skimp 1864. N®. 75. B0NDERDAG28 SÉÈtiSÊStSlL 519" 'Jmréiïiïm J Itiiiimffltiöscfje OSeriQten. ■..- II. l^CgA-g -idMuin t..r. HU ml I>c uitgave dezer Courant geschiedt Maan dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,55 fr. p. p. 1,90. Gewone adverlentiën worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodbërigten van 1-6 regels f 1,30, behalve het zégelregt. De inzending van advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Het adres van antwoord heeft in de Tweede Kamer, zoo als men verwachtteeen levendig debat uitgelokt. Al aanstonds is er strijd gevoerd over de vraag i of men strijden zou al dan niet? Onder de leden der oppositie was er meer dan één, die den strijd vermeden wilde hebben. Waarschijnlijk wel uit overtuiging, dat de krachten te kort zouden schieten. Sommigen gaven aan hun ontwijkings-systeem een schoonen glimp, door te zeggen, dat strijden tijd kostte, geen practisch nut had, later beter te pas kwamenz. De meerderheid echter, die de algemeene strek king van het adres goedkeurdeheeft beslist, dat men niet door een kleurloos adres de gelegenheid zou benemen om de krachten te meten. De natie heeft reden om zich over dezen loop der zaken te verblijden. Zij zal nu gelegenheid hebben om hare ver tegenwoordigers in hunne staatkundige beginselen te leeren ken nen. Eene openbaring van beginselenbij den aanvang der par lementaire zitting, is voor de natie en voor de regering beiden even gewenscht, en zij die schromen daarvoor uittekomen, kunnen kwalijk geacht worden, vóór alles het heil des vaderlands te bedoelen. Toen bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer, de heer van Zuijlen zich op den kruiwagen der anti-revolutionaire partij liet zettenmeende men niet ten onregte, dat deze heer, naar zijne antecedenten te oordeelendaar niet op zijne plaats zoude zijn. Anderen meenden, 't was bem slechts om het rijden te doen en het voertuig moest niet in aanmerking komen. Wij zouden nu bijna gaan gelooven, dat de heer van Zuijlen werkelijk niet op zijne plaats en daardoor eenigzins verward is. Bij de behandeling der 2e van het adres kwam hij op tegen een denkbeeld in de 3e opgenomen, zoodat de voorzitter hem herin neren moestdat dit punt nog niet aan de orde was. De ver gissing was schijnbaar dood onschuldigmaar krijgt eenige be- teekenis, wanneer die plaats heeft bij iemand, die men meende, dat nog niet tot het standpunt gekomen was, waarop men hem nu heeft geplaatst. Reeds bij de eerste discussie der kamers is alweder gebleken, hoe noodzakelijk het is wil men een regt oordeel vellen de redevoeringen der leden in haar geheel te lezen. Door eene of eenige zinsneden uit eene rede weg te laten, wat bij het verslag- geven natuurlijk geschiedt, is men meester om aan het geheel de kleur te geven die men verkiest. De heer van Nierop ver klaarde zich een vriend, schoon dan ook een lastig vriend, van het ministerie. Door het weglaten van deze verzekering, krijgen zoo als van zelve spreektzijne bedenkingen tegen het adres een geheel ander aanzien. Hetzelfde geldt van de wijze, waarin men de sprekers hunne redevoeringen laat voordragen. Men moet daarom weder op zijne hoede zijn, bij de redeneringen der oppo sitie diehoe meer hare zaak hopeloos wordtte minder de middelen weegt, waarvan zij zich bedient. nieuwe lid niet bedacht, dat degenen, die hij als zijne meesters scheen te beschouwen, reeds vooraf wisten, dat hij bij hen niet ter school zoude gaan. De vijanden der staatsschool zoeken toch altijd hun heil op de bijzondere scholen. De heer van Goltstein Verd in de school van den heer Groen verwacht en zal, ver trouwen wij, aan dien meester zulk een antwoord niet geven dat men ook alleen verwacht van die kinderendie niet gaarne school gaan, om dat zij niet leeren willen. Wij zijn verlangend de vorderingen te zien, die de jeugdige zelfstandigheid in de school van den heer Groen maken zal en hopendat hij niet alleen in woorden, maar in zijne handelingen van zijne onafhan kelijkheid zal doen blijken. De laatst aangebragte berigten uit O.-Indie meldendat de zware en langdurige regens van den westmousson een zeer on gunstige koffij-oogst hebben ten gevolge gehad en dat ook de suiker-productie verre beneden die van het vorige jaar blijft. cholera was nog niet geweien, doch verminderde in de meeste streken in hevigheid. Van Japan en China heeft de mail geen bijzonder nieuws medegebragt. Maandag heeft de Tweede Kamer gelijk wij reeds gemeld heb ben de algemeene strekking van het adres van antwoord aan genomen en is zij daarna overgegaan tot de behandeling der onderscheidene paragraphen. De beide eersten werden aangeno men, na verwerping van een amendement, door den heer Groen voorgesteld. De 3® werd eveneens aangenomen na eene niet onbelangrijke wijzizing door een amendement van den heer Dum- lar, tengevolge waarvan het slot der zooals het door de com missie was voorgesteld is weggelaten. De meeste leden die zich met dat slot niet vereenigen kondenwaren beduchtdat zij zich voor het vervolg zouden binden om meerdere sommen voor het defensiewezen te bestemmen dan zij wenschelijk achten. Dingsdag werd beraadslaagd over de 4e (koloniën). De aan voerder der koloniale oppositie, de heer Mij er opende het debat met het yoorstellen van een amendement, om die woorden weg te laten welke eenige goedkeuring behelsden van de koloniale politiek der regering. De heer Storm stelde een ander amende ment voor, dat minder ver scheen te gaan maar toch dezelfde bedoeling had. Beider amendementen werden verworpen. Het eerste zelfs met eene groote meerderheid. Het andere vond meerder voorstanders, maar ten slotte bleek duidelijk, dat de commissie van redactie regt had, als zij beweerde, dat zij in het adres de uitdrukking had gelegd van het gevoelen der meerderheid, want met 45 tegen 28 stemmen werd de oorspronkelijke redactie aan genomen. In de zitting van Woensdag zijn de 5e en 6« van het adres zonder discussie aangenomen. 7 over de drukperswet in Indie heeft aanleiding gegeven tot een vrij uitgebreid debat, waaraan onderscheidene sprekers hebben' deelgenomen. Twee amendementen werden voorgesteld. Een van den hr. van Zuijlen werd met 52 tegen 18 en een van den heer van risch van Wijlt, met 54 tegen 18 stemmen verworpen. De niet gewijzigde k werd met 54 tegen 17 stemmen goedgekeurd. Daarna kwam 8 (aanleg der staatsspoorwegen) in behandeling. Ook daarover Het nieuwe lid der kamer, de heer W. van Goltstein, heeft is uitvoerig gesproken en de minister van binnenlandsche zaken eene heldendaad gedaan met, bij de eerste discussie de beste, te j heeft herhaaldelijk het woord gevoerd, en ten slotte is de redactie verklaren, dat hij niet ter school wilde gaan, zoo als naar zijn der commissie aangenomen. Éindelijk werd de discussie geopend oordeel, een lid der commiscie dit scheen te willen. De nieuwe vertegenwoordiger uit het Purmerender kaasland heeft een bewijs zijner onafhankelijkheid willen geven dat hem zeker als eene groote verdienste zal worden aangerekend. Intusschen heeft het over 9 (onderwijs) door den heer Groen, die daarbij gesproken heeft over de wenscheljjkheid eener herziening van art. 194 der grondwet. Nadat eene belangrijke discussie onder verschillende leden was gevoerd, heeft ook de minister van binnenlandsche zaken gesproken en den wensch geuit, dat de sprekers die aan-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1