1864. V. 81. KAANDA6 31 OCTOBER 51"° Jaargang. piaatscfp bestuur mn risyiiienfttnöe lengten. ^uitenfariö. SMUK COURANT, Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maan. dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,55 fr. p. p. f 1,90. w- Gewone advertenliPn worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels 1*1,30, behalve het zegelregt, De inzending van advertentlBn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der nitgave. s. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis van ieder dien het aangaatdat aan hen die bij de BRANDWEER zijn aangewezen, zoo mede aan die genen, die hunne dienst over vorige jaren hebben afgekocht, gelegenheid zal gegeven worden tot AFKOOP van die DIENST over het volgende jaarvan heden af tot den 2 December e. k., ten kantore van den gemeente-ontvanger, terwijl de kwitantie van overstorting ter secretarie moet worden overgebragt vóór of op den 4 December, des middags vóór 12 ure, op straffe, dat de nalatigen die dienst zelf zullen moeten op zich nemen. En opdat niemand hieromtrent onwetendheid voorwende zal deze worden gepubliceerd en in de Ooessche Courant geplaatst. Gedaan te Goes, den 29 October 1864. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris H. 0. PILAAR. Het Volksblad van Donderdag bevat een ingezonden brief van prof. E. Fruindie voornamelijk opkomt tegen de woorden voorkomende in het elfde blaadje van den heer Groen: „Laat ons(zegt de heer G.) terwijl wij een voor den boeteling ver- eerend schuldbelijden, als hartstogtelijkheid en verlegenheid voorbij iste gemoet zienthans liever op de verkiezingenuit een meer algemeen oogpunt, acht slaan." De heer Fruin viudt in die hooghartige woorden aanleiding tot het schrijven der volgende regelen „Ik laat de stekelachtigheid der gekozen woorden daar. Zij toont hoe gaarne de heer Groen ran Prinsterer mij kwetsen en vernederen zou, zoo hij maar kon. Maar mijn goed regt maakt mij voor zijne geniepigheden ongevoelig. Alleen tegen de onwaar heid zijner verzekering kom ik op. Laat hij zich zeiven en anderen zoeken op te dringen dat hij, na gehouden onderzoek, onschuldig bevonden is ik heb er vrede meê. De stukken zijn voorhanden, waaruit blijkt in hoe ver dit zoo is. Maar hij mag zich niet vrij pleiten ten koste der waarheid. Hij mag niet voorgeven dat zijn aanklager zelf de beschuldiging terug heeft genomen. De heer Groen van Prinsterer is het nog niet vergeten, dat gijmijnheer de redacteur, hem eens van het opzettelijk zeggen eener onwaarheid beschuldigd hebt. Hij beklaagt zich daarover nog in een der laatste zijner vliegende blaadjes. Maar als hij zulk een afschrik heeft van het woordmoet hij zich wachten voor het plegen van de daad. Voor een verzekering, zoo iijn- regt in strijd met de waarheid, als die hij zich hier veroorlooft, heeft de hollandsehe taal maar één woord. Voor de lezers van mijn antwoord is het niet noodig, dat ik mij nader verklaar. Alleen voor hen, die 'er geen kennis van genomen hebbenherhaal ik nogmaals wat ik daar geschreven hebik neem geen woord van mijn eerste aanklagt terughet misbruik, dat de heer Groen van Prinsterer van de overredings kracht der stembus gemaakt heeftis en blijftnaar mijn ge vestigd oordeel in strijd met den geest der grondwet en met de politieke moraliteit eene poging tot corruptie. Ik voeg er bij dat, in mijn oog, de'schuld van den heer Groen verdubbeld is door de wijs, waarop hij getracht heeft ze weg te cijferen, door het opzettelijk misduiden van mijne duide lijke woorden. Met iemand, die zich ontziet zulke wapenen aan te grijpen, acht ik het beneden mij den strijd voort te zetten." Het lidmaatschap der eerste kamer is door den heer H. E. Verschoor aangenomen. Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der registratie en domeinen te Groenlo den heer H. Budde thans te Cortgene en in diens plaats aldaar den heer 1). F. J. van Walsen, thans surnumerair bij de registratie en domeinen. De Amsterdamsche kiesvereeniging „Nederland en Oranje" heeft tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer der staten generaal benoemd jhr. mr. J. W. van Loon, en de vereeniging „Grondwet" de heer I>. Heemskerck Veeckens. Te 's Hage is berigt ontvangen dat mevrouw de Gravin douai rière van Nassau, geboren Gravin d'Oultremont, (weduwe van Koning Willem. I) in 74jarigen ouderdom te Aken is overleden. Van Hansweert berigt men ons, dat het opmetselen der sluis- hoofden aldus voortgaandespoedig zal volbragt zijnterwijl ook dagelijks met ijver het verder optrekken der muren van de schutskollc en de vleugels der sluis met bazaltsteen wordt voort gezet de bevloering van deze is ook een heel eind gevorderd. De buitenhaven verwacht men dit jaar nog klaar. Voor een groot gedeelte is men langs het gansche kanaal nog steeds druk aan het baggeren, terwijl de beschoeijingen aan de los- en ladingsplaatsen zoo aan den Schoorschen Zouten- als Yerseken postweg zoo goed als voltooid zijn. Aan de sluis te Wemeldinge wordt het werk ook druk voortgezet, men ziet ook daar reeds de voorbereidselen tot eene bevloering verrijzen zoodat men een gestadigen voortgang in de verschil lende werkzaamheden tot de daarstelling van het kanaal waarneemt. Tegen 24 Nov. a. s. is de besteding aangekondigd van het begrinden van eenige bermen dat de drukke passage zal verge makkelijken. Uit Weenen berigt de telegraaf, dat het vredesverdrag tusschen Denemarken en de geallieerden feitelijk gesloten is. Woensdag was de behandeling der redactie aangevangen; zondag zou het traktaat onderteekend worden. Eindelijk kent men thans het belangrijke argument, waarop de hertog van Oldenburg zich beroept, ten bewijze van zijn regt op den sleeswijk-holsteinschen troon: in vroeger eeuwen is door de stenden van dié hertogdommen het eerstgeboorteregt van de augustenburgsche linie niet erkend. Voor den hertog is het te hopendat hij nog andere argumenten aanvoertdaar aan dit waarschijnlijk geene alles omverwerpende kracht zal worden toegekend. De gemeenteraad van Berlijn heeft de tusschenkomst van het ministerie ingeroepen in eene zaak, die men van hoog belang acht. De magistraat of de uitvoerende magt der stad is uit 32 leden zaamgesteld, onder welke 3 joden. Deze heeft mede het regt om protestsntsche predikanten in verschillende kerken aan te stellen. Tot hiertoe was het gebruikelijk dat de joodsche leden zich onthielden van alle inmenging, wanneer eene dergelijke aan stelling in den raad hangende was. Bij de laatste verkiezing is dit niet het geval geweest. Naar men meldt, heeft de heer Magnus, een joodsch lid, aan de verkiezing deelgenomen, en door het uit brengen van zijne stem de meerderheid van 1 stem bezorgd, daar anders de stemmen zouden hebben gestaakt. Het provinciaal con sistorie van Brandenburg weigert zijne sanctie aan de gedane keuze te geven, ter oorzake dat daaraan een jood heeft medege werkt, terwijl de gemeenteraad de keuze wil gehandhaafd zien.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1