33uüctiftmö. $emeng&e lengten. ■slechts een gevaccineerd en wel 26 jaren vroeger. Te Pfemeldinge zijn in hetzelfde tijdperk 8 lijders bijgekomen, waarvan 5 niet en 3 wel gevaccineerd. Het totaal bedraagt daar nu 259. Hiervan zijn 244 hersteld, 10 overleden en 5 nog lijdende. Men meldt ons uit laatstgenoemde gemeente, dat het afnemend getal lijderszoowel als de ligte graad waarin zij worden aangetast", de hoop doe}/ voeden, dat de gevreesde ziekte, welke reeds aan bijna 'A-der^óhoolkinderen meerdere of mindere sporen achterlaat, weldra «rT hebben uitgewoed. Door schade wijs geworden door bittere ervaring geleerdheeft dan ook menigeen reeds zijn blind vooroordeel ter zijde gesteld, en bet nut der vaccine ingezien. Op de verkooping van schilderijen, die-eerstdaags te Rotterdam door den heer Lamme zal gehouden worden, komen o. a. voor 17 schilderijen afkomstig uit de voormalige schuttershoven te Goes. Volslagen gebrek aan goede plaatsing, nadat deze hoven afgebroken of tot andere bestemming' ingerigt werden, was oorzaak dat deze stukken niet in behoorlijken staat konden onderhouden worden en dat het gemeentebestuur heeft moeten besluiten tot den verkoop. De stukken, waaronder van vrij grooten omvang, stellen de beelden voor van stichters of leden van het Voet- en Handbogenhof en van den Doelen der kolveniers. Zij geven eene juiste voorstelling van de leden dier confrerien in bunnen wapendosversierd met de insignien der broederschapen zijn daarom niet van historische waarde ontbloot. Enkelen geven de portretten van de leden der kamer van Rhetorica, die met de broederschap van St. Sebastiaan verbonden was en in haar hof vergaderde. De stukken zijn uit de 17" eeuw tusscken 1616 en 1684 vervaardigd. Sommigen zijn van de hand van C. W. Eversdij/c, wiens naam als portretschilder in zijnen tijd met groote eer genoemd werd anderen van P. Peuteman die in zijn vak niet minder verdienstelijk was. Schoon de stukken, ten gevolge van genoemde omstandigheid veel geleden hebben, zijn niettemin de sporen van groote verdiensten behouden en verdienen zij ten volle, dat de aandacht der liefhebbers daarop gevestigd worde. Het Dagblad la Prance deelt eene correspondentie uit Ko penhagen mede, volgens welke daar groote spanning zou heer- schen. Men begint daar te gelooven dat het Pruissen met den vrede geen ernst .is en men schrijft die mogendheid het doel toe om elke schikking onmogelijk te maken door finantiele eisehen te stellen, waaraan Denemarken buiten magte is te voldoen. In ieder geval schijnen de moeijelijkheden om tot een vergelijk te komen zoo groot te zijn, dat men in Denemarken de hoop heeft opgegeven om' nog voor het einde des jaars den vrede te kun nen sluiten. Men keurt het zeer af dat alle voorname oostenrijksche steden zich voortdurend diep in schulden steken. Weenen, Pesth, Praag enz. maken zich daaraan schuldig, maar opmerkelijk is het tevens, dat het geld voor de leeningen die zij sluiten uiet ge geven wordt door de ingezetenen, maar door vreemde kapitalis ten, die aan hooge rente meer hechten dan aan soliditeit. In de tiveede helft dezer maand zal naar men zegt, de pruissisehe regering zich bezig houden met de vraag, of al dan niet tot het bijeenroepen der kamers zal worden overgegaan. De Kreuz Zeitung ontraad de regering elke poging tot verzoening. De F olies-Zeitung zegt dat, hoe dikwijls de kamer ook ontbon den wordt, de eenswillendheid van het volk met zijne verte genwoordigers zoo groot is, dat men steeds dezelfde kamer terug zal krijgen. Zij meent dat de regering wel zou doen aan de be zwaren der kamer eenigermate te gemoet te komen doorten behoeve der uitbreiding van de marine, het budget van oorlog te verminderen, al was het ook onder protest tegen hetgeen de kamer bij de behandeling dier begrooting vroeger beweerd had; dan zou de verzoening spoedig tot stand zijn gekomen. Dezer dagen zijn te Stettin jodium sigaren in beslag gênomen, waarvan het rooken voor de gezondheid werd aanbevolen en die daarom duur werden verkocht. Het onderzoek naar de hoeveelheid jodium die daarin aanwezig was heeft dit resultaat opgeleverd, dat er volstrekt geen jodium in werd gevonden. Te Ylissingen heeft een gevecht plaats gehad tusschen den kwartiermeester van Zr. Ms. korvet Prins Maurits en een matroos le klasse van het wachtschip Sambre. De laatste beeft twee bedenkelijke wonden in borst en onderbuik ontvangen, die naar men verneemt, echter niet doodelijk schijnen te zijn. De eerste is dientengevolge in verzekerde bewaring gesteld. Te St. Petersburg is Donderdag, 29 September, de eerste sneeuw gevallen. Een Amerikaansch dagblad verhaalt de volgende geschiedenis van de wraak eener vrouw. Eene jonge vrouw had een minnaar die hartstogtelijk jager was en zich dagen lang verwijderde om aan zijn lust te voldoen. De jonge vrouw kreeg echter arg waan, dat hij een andere beminde bezocht en meende eindelijk daarvan zekerheid te hebben. Zij gaf hem toen een gordel ten geschenke, waarin zij tusschen de beide stoffen schietkatoen verborgen had. Op zekeren dag ging de jager weder uit, maar keerde niet weder. Eindelijk vond men zijn lijkjammerlijk verbrand. Waarschijnlijk had een vonk, daar de jager ook een sterk rooker washet schietkatoen doen ontbranden en was hij daardoor omgekomen. De vrouw zelve is daarna krank zinnig geworden.Meermalen wordt het nadeel der crinoline betoogd, zie hier een bewijs voor hare nuttigheid. Twee dames wandelden op den grooten weg te Raveno (Italië) toen een dolle hond haar ontmoette en op een van haar aanviel. De dame had tegenwoordigheid van geest genoeg om terstond op de knieen te vallen, waardoor de crinoline een soort van kooi om haar vormde. De hond beet herhaaldelijk in de stalen veren der crinoline maar kon zijn slagtoffer niet in de beenen bijten. Intusschen kwamen op het hulpgeschrei eenige menschen aan- geloopcn, die den hond verdreven en doodden. Vóór eenigen tijd werd A. Dwaas uitgenoodigd door eene vereeniging in Amerika, om eene handteekening van hem te gevendie men als prijs in eene loterij ten voordeele der gekwetsten in den oorlog wilde geven. Dumas zond in plaats van ééne, honderd naamteekeningen en kreeg later berigtdat men die verkocht had voor eene som van zestigduizend francs, zoodat ieder van dezelven 600 fr. had opgebragt. Niettegenstaande de oesters te Parijs 10 a 90 cent, ja zelfs 1 fr. het dozijn kosten, worden daarvan dagelijks 7 a 800 manden verkoeht, die ieder 12 dozijn inhouden. Vrij algemeen houdt men zich ook daar aan den regeldat men geene oesters moet eten in de maanden die zonder II worden geschreven en toch rekent men dat jaarlijks in 8 maanden 238 miilioenen oesters worden gebruikt.Een gezeten koopman te Warschau is tot eene boete van 15 roebels veroorddeeld, omdat hij een fleseh cognac voor 1 roebel 15 kopeks had verkochtterwijl zij volgens den commissaris van poiicie slechts 1 roebel waard was. UITTREKSEL van het veiislag van den toe stand dee provincie zeeland, ovee 1863. Vervolg. Waren wij, hij ons vorig verslag, niet in staat U de beëindiging mede te deelen van zaak betreffende de inrigting der veerdarnnien bij Kort- gene en Wolphaartsdijk tot pontdauimenen de overneming der regten op het veer tusschen die gemeenten van ambachtsheeren, hetzij bij vrij- willigen afstand op billijke voorwaarden, hetzij bij onteigening, waartoe ons bij uw besluit van den 5Julij 1861, n". 13, magtiging werd verleend, ook thans kunnen wij U slechts meldendat wij nog steeds een antwoord van den minister van binnenlandsehe zaken te gemoet gezien. De rijksdam bij Tort Bath en de rijks-los- en ladingplaats aldaar, welke beide mede van rijks-wege worden onderhouden, liet onderhoud dier werken is, zoo als wij u in ons vorig verslag mededeelden, over de jaren 1861, 1862 en 1863 aanbesteed respectivelijk voor 975, 1394 en 982. Betrekkelijk de bediening van het veer over liet Sloewerden klagten ingeleverd. Een ingesteld onderzoek noopte ons den burgemeester van Nieuw- en St. Joosland te verzoeken den veerschipper, namens ons, ernstig te willen waarschuwen, dat liij in het vervolg tot dergelijke klagten geene aanleiding meer gave. In het jaarverslag der gemeente Wissenkerke vinden wij aan geteekend, dat de veerschipper van Veere op Camperlaud niet voorzien was van eene loopplank, bij het uitzetten van reizigers aan den veerdam, hetwelk dik wijls zeer belemmerd voor de passage was. Wij rigtten daarop eene uit- noodiging tot den directeur der registratie en domeinen in dit gewest, als behoorende dat veer tot het domein, om te willen zorgen dat hierin werd voorzien. ZWED6. gaf daarop te kennen, dat de schipper van eene behoorlijke loopplauk voorzien was, doch dat weliigt de een of anderen tijd verzuimd was die mede te nemen. Hij vertrouwde echter dat de veerman, na herinnering aan zijne verpligtingen, deze voortaan zon naleven. Het een en ander is door ons aan burgemeester en wethouders van Wis senkerke medegedeeld, met uitnoodiging om, wanneer mogt blijken dat de schipper geen gevolg gaf aan de hem gedane aanbevelingdaarvan aan ons kennis te geven. De bij art. 6 van het provinciaal reglement van 6 Julij 1837 gevorderde goedkeuring onzer vergadering, werd gevraagd en verleend op de aanstelling van veerschippers in het veer van Kortgene op Wolphaarsdijk, van Tholen op den Auvergne-polder en van Neuzen op Ellewoutsdijk. Aan den be noemden in het eerstgemelde veer werd tevens door ons dispensatie ver leend van art. 3 van bovengenoemd reglement, voor wat den leeftijd betrof, b. Kanalen en vaarten. Omtrent het kanaal door Zuid-Beveland kunnen wij u het volgende rne- dedeelen, door ons ontleend aan de halfjarige verslagen omtrent de staats spoorwegen. Van het noordelijk deel van het kanaal was, zooals in het vorige verslag werd gemeldeen gedeelte afgewerkt, en op het overigeten lengte van 2010 ellen, het dieper graven, ten gevolge van afschnivingenonmogelijk geworden. Dit werk werd alsnu door baggeren voortgezet. De te baggeren hoeveelheid bedroeg nagenoeg 70000 teerling ellen. Daarmede werd 8 Junij 1862 aangevangen en met kracht voortgewerktzoodat ruim de helft op de bij het bestek bepaalde diepte werd gebragt. Het graven van het kanaal tussehen den Bonzij- en den Rijksweg werd gedurende den winter voortgezet. Uit dit gedeelte is nu verwerkt eene hoeveelheid van 60000 teerling ellen waarvan nagenoeg 50000 teerling ellen over hulpspoor vervoerd werd naar de kanaaldijken ten zuiden van den rijksweg, over eenen afstand van gemiddeld 1800 ellen. De overige grond werd gedeeltelijk yerwerkt in de vvederzijdschc kanaaldijkentot voltooijing van het profil en gedeeltelijk op de binnenbermen geborgen ten einde later te worden vervoerd. Dit graafwerk werd over 1650 ellen voltooid. Van de bekleeding van een gedeelte der kanaalboorden met klei, waarvan in ons vorig verslag melding werd gemaaktwerd het gedeelte van 1,50 tot 0,50 onder A. P., ter oppervlakte van 5670 vierk. ellen afgemaakt. Den 17 September 1863 werd de voortzetting van het graven van het kanaal aanbesteed in twee perceelen. Het eerste perceel, zijnde eene lengte van ongeveer 1210 ellen, werd aangenomen voor 113000, het tweede perceel, lang ongeveer 1275 ellen, voor 126000, Hiermede zal het

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 2