Imnenfanöscöe 35erigten.
$uttenfanö.
£)emengöe OSerigten.
van slechts woorden te kunnen geven. Veelbeteekenend is liet
bescheiden maar puntig woorcj^'ivaarmed^ de heer Fruin besluit
„of alles is zooals ik het hely voorgesteld '-mag ik niet beslissen.
Wij allen oordeelen naar (Jen schijn; het yv<W der dingen blijft
voor ons verborgen." Oo)c.;op politiek .itfftfein is dat maar al te
waar en de geschiedenis der -laagste röaatitó! geeft daarvan merk-
waardigg,--proeven. Zoovelerif schijnen het/belang des vaderlands
ftr-dienen, of geven althans hoög -daarfan opmaar wie zal het
zeggen, welke beginselen en bedoelingen daaronder schuilen. Teregt
eischt dan ook de heer Fruin, dat de bewijzen geleverd worden
voor de aanklagt tegen de liberalen ingebragt, opdat het blijke,
dat daarbij niet alleen naar schijn is geoordeeld geworden. Men
heeft in den laatsten tijd zoo dikwijls gepoogd tegen de libe
ralen intenemen en ze verdacht te maken; het wordt tijd, dat
men de bewijzen geve of ophoude eene rigting te bestrijden
onder welke zooveel goeds is tot stand gebragt. Het scheiden
en razen tegen deze mogen bij velen gretig ingang vinden, die
vooringenomen slechts anderen napraten of hun eigen belang boven
alles zoeken, maar de eenzijdige afkeuring van wat men voor
zich zeiven anders wil, bevordert het algemeen belang niet. Ook
daarom is de pennestrijd tusschen twee bevoegde strijders nuttig
geweest, en zeker heeft die gestrekt om verborgen dingen aan het
licht te brengen, al kan niet van allen juist het wezen qptdekt
worden. De heer Fruin heeft met de daad betoond, dat hij slechts
aanklaagde waar daden sprakenen de partij, die hare oogmer
ken onder schoonschijnende theorien verbergt, eenen gevoeligen slag
toegebragt. Het ware te wenschendat zij de waarheid leerde
inzien van het woord van den heer Fruin„Een bloot verdacht
maken is immoreel en leidt tot niets goeds;" zij zou dan het belang
van het volk beter dienen, 'tls echter te vreezen, en bereids in
dagblad-artikelen gebleken, dat bij zekere menschen de immora
liteit reeds zoo diep ingeworteld isdat zij daarvan niet over
tuigd kunnen worden en er zich zelf niet eens meer over schamen.
Wanneer er sprake is van afschaffing van de doodstraf, dan
wordt door de vrienden van het moordtooneel aangemerkt, dat
het voor de maatschappij noodig is, om niet maar doodslagers
onschadelijk te maken door ze in de gevangenis op te sluiten,
maar veel meer om ze totaal op te ruimen. Het provinciaal
geregtshof in Z.-Holland heeft dezer dagen een vonnis gewezen,
dat aan het bezwaar der doodstraf-minnaars te gemoel komt. Bij<-
gelegenheid, dat dit hof uitspraak moest doen over eene moeder,
die haar kind wreedaardig vermoord hadheeft het althans
naar het schijnt aangenomen dat een moordenaar voor de
maatschappij veel minder gevaarlijk is, dan het moordtuig waarvan
hij zich bedient, en daarom is de moordenares veroordeeld tot
eene gevangenisstraf van twaalf jaren, maar het hof heeft gelast,
dat het mes, waar mede het misdrijf is gepleegd, zal worden vernietigd
Zaturdag avond 11. gaven de officieren van het ganizoenter
viering van de verjaring van Z. K. H. den prins van Oranje,
die op Zondag den 4den inviel, een groot bal in het lokaal de
Prinsentuin te Viissingenwaarop ook de officieren der noord-
amerikaansche oorlogsbooten Niagara eu Sacramento waren uit-
genoodigdwelke die beleefdheid door hunne tegenwoordigheid
waardeerdeu; doch eenige minuten vóór 12 uretoen het bal in
de meest vreugdvolle opgewondenheid wa3, lieten de heeren Noord-
Amerikanen de schoone danseressen, die zij tot een lanciers-qua-
drille hadden uitgenoodigd, zitten, en maakten zich tot hun ver
trek gereed, na zich zeer beleefd verontschuldigd te hebben, met
de opmerking, „dat de Zondag met klokslag van 12 ure begon,
en de eerbied voor de godsdienst en den rustdag hen verbood
op dien dag bals of danspartijen bij te wonen."
Ieder zal gaarne den eerbied prijzen, dien de amerikanen voor
de godsdienst schijnen te bezitten, alleen is het vreemd, dat zij
zoo weinig eerbied voor het hoofdgebod der godsdienst toonen
en jaren achtereen hunne broeders beoorlogen en in een vernie
lenden oorlog behagen schijnen te scheppen.
Men schrijft uit Bergen-op-Zoom de werkzaamheden aan de
beetwortel suikerfabriek van den heer Witthouck zijn weder aan
gevangen onze haven ligt als overkropt door de vele schepen
met wortelen, steenkolen en andere benoodigdheden geladen; dit
drukke vertier verschaft veel voordeel zoowel voorde gemeente als voor
de bewoners; ook de werkende stand vindt gelegenheid in het barre
jaargetijde, dat weder voor de deur staat, in zijne behoefte te
voorziendaar de voorraad beetwortel de fabriek steeds tot
Maart of April in werking houdt. Het is dus zeer verblijdend
te vernemen, dat het plan bestaat nog eene dergelijke fabriek
hier ter stede opterigten. Als deelhebber hiervan wordt genoemd
de heer X. G. de Geep, grondeigenaar, lid van de provinciale
staten alhier.
De Belgische senaat heeft Vrijdag aangenomen het wets
ontwerp waarbij eene som van 5,575,000 franken beschikbaar
wordt gesteld ter voltooijing van de vestingwerken van Ant
werpen, 27 stemmen hebben zich voor en 14 tegen het ontwerp
verklaard terwijl drie leden zich aan de stemming hebben ont
houden. Daarmede is nu de maatregel bekrachtigd, die nog on
langs in de andere Belgische kamer aanleiding gaf tot hevige
discussien en waardoor men vruchteloos poogde de regering te
bemoeijelijken. De senaat is daarna overgegaan tot het onder
zoeken van het aan de orde gestelde budget, dat van de open
bare werken. Het laat zieh aanzien, dat er een tijdelijke rust
op politiek gebied op handen is, maar waarin partijen zieh tot
eenen nieuwen strijd zullen toerusten.
De Spaansche schatkist is zoo uitgeput, dat, zooals uit
Madrid berigt wordt, de regering wegens gebrek aan geld 3000
werklieden in de arsenalen van Caralla, Cartagena en Terrol heeft
moeten afdanken. Hierbij komt nu nog, dat de regering te wors
telen heeft met den opstand op st. Domingo, die zij niet kan
onderdrukken, om niet van andere moeijelijkheden te spreken,
waarin zij zich tegenwoordig bevindt. De Spaansche fondsenhou
ders zullen bij dit berigt geene aangename gewaarwordingen
hebben, maar mogen er bij bedenken, dat die schatkist zelden
aan overvloed laboreerde en dat het hare schuld niet is, als de
speculatiegeest een te groot vertrouwen in haar heeft gesteld.
Voor eenige dagen overleed te Berlijn op 71jarigen leeftijd,
een Duitseh kolonistdie aan zijne kinderen meer dan
150,000 bunders land en 380,000 merinos schapen nalaat. Hij
had dezen grooten rijkdom aan zijnen ijver en spaarzaamheid te
danken. Nadat hij reeds een vermogend man was geworden
bragt hij in zijne eenvoudige leefwijze geenerlei verandering.
Als een navolgenswaardig voorbeeld van menschlievendheid moge
dienen dat de aannemers van gebouwen te Rouaan hebben be
sloten een gesticht opterigten tot verpleging van niet meer tot
den arbeid geschikte werklieden in het departement der bene-
den-Seine. Eenige dagen geleden kwam een heer op het post
kantoor te Brussel zich beklagendat een brief door hem op de
post gedaan, en waarin eene som van 10,000 fr. besloten was
te Charleroy, waarhenen hij bestemd was, niet was aangekomen.
Terstond werd een ernstig onderzoek ingesteld. Te Charleroy
had men den brief met het opgegeven adres niet ontvangen.
Maar wel was daar een brief aangekomen voor iemand wiens
naam daar in den geheelen omtrek niet bekend was. De naam
was volkomen gelijkluidend met dien van den afzender. Bij
de opening vond men daarin ook de bewuste som gelds aan
bankpapier. Nadat men den aanklager had ontboden bleek, dat
deze bij vergissing zijn eigen naam op het adres had gezet in
plaats van dien der firma, waarvoor de brief besterad was.
Onder de gemeente Brummen werden deze week bij het maken
der aardenbaan voor den grindweg door de buurtschap Voor
stonden uit een kamp bouwland van mpjufvrouw Withoff, waaruit
de grond tot ophooging benoodigd gehaald wordt, op ongeveer
een el diepte 65 stukken zilvergeld van verschillende grootte
met eenige vermolmde beenderen opgegraven. Het zilver is
zeer mooi en de munt op vele stukken duidelijk het jaartal
van enkelen is 1596.
UITTREKSEL van het verslag van den toe
stand der provincie zeeland, over 1863.
Vervolg
HOOFDSTUK IV.
Medische politie.
„De sterfte-verhouding van het jaar 1863 is iets ongunstiger geweest
dan die van 1862. In het laatste jaar was zij 1 37,4, in het afgeloopen
1 36. Ook dit jaar is dus even als de voorgaande jaren minder ongunstig
dan 1859, toen de sterfte 1 30 was."
„De sterfte-verhonding in 1863 had men echter ongunstiger kunnen
vermoedenbij de overwegingdat vooral twee ernstige ziekten op
's menschen gezondheid en leven haren nadeeligen invloed in die tijdruimte
hebben doen gelden. Wij bedoelen de besmettelijke keelziekte en de
kinderpokken."
„Intusschen verdient hierbij te worden opgemerkt, dat wederom van
gunstige beteekenis op de sterfte was, het over het algemeen niet epidemisch
heerschen van najaars-koortsenuit weinige gemeenten toch heeft men
hiervan melding gemaakt."
„De voor het jaargetijde te warme weersgesteldheid, waarmede het jaar
1862 eindigde, bleef op den eersten dag van 1863 aanhouden. Op den
middag teekende de thermometer 45°. Het tot nu toe helder weêr werd
door regen met betrokken lucht vervangen. Gedurende de eerste helft
van Januarij dnurde die toestand, toen, na een seboonen dag, waarop de
westewind voor een oostelijke plaats maakte, vorst inviel, die in niet geringe
mate, doch slechts korten tijd, zich deed gevoelen. Reeds den 18 had de
luchtstroom wederom eene westelijke rigting, die tot storm klom en tot
op den middag van den 25 aanhield. De hoogste drukking te Viissingen
was in den morgen van den 30 110 ponden, de hoogste windskracht ver
schilde van 60 tot 110 ponden uit het westen en zuiden; de barometer
daalde tot 739nm."
„Volgens het gevoelen van geachte weerkundigen, bevond men zich ge
durende den storm binnen den kring van een cycloon."
„De volgende dagen bevestigden dit gevoelen, want tot aan het einde
der maand bleef de stormachtige weersgesteldheidinzonderheid op den
28 en 29, voortduren."
„In de eerste dagen van Februarij waren de sporen van den storm
nog niet verdwenen. Tegen de helft had men, bij een noord-oostewiud
eene schoone weersgesteldheid, welke de geheele maand aanhield."
„Ook in het begin van Maart was het weêr gunstig bij matige koude.
De thermometer teekende op den 3den des middags 58u. In den avond
van den 4den werd ook hier een vuurbol van ongewone helderheid waar
genomen. Eenige dagen later had men bij herhaling onweder, later regen
en hagel. In afwijking van hetgeen men gewoonlijk in deze buijige maand
waarneemt, had men over het algemeen eene vrij gunstige weergesteldheid."
„De gemiddelde warmte was: in Januarij 4-2", in Februarij 43%°, in
Maart 46'V