flmiöesteÖitiQen.
Jllardtöerigteii.
«ftöoertentten.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur
Mijne maatschappelijke positie voert mij meer buiten dan in
buis, en dit, is oorzaakdat ik zoo wei in de stad als op het
landbepaaldelijk in Zuidbevelandoveral rondzwerf. Ik ben
meestal een stil opmerkerdoch soms ook wel eens een luide
spreker. Mijne opmerkingen hebben tengevolgedat dan mijne
goed en dan weder mijne afkeuring het noodzakelijk gevolg is
van omstandighedendie zich aan mijn oog of oor voordoen.
Meermalen had ik plan al mijne opmerkingen voor mij zeiven te
behouden; maar daar zag ik hoegenaamd geene winst bij. Beter
meende ik te handelenals ik voor anderen trachtte nuttig te
zijn, en dit kan ik dan eerst, als ik mijne opmerkingen bescheiden
mededeel, en zoo doende mijne mede-eilandbewoners dringend op
verandering en verbetering voorbereid. Om mijne opmerkingen
aan de publieke toets over te geven, ken ik geen beter vervoer
middel dan onze Goestche Courant. Deze toch wordt door hon
derden gelezen en vindt oost en west hare belangstellende vrienden.
Wanneer ik dusmijnheer de redacteur op uwe bekende be
reidvaardigheid eenigzins mogt kunnen rekenen, dan zou ik mijne
algemeene opmerkingen onder den naam van
KIJKJES DOOR ZUIDBEVELAND
UEd aanbevelen. Ik zou telkens een plaatsje in uw geacht blad
verzoeken, als ik wederom eene goede dosis kijkjes genomen had,
die dan als vervolgen van een geheel zouden moeten aangemerkt
worden. Stijl- en taalfouten zullen mij, hoop ik, welwillend ver
geven worden; ofschoon ik beloofdat mijne uitdrukkingen van
dien aard zullen wezendat het gros der lezers zeer goed zal
begrijpen, waar mijne kijkjes zich heen willen draaijen.
Het ligt in den aard mijner opmerkingen, mijnheer de redacteur!
dat ik ter bevordering mijner kijkjes onderscheidene wegen in
ons schoone Zuidbeveland moet passeren, en daar die wegen alleen
reeds mij voor deze maal voldoende bouwstof opleveren, zoo wil
ik maar dadelijk een begin maken met de hoofdwegendie uit
het centrum, de stad Goes, naar het Sloe, Yerseke, en's Graven
polder heen voeren. Daar toch vind ik ruim stof tot bewondering,
tot goed- en afkeuring, stof tot teregtwijzingstof tot vragen.
Daar zullen mijne kijkjes mogelijk niet altijd even welgevallig
zijn; maar daar ook zullen de gevolgtrekkingen menig oog kunnen
openen, dat nu nog als met een zvvaren blinddoek bedekt is.
I)e schoone klinkerbaandie uit Goes over 's Heer Hendriks
kinderen, Wissekerke en 's Heer Arendskerke naar het Sloe voert,
is inderdaad een fraaije wegen kan in de volheid des woords
met alle klinkerwegen wedijveren. Jammer evenwel, dat er van
de zijkanten niet meer partij getrokken wordt met aanplantingen
van eschdoorn of ander laagstammig houtgewas. De schoonheid
zou daardoor veel bevorderd worden, terwijl de 4 jarige kap in
staat zou zijn vele duizende mutsaards op te leverendie de
uitgevende kas niet onverschillig zou ontvangen. Wel mag deze
weg geene aanspraak maken op die fiksche breedte en regte linie,
zoo als die, welke door de koninklijke rijtuigen bereden wordt
wat smaller en krommer zijnde, beantwoordt hij evenwel aan het
doel, en is volstrekt goed voor het 100 jaren achteraankomende
Zuidbevelandja is cle wegwaarop wij eilandbewonersbij
zooveel ander gemiswel eenigzins trosch de borst mogen ver
heffen. Jammer de vele laagten of putten, die wel eens oorzaak
zijn, dat men, in een rijtuig gezeten, bijna slapende, soms door
een fiksche ruk uit zijn zoete mijmering wordt geschud, om door
een tweeden en derden stoot verpligt te worden eens even uit
het portier te zien, of er ook mogelijkheid bestaat, dat een uwer
fijne Engelsche veren het heeft begeven.
Deze grief van horten en stooten schijnt eigendommelijk aan
de Zuidbevelandsche klinkerbanenwant de weg naar Yerseke
biedt u weinig beter genoegen aan; terwijl die naar 's Graven
polder de ellende de kroon op 't werk zet. Deze nog inzonderheid
ligt even als de baren der zee, is de ongelukkigste klinkerweg,
welke ik nog ooit bereden heb, en is wel een exempel, dat in
staat is om de met stoom voortvliegende 19e eeuw tot schande
te verstrekken. Het is een weg, welke de reputatie der beroemdste
rijtuigfabrikanten op het spel zet, en die u doet vragenof
het toezigt ook daareven als op de zandwegen plaats heeft.
Wanneer men al klaagt over de groote ongelijkheden of putten,
dan is gewoonlijk de uitvlugt dergenen die met eenig
gezag daarover zijn bedeeld, dat het juist dit gedeelte nog is,
dat door de meest vreemdsoortigste rijtuigen, beladen met de
meest uiteenloopende producten, onophoudelijk bereden wordt.
Is het noodzakelijk, dat daardoor zoo vele ongelijkheden geboren
worden Moet daardoor dit gedeelte nog, dat nog al postweg
is, en dat met zooveel kosten is aangelegd, in zulk een bejam-
raerenden toestand aangetroffen worden? Daar moet eene andere
oorzaak voor zijn, eene oorzaak, welke ik als eene alles afdoende
beschouw, en die niet in geld of in de hoedanigheid der klinkers
te zoeken is, maar die ik gedroomd heb, dat in gemis aan een
doelmatig opzigt ligt.
Wil men bewijs voor mijne droomerij welnu, mederijder of
medewandelaars begeef u met mij van de plaats, waar vroeger
het zoogenaamde gort- en meelhuisje stond. Dan zult ge in
de nabijheid een nieuw aangelegd gedeelte klinkerbaan vinden,
en ofschoon het nog geene 2 maanden bereden werd, vindt men
hier reeds hetzelfde gebrek, dat is: dat er van nu af aan reeds
putten en ongelijkheden lestaandie het zachtste rijtuig reeds
doen schokken of men in eene Vlaamsche kar geschommeld
wordt. Van waar dit gebrek? Bescheiden wil ik daarop het
antwoord geven; althans een geoefend onderzoek leidt mij om
daarover mijne gevoelens kenbaar te maken.
Als eerste voorwaarde om gelijke klinkerbanen te verkrijgen
is vóór alles noodigeen vaste grondslag, die voor geene inzakking
vatbaar is. Om die te erlangen, is het noodzakelijk de aarde,
voor men daar zand opbrengteerst fiks en krachtig aan te
stampen, dat men niet met een paar houten klompen, maar met
daartoe opzettelijk vervaardigde werktuigen moet verrigten, die
aan eene voldoende breedte van onder eene geëvenredigde zwaarte
paren. Zoodanig werktuig moet door eene krachtige hand in
beweging gebragt worden. Daardoor zal de losse aarde in eene
vaste herschapen wordenhierop worde eene dunne laag zand
uitgestort en vervolgens de klinkers daarop geplaatst. Verder
zou ik het nuttig achten de klinkers niet in de smalle breedte
zoo als thans, maar in de smalle lengte te leggen. Daardoor
zouden ze minder slijten en de rijtuigen zouden minder zwaar
en ook veel zachter rijden. Op die wijze gehandeld, zouden de
klinkerbanen veel langer durenminder aan onderhoud kosten
en veel minder onaangenaamheden voor den berijder opleveren.
De klinkerbaan naar 's Gravenpolder ligt anders in eene fraaije
lijn. Hetzelfde kan men ook van de baan van Kappelle naar
Yerseke zeggen. De vele hooge boomen aldaar aan de zijkanten
geplaatst belemmeren echter de zon door te dringen, waardoor
de klinkers in eene gestadige natheid verkeeren, dat de afslijting
zeer bevordert, terwijl de heete zonnestralen de vochten zeer zouden
opslorpen. Het is waar, dat ook de wortels der boomen aan
die opslorping bevorderlijk zijn, maar met laagstammige aan
plantingen zou men hetzelfde doel bereiken, en de fraaiheid van
den weg zou bevorderd worden.
Onvolmaaktheden zullen er evenwel altijd blijven. Anders
zou ik het zeer doelmatig vinden van kwartier tot kwartier
een lantaarn te branden. Dat zou in de donkere winternachten
den reiziger eene weldadige verpoozing opleveren en zijne onzekere
schreden voor wankelen behoeden.
Verder heeft het mijne bijzondere opmerkzaamheid getrokken,
dat de postweg niet doorgetrokken werd tot Ellewoutsdijk. Is
men te 's Gravenpolder genaderd, dan komt men var. de hortende
klinkerbaan op nog veel ellendiger gedeelte keiweg, door het
dorp tot aan het begin van den zoogenaamden Schoorkenszandweg;
waarover nader. X.
Voor de heden te 's Hage gehouden besteding van het maken der haven-
dammen en buitenhaven van den noordelijken mond van het kanaal door
Zuidbeveland, te Wemeldingen, heeft zich als minsten inschrijver bekend
gemaakt, de heer P. Kalis JPz. voor 133,000.
GOES, 27 September 1864.
Met uitzondering van de jarige en nieuwe TARWE waarvan de eerste
iets hooger en de laatste iets lager noteerdebleven de prijzen nagenoeg
aan vorige week gelijk. De OUDE TARWE 8,25 a 8,75. NIEUWE
DITO 7,25 a 8,—. ROGGE 5,25 k 5,60. WINTER GERST
4,90 a 5,25. ZOMER DITO 4,40 a 4,90. HAVER f 3.10
a 3,75. GROENE ERWTEN f 6,75 k 7,—. PAARDENBOONEN
6,60/,„. ZOMER ZAAD 10,75 k 12,—.
MEEKRAP.
BOTER 1,20 a f 1,25 ct. het ned. ffi.
EIJEREN f 2,70 a f 2,80 de 100 stuks.
AMSTERDAM, 28 September 1864.
TARWE stil. ROGGE onveranderd. KOOLZAAD V2 hooger. Op
levering in Oct. 74; Nov. JL 75'2, April 7802. RAAPOLIE williger
vlieg, 41,op C/w. f 42v4. LIJNOLIE mede williger, vlieg, f 88'/.
op 6/w. 39 y2.
LONDEN, 28 September 1864.
GRANEN zonder handel. De markt was flaauw.
BROODPRIJZEN. Naar de vroegere zetting.
Tarwen brood 14 ct. 1 Masteluin brood 11 ct,
Tarwen Krop brood 12 1 Rogge brood 10
Getrouwd
B. QUIST
Goes en
29 September 1864. J. P. MEIJLER.
x Bevallen van een ZOON, D. M. RISSEEUWvan
den bree.
Goes 27 September 1864.
Voorspoedig bevallen van een welgeschapen ZOON,
L. DEKKERgeliefde echtgenoot van
I Goes, 28 September 1864. J. H. HANNINK-