kist (leze zoo noojMejtot& qfiïar bMreuren, dat liet laatste lommer
den wandelaars <Wei* dè-a^lli£5j,''.wWt ontnomen. Doch het is
in ieder geval bete; feeit<Qnbe£ellipïerde blik naar boven te kunnen
slaan, dan op d^a.'ïStfetlÉki^iiEédem der schatkist te moeten
turen. Nog altijdVkointrrifi Ttitónoefdstuk het rijk als debiteur
voor, van wege den JfetaatLwm grond voor de gevangenis, en het
geen daaraan annex is, en van wege het metselen van eenen nieuwen
beerput. De voldoening der 4661,04 daarvan nog te ontvangen
kan in het vervolg op het le artikel van dit hoofdstuk eenen ge-
wigtigen invloed hebben, indien men ten minste aannemen mag
dat deze vordering zal afgedaan worden, nog vóór de 28 termijnen
van de opgenomen gelden voldaan zullen zijn.
En zoo is ons aangewezen waar de 70395,05'' van daan
zullen komen, die men berekent van noode te hebben. Telt men
de som voor buitengewone werken daarvan af, als mede de
buitengewone opbrengst van de te verkoopen boomen, dan blijkt
dat de inkomsten voor 1865 geraamd worden 730,67 hooger
te zullen zijn dan voor dit jaar was geraamd, en dat zich dus,
zonder vermeerdering van last voor de gemeente daarin eene
vooruitgaande beweging doet opmerken.
•Het andere deel der begrooting, dat ons verklaartwaarom
liet cijfer van inkomsten tot die hoogte is opgevoerd, is wel
eene 'gezette beschouwing waardig, te meer, omdat de memorie
van toelichting op belangrijke werken wijst, die voor het volgend
jaar zijn voorgenomen. De gemeente heeft een onbetwistbaar
regt, om van de noodzakelijkheid der beraamde uitgaven zich
te overtuigenmaar het kennisnemen daarvan moet ook mede
werkenom elke ongegronde en toch ligt geuite klagt oveï
onvermijdelijke lasten te doen zwijgen.
Hoofdst. 1. Jaarweddenenz. is ruim 800 hooger gesteld
dan voor 1804, maar niemand zal zieh daarover beklagen met
het oog op de inrigting eener 4 klasse bij de openbare school
van de eerste klassedie eene geldelijke opoffering van ruim
400 vordert. Het toezigt op de invordering der plaatselijke
belastingen vordert 270 en de bezoldiging van eenen commies
ter secretariedoor toenemende werkzaamheden noodzakelijk
voegt nogmaals 200 bij dit hoofdstuk, waardoor de meerdere
uitgaven voldoende zijn verklaard.
Hoofdst. II. Kosten ran onderhoudenz., benevens van licht,
brand en bureaubehoeften geeft, bij allerlei onbeduidend verschil
in de onderdeelcn, een eerste bewijs van het voordeel dat ook
de gemeentelijke administratie van de afschaffing van den accijns
op de brandstoffen trekt. De besparing moge zoo groot niet
zijn, nvaav verdient niettemin opmerking, omdat zij ook op een
ander hoofdstuk invloed heeft; en tegenover de aanmerkingen die
soms over beduidende vermeerdering van uitgaven wordt gemaakt,
moeten ook kleinere besparingen in rekening gebragt, vooral waar
zij de gelukkige werking van een aangenomen beginsel constateren.
Hoofdst. III. Onderhoud en aardey van gebouwenroegen, enz,,
maakt ditmaal het hoofdpunt der aangeboden begrooting uit. De
eerste afdeelingGewoon onderhoud levert slechts die verwisseling
van cijfers met die van andere hegrootingen op, die het nood
zakelijk gevolg zijn van den meerderen of minderen omvang, die
dat gewoon onderhoud vordert. Maar de tweede afdeeling" heeft
des te grooter uitgebreidheid. Ten vorige jare zeide de memorie
van toelichting „dat er veel op dit artikel was weggelaten uit
hoofde van gebrek aan fondsen en dat dit tot een volgend jaar
werd aangehouden Men kou dus zicli op eene belangrijke verhoo-
ging verwachten, en sommige werken zijn inmiddels zoo dringend
.noodzakelijk geworden dat onwillekeurig de vraag rijst, of de
natuurlijke schroom van een gemeente-bestuur, om de uitgaven
te verlioogen, niet wijken moet voor eene noodzakelijkheid, die
als zij lang bestreden wordt daarna des te grooter offers vordert.
Wij zouden ten voorbeelde kunnen wijzen op de zaal boven de
koopmansbeurs, waarvoor ten vorigen jare eene som van 62
werd uitgetrokken o. a. tot het schilderen der ramen van binnen,
terwijl nu weder 77 benoodigd is, omdat die zaal in zeer
haveloozen en slechten staat verkeert. Dergelijke posten echter
maken het gewigt eener begrooting' niet uit. Wat voor het volgend
jaar de schatkist bezwaart, zijn
1 De haten- en kanaalwerkenNieuwe vloeddeuren, duw-
persen en vernieuwing der binnen vleugeldeuren vorderen 3350,
terwijl voor dit jaar slechts 900 was geraamd. Het onver
mijdelijke doet elke aanmerking zwijgen, en het mag hierbij ook
nog wel eens in herinnering worden gebragt, dat de sasgelden
dit jaar zoo veel meer zullen bedragen. Maar is het bezit van
zulk een sluis altijd als groot bezwaar aantemerken, meer bekom
mering voor de toekomst wekt de gedurige afslag der haven-
boordeu, waar voor in 62 1500 in 63 2000 en nu 3900
worden gevraagd. Teregt zegt de memorie van toelichting
dat de dagelijksche stoombootvaart, hoe gewenscht ook voor de
gemeente, uadeelig daarop werkt. Men stelt zich voor, dat het
gebruik van den afval van Vilvoordschen steen, hoewel grooter
kosten vereischende, op den duur voordeeliger zal zijn. Deskundigen
jneenen echter, dat de oorzaak, hoe gewenscht dan ook, altijd zal
blijven, zoolang in het eng "bestek van onze haven de booten
dagelijks varen. De ervaring met de brikglooijing opgedaan zet
daaraan waarschijnlijkheid bij. Men zal zieh dus dat jaarlijksch
bezwaar moeten getroosten. En kan daarin niet worden te ge-
rooet gekomen dan van wege de gemeente, dan dienen zij, die
de voordeelen der stoombooten genieten zich ook te getroosten, dat
het genot vandagelijks vervoer jaarlijksche offers vraagt.
In de tweede plaats komt hier in aanmerking, de bouw van
eenen nieuwen ijzeren draaibrug. De memorie van toelichting
handelt daarover vrij uitvoerig en wij verheugen ons, dat zij
daardoor de kostbare zaak voor de burgerij goed in het licht
stelt. De bestaande ophaalbrug verkeert in zeer slechten en ge
vaarlijken toestandaan reparatie is niet meer te denken, en na
ernstig overleg is het meest doelmatig voorgekomenom niet
een ijzeren ophaal- maar liever een yzeren draaibrug te maken.
De kosten van die brug beloopen 8769, waarvan 5S64 in
1865 zou moeten betaald worden, terwijl voor het metselwerk enz.
eene som van 1000 uitgetrokken is. De begrooting voor 1S65
heeft dus voor dit doel 6S64 te dragen, maar daargelaten de
verfraaijing, die een ijzeren draaibrug zal aanbrengen, de meerdere
doelmatigheid van zoodanige overbrugging op een punt van druk
verkeer, is die uitgave dringend geboden, en zal het ook wel ra
tioneel zijn, dat men nu in eens iets goeds daarstelt en niet om
goedkoop te wezen half werk verrigte.
Eindelijk zal in een volgend jaar ook een krachtige hand aan
de verbetering van het rioolstelsel geslagen worden. Op dezelfde
wijze, waarop daarmede begonnen is in de Keizerstraat/zal nu in
dq Korte Kerkstraat en op de Beestenmarkt voortgewerkt worden,
waardoor onder anderen de breede goot en put op de markt voor
het raadhuis zullen wegvallen. Uit meer dan een oogpunt is deze
verbetering gewenscht. De gezondheids commissie heeft voorlang
daarop aangedrongen en de uitgave van 1977 zal niet doelloos
zijn, daar ook daaronder begrepen is het dempen van de sloot aan
de Agnesgang. Wij zien door een en ander eene lang gevoelde
behoefte voldoen, die in verband met de lang gewenschte ver
betering van onze straten, zoo die eenmaal tot stand mag komen,
niet langer onvoldaan kon blijven. Men venvondere zich dus niet
als wij in plaats van 5867 voor 1864 gevraagd, nu eene som
van 19826,50 lezen.
Hoofdst. IV. Onderhoud en lasten van gemeente-eigendommen
levert geene bijzonderheden.
Hoofdst. V. Senten, toont aan, dat hoe langzaam ook, toch de
schuldenlast der gemeente vermindert. De som der obligatieu ten
laste der gemeente is weder metf 10,000 en evenzoo derenten-
last met 100 verminderd. Bij dit hoofdstuk kunnen wij de
opmerking niet terughouden, die vooral na de discussien in den
raad in dit jaar verlevendigd isdat de rentelast niet zoo zwaar
drukt om tot amortisatie te dringen, en dat zeker die amortisatie
beter achterblijven kan, dan menig nuttig werk, waarvan reeds het
tegenwoordig geslacht de vruchten plukken kan.
Zooals wij boven aanwezen, is het renteloos voorschot, aan de
provincie te rembourserengenoegzaam afgelost en wordt alzoo
tegemoet gekomen aan nieuwe optenemen lasten.
Hoofdst. VI. Verpligte uitgaven volgens de gemeentewet, is als
elke wettelijke verpligting onveranderd.
Hoofdst. VII. Uitgaven door bijzondere wetten opgelegd is dit
jaar minder, omdat er ruim 200 voor de schutterij minder be
noodigd is. Van hoeveel dienst zoodanig corps is, verblijden zich
toch schutters en niet-schuttersals de krijgshaftige mannen de
vreedzame beurzen niet te veel aanvallen en uitplunderen.
Hoofdstuk VIII in verschillende afdeeliugen gesplitst geeft ons
nog aanleiding tot de volgende opmerkingen-.
Ben verhoogd cijfer voor behoeften in de scholen is het gevolg
grootendeels van vernieuwing en verbetering der banken in de
l school der 1« klasse. Alles wat tot verbetering van het onder-
I wijs en van wat daarmede in verband staatbehoortis een
i kapitaal dat de gemeente op renten zet, en deze zijn voor geene
vermindering vatbaar, maar worden geregeld uitbetaald, terwijl
bet kapitaal zelf accresceert.
De 4e afd. herinnert, dat deze verhoogde begrooting gedrukt
wordt door het nadeelig saldo van 1862. Eene som van 1333,85
is groot genoeg omzooveel het nog noodig iste verklaren
waarom de uitgaven geklommen zijn.
Wat in de andere afdeelingen omtrent gasverlichting, kleeding
van politie-dienaars, enz. voorkomt, laat ons p. m. hij het oude.
De verlichtingskosten zijn iets meerder, maar vermeerdering van
licht is altijd in het belang der gemeente en nu wij daarin met
den tijd zijn medegegaandat wij ons van het helderste licht
bedienenmag ook niets ons tegenhouden om het zoo ver moge
lijk te laten schijnen.
Het laatste hoofdstuk, de onvooa'ziene uitgaven, heeft weinig
meer te beteekenensedert de bepalingdat daardoor de ontvang
sten en uitgaven in evenwigt moeten worden gebragt. Het schijnt
dat het gemeente bestuur slechts tot een matig bedrag daarover
wil disponeren en wij kunnen alleen wenschen, dat geene op-
voorziene omstandigheden de hoop verijdelen zullen, dat uit deze
post een batig saldo voortkomen zal.
Wij zijn aan het einde van ons overzigt. Wat in de memorie
van toelichting tot de nieuwe begrooting onze aandacht trok en
de belangstelling wekken moest, hebben wij meer of min uitvoerig
besproken, en wij meenen, dat dit boven een tabellariscb overzigt
van enkele cijfers te verkiezen was. Vleijen Burgemeester cn
Wethouders zich dat deze, door hen opgemaakte, begrooting zal
vastgesteld wordenwij vertrouwen dat geene belangrijke wijzi
ging daarin kan worden gebragt, tenzij men het gebrekkige oude
boven radikale hervorming en verbetering mogt verkiezen. Wy
willen daarom hopen, dat ook Gedeputeerde Staten haar zullen