behoorlijken staat te houden. Beziet inwendig
de kale murenzij zijn graauw van onreinheid de vloer ligt
met hoogten en laagten; de schildering der zitplaatsen verplaatst
u in de donkere middeneeuwen en een akelig duister doet u meer
deuken aan een oud gevangenhok, dan aan eene plaats van
Godsvercering.
Als wij in zomerdagen de Poel doorrijdendie schoone uit
gestrekte vlakte van heerlijke weilandenen wij zien de vele
hooge en lage torenspitsen uit het groen der boomen zich ver
heffen dan is dit voor het oog van den denker eeu schoon en
verheven gezigtmaar onwillekeurig, wordt gij in eene sombere
stemming gebragt als gij de geschiedenis van deze eerwaardige
gebouwen u voor den geest brengt.
En wanneer een stilleschoone Zondag zomermorgen u tot
eene wandeling uitlokt in de nabijheid dier verheven torenspitsen,
en gij hoort dan het plegtige klokkengelui in de doodsche
stilte weergalmen; grijpen die metalen stemmen dan uw hart niet
aan? voelt gij u dan niet weemoedig gestemd? en zeer eigenaardig
en verlaten staat de kerk en toren van het met 6 huizen bedeelde
Baarsdorp u voor oogen. En toch het is een rijke kerk1
X,
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Voor eenigen tijd werd door u medegedeeld, dat enkele ge
meente-besturen, in dit eiland, adressen hadden ingediend tegen
de geprojecteerde spoorweglijn door dit eiland. Zij willen die
lijn liever langs Heinkenszand hebben en schijnen daarvoor hun
best te doen bij den minister. Daar zijn niet vele dorpen, die
niet gaarne den spoorweg in hunne nabijheid hadden, maar ze
ker een dorp als Heinkenszand moet zich wel laten hooren, als
het door de gemaakte plannen van den weg verwijderd wordt.
Het heeft mij maar bevreemd, dat men daarover nu eerst is gaan
denken. Men wist toch hoe de lijn was uitgebakend en heeft
niet eerst vóór weinige weken bemerkt, dat de rigting voor
Heinkenszand niet voordeelig was. Waarom dan niet aanstonds
gewezen op die hooge belangen, die nu ter sprake worden ge
bragt? Men heeft mij verzekerd, dat zoo er in den wensch der
adressanten getreden werd, daardoor eene vertraging van twee
jaren kan te weeg gebragt worden in de voltooijing van den
spoorweg. Zoo zou het algemeen door een particulier belang lij
den, en daarom geloof ik met velen, dat de minister deze ver
traging niet toelaten zal, daargelaten, dat het nieuwe plan meer
dere kosten zou vorderen. Telkens klaagt men, dat onze pro
vincie zoo achteraan komt met hare spoorwegen, maar op die
manier zullen wij Zeeuwen zelve de scnuld daarvan dragen. In
dien er dus nog meer bezwaarden zijn, die eene verandering van
rigting willen, dan hoop ik dat zij in zake spoorwegen, niet als
met de trekschuit achteraan zullen komen.
Met achting Uw Dv. Dien.
Jf.
Te Hoedekenskerke is als predikant beroepende kandidaat
tot de H. dienst te Gempt.
255e STAATS-LOTERIJ.
Prijzen van 1000,en daarboven. 5e klasse.
5e lijst. No. 12698, 1500,—. No. 2276, 6505, 9483,
15770, 17528, ieder 1000,—.
6e lijst. No. 10561, 5000,—. No. 13968, 11642, 6192
en 3990, ieder 1000,
GOES, 22 November 1864.
Niettegenstaande tengevolge van de veemarkt, de benrs schaarsch werd
bezocht, gingen de prijzen ran nieuwe TAltWE, zomer GERST, HAVER
en PAARDENBOONEN van 20 tot 25 ct. naar beneden en werden ook
de groene ERWTEN tot 10 a 15 ct. minder aangeboden. De notering is
Jarige TARWE f 8"/s„. Nieuwe DITO 7,— af 7 Zomer GERST
f HAVER f 3,50 a 4,—. Groene ERWTEN fïu/K. Bruine
BOONEN 8PAARDENBOONEN f 5,50 a f 6,—.
MEEKRAP. Onveranderd, lusteloos, met weinig handel.
BOTER 1,25 5 1,30 het ned. ffi.
EIJEREN 3,70 a f 3,90 de 100 stuks.
AMSTERDAM, 23 November 1864.
TARWE, ROGGE en GERST stil. KOOZAAD voorjaar 75
LONDEN, 23 November 1864.
GRANEN stil.
BROODPRIJZEN. Haar de vroegere zetting.
Tarwen brood
15 ct. 1 Masteluin brood 13 ct.
Tarwen Krop brood
13 j Rogge brood 11
Getrouwd
G. P. BLAAUBEEN
Goes
en
28 November 1864.
A. KAKEBEEKE.
Voorspoedig bevallen van eene DOCHTERG. M
de WITTE, geboren Verbeek.
Goes, 23 November 1864.