1864. 91. ^inneiiicmftseOe lengten. DONDERDAG 24 NOVEMBER, 51"" Jaargang. GOESSCHE COURAIMT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. I'rijs per kwartaal f 1,95 fr. p. p. 1,90. Gewone advertenilëii worden 16 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels fl.SO, behalve het zegelregt. De inzending van advertentlën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. De opening der discnssien over de staats-begrootingheeft zich al aanstonds gekenmerkt door een en ander, dat, hoewel niet on verwacht, echter opzettelijke aanwijzing verdient. De bestrijders der regering hebben de eerste de beste gelegenheid waargenomen om hunne bekende grieven nog eens te herhalen, en met uitzon dering van een enkel punt misschien, kunnen wij zeggen, dat het eenige nieuwe in het debat vau Dingsdag daarin bestaan heeft, dat de heeren Rochussen en van Zuijlen, als nieuwe kampioenen voor de oude en bekende opvattingen zijn opgetreden. De eerste is terstond tot de behandeling van zaken overgegaanmaar de heer van Zuijlen' heeft zich geamuseerd met nog eens op zijne wijze de wording van dit kabinet te beschrijven en eigenlijk niets anders geleverddan eene kritiek der onderscheidene ministers, om, na dat hij ze hoofd voor hoofd had geanatomiseerd te ver klaren, dat hij zich van alle persoonlijke kwestien had onthou den. Hij zal ook niet stelselmatig bestrijdenmaar zijne over tuiging raadplegen, waaruit wij dus mogen afleiden, dat naar zijne meening de stelselmatige bestrijders wel eens met hunne overtui ging transigerenterwijl zijne nu reeds geuite overtuiging eene bestrijding verwachten doet, die zoo dan al niet stelselmatig, toch vrij algemeen zal zijn. Wat de heer van Zuijlen omtrent het doel der conservatieve partij gezegd heeftis, in het verslag, dat wij daarvan lezen, tamelijk duister; misschien zal het door het Bijblad opgehelderd worden maar voorshands schijnt hetdat wij in het nieuwe lid weder eenen ontmoeten zullen, die, terwijl hij de han den stevig boeitzegtik ben een waar voorstander van de vrij heid. Voorts heeft dat lidom zich bij het Dagblad te insinue ren eene aardigheid gedebiteerd, waarbij dat blad tegen deszelfs gewoonte niet heeft aangeteekend„(algemeene hilariteit)." De kamer heeft zeker de snerpende satire te aardig gevonden, om er zich mede te vermakenof misschien ging de glimlach verloren onder de uitdrukking der verbazing over het vernuft van het nieuwe kamerlid, dat eene tooverkracht zag in de verwisseling van den naam Tets in dien van Betz. De heer van Goltsteindien wij met regt den ouden kunnen noemenomdat hij zich kenmerkt door altijd het oude nog eens te herkaauwen, heeft nog eens verteldwat hij ten vorigen jare reeds tegen dit ministerie had. Om er eene nieuwe kleur aan te geven eindigde de spreker nu met de waarlijk nieuwe stelling, dat de publieke geest in de gemeenten wordt uitgedoofd, dat het publiek leven daardoor wordt verstoord, en dat door de rigting van dit ministerie de natie in den doofpot geraakt. De veer kracht en ondernemingsgeest, waardoor de bestaande welvaart is te voorschijn geroepen, zijn ook verdwenen en men zal dus, als men het oog over ons land laat gaan, over al de handels- en industriële ondernemingen over de voortgaande ontwikkeling op elk gebiedja zelfs bij de luide uittingen van het publieke leven op verzoek van den heer van Golstein moeten uitroepen „alles is uitgedoofd." De heer Toreest is met zijn jaarlijksch geurige geregt gereed gekomen en vergast zich, na het rond dienen, aan den wierook walm waarmede de oppositie-pers hem bedwelmd. Eigenlijk was hetgeen dhr Foreest te genieten gaf niet veel anders, dan wat hij ten vorigen jare opdischtemaar voor hem zeiven was het altijd nieuw en schoon terwijl het nu nog gekruid was met eenige schoone gezegdenzooalshet practisehe volk luistert naar drogredenen en laat er zich door medeslepen." Wij zouden geneigd zijn dat eene drogrede te noemen, indien niet de eerbied voor den weisprekenden redenaar ons terug hield; maar wij kun nen de meening nog niet opgevendat practisehe menschen het minst vatbaar zijn om door drogredenen te worden medegesleept. De ministers zullen zeker ook op hunne zetels gesidderd hebben, bij de profetie van den Alkmaarder afgevaardigden, dat de kolo niale politiek de gevolgen zal hebben door hem geschetst, dat hij daarvoor alle de ministers aansprakelijk stelt en daarom tegen alle hoofdstukken zal stemmen. Voorwaar het is geen wonder dat de woorden verpletterend en snerpend weder op het tapijt gekomen zijn. Het Dagblad heeft terstond de kast, met soort gelijke zoete woordjes gevuldweder open gedaan en opent zijne heele lieve artikelen niet zonder vooral het geliefkoosde woord op verpletterende wijze te gebruiken. In de zitting der tweede kamer van Dingsdag zijn de debatten geopend over de begrootings-wetten. Daarover hebben het woord gevoerd de heeren Rochussen, van Goltstein, (de oude) van Foreest, van Bosse en Dullert. Met uitzondering van die der beide laatsten waren de redevoeringen allen bepaald tegen de regering gerigt. De discussien, zoo voortgaande, dreigen lang te zullen aanhouden en de eerste kamer mag zich wapenen, om met spoed hare zaken, als zij geroepen wordtaftedoen. In de zitting van Woensdag hebben gesproken de heeren van Eek, van Nispen van Sevenaer, Blussé, van Limburg Brouwer, van Swieten, Heydenryck, van Nierop, Hoffman en Jonckbloet, waarvan de meeste als verdedigers van het ministerie zijn opgetreden. Daarna zou de minister van finantien spreken, maar de voort zetting der beraadslagen werd uitgesteld tot heden. In de zitting van heden is door de ministers van finantien en koloniën breedvoerig geantwoord op de financiële en koloniale beschouwingen van de vorige dagen. Door sommige leden is daarop nog gerepliceerd. Morgen is de minister Thorbecke aan het woord. Door den minister van financien is medegedeeld, dat op de dienst van 1864 nog 3''., miljoen meer overschot komt, uit afrekening der kosten voor het Indisch muntwezen, zoodat het ongebruikt overschot van 1864 nu reeds 9 miljoen bedraagt. Wij beklagen ons, dat nog altijd de doodstraf in ons straf wetboek is opgenomenmaar de wet heeft ook bepalingen om de onschnldigen zonder vonnis te dooden. Een bewijs daarvoor leverde eene procedure dezer dagen te Middelburg gevoerd. In eene strafzaak was een getuige uit Zierikzee gedagvaard. De ge neesheer had echter verklaard, dat, daar deze getuige aan eene maagkwaal lijdende iseene reis naar Middelburg nadeelig op die kwaal zou kunnen werken. Het openbaar ministerie en het hof oordeelden, volgens de wet, die reden niet geldig en veroor deelden daarom de getuige,door ziekte verhinderd om te verschijnen, in eene boete van 10, door gevangenisstraf van drie dagen te vervangen, ingeval de boete niet binnen twee maanden betaald is. Bij gehoorzaamheid aan de wet had deze getuige dus den dood kunnen beloopenterwijl zij nu de betamende zorg voor haar leven met boete of gevangenis betalen mag. Die eisch om uit gehoorzaamheid aan de wet mogelijk het leven op te offeren doet ons denken aan de Japansche manier om eene vriendelijke uitnoodiging te zenden, dat men zich den buik opensnijde. Z. M. heeft benoemd tot griflier bij het kantongeregt te Cort- gene jhr. mr. L. vary Citters, advocaat, te Middelburg. De commissie uit het provinciaal geregtshof van Zeeland tot het afnemen der examina van aspirant-notarissen, heeft bereids geëxamineerd de heeren N. P. van de Graft, te Middelburg, C. J. Verschoor van Goes en mr. J. G. van Deinse, advokaat U

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1