18«4. «5. DONDERDAG 25 AUGUSTUS. 51"* Jani-gaui*.
tóiietifmiöscfie lengten.
De uitgave dezer ('oiiraut geschiedt liaan,
dag en Donderdag avonduitgezonderd
Op feestdagen.
Prijs per kwartaal 1,55 fr. p. p. f 1,90.
Gewone advcrtentlCn worden a 3D et. de
regel geplaatst.
Geboorte.huwelijks- en doodberigten van
1-6 regels f 1,36behalve het zegelregt,
De inzending van advertentiün kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
Gêemeente-raadl "t© Géoos
TEN BAADHUIZE ALDAAR,
OP MAANDAG DEN 39 AUGUSTUS 1864,
DES AVONDS TEN 7 URE.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Vaststelling gemeente rekening over 1863.
3. Idem rekening gasthuis n 1863.
begrooting van dat gesticht voor 1865.
rekening der schutterij over 1863.
der begrooting voor 1865.
der gemeente begrooting voor 1865.
Idem
Idem
Idem
Idem
8. Gemeenschappelijke regeling met de gemeente Zaamslag van
de geneeskundige behandeling van Armen.
9. Verzoek C. Pilaarom grond uit de hand te pachten.
10. Idem E. Courtijnom vermindering van de cijns op den
korenmolen de Vijf Gebroeders.
Het schrijven van dr. Pruin aan den heer Groen heeft ook
een schrijven uitgelokt van het Dagblad. De nederige redactie
van het orgaan noemt dat een antwoord, alsof zij ook geroepen
was geweest, om te antwoorden op eene vraagdie aan haar
niet was gedaan. Het orgaan verontschuldigt zich zeiven dat het
niet vroeger geantwoord heeft, als of iemand er aan gedacht
had, dat het zich ook met de zaak moest bemoeijen. Het artikel
dat aan een en ander gewijd is (n°. 198 en verv.) is in vele opzigten
curieus om te lezen en getuigt van den nederigen zindie in
de redactie woont. Gëergerd dat dr. Pruin het Dagblad niet
leestheeft het hem een exemplaar van dat veel beteekenend
schrijven gezonden en beweert, dat het oordeel van den hoog
leeraar niet degelijk kan zijn, omdat hij het orgaan niet geraad
pleegd heeft. Het belangrijkste in het Dagbladartikel is de
belofte, dat wij de verdediging zullen booren der conservatieve
partij, en dat wij ons dus mogen verwachten op eene verheerlijking
te lezen kregen, handelt over uitdrukkingen door den heer F.
gebruikt, terwijl de hoofdzaak stillekens in het midden wordt
gelaten. Er is als altijd groote behendigheid in het pleidooi van
den heer Groen. De strijd over woordenover wederzijdsche
i complimenten en de beteekenis daarvan leidt de aandacht van
i het hoofdpunt af, moet dit althans doen. De uitvoerige uit
weiding over den heer Vissering en over zijn schrijven brengt
nog al verder van den weg. Nergens één woord om het ge-
beurde met den heer de Prauw in het ware licht te stellen geen
feit tegenover feit. Maar wel aan het einde op hoogen toon
een eisch, dat de heer Pruin vergeving zal vragen, dat hij zijne
beschuldiging zal intrekken. Dat zal de heer Pruin zeker niet
eu dat kan hij niet, want de zaak, waarop hij wees, is niet door
hem alleen gezien en besproken, maar de natie heeft haar erkend
j en afgekeurd. Zij heeft gelezen wat de heer Groen schreef,
wat de heer de Prauw verklaardezij heeft gezien wat het kies
district Gouda deed. De heer Groen komt daarop te weinig
i terug en vergeet te veeldatzoo hij al den hoogleeraar tot
zwijgen kon brengen, hij daarom de natie niet van zijne onschuld
overtuigen zai. Het geval waarop met hooghartigheid gewezen
wordt, dat men later op het gebeurde met den heer Pruin zal
kunnen wijzen, om daardoor van eiken aanval afteschrikkenzal
zich wel niet voordoen, maar wij voorzien eerder het tegenover
gestelde. De aanvallen zullen meerder worden tegenover zoo
zwakke verdedigingten zij men daarvan zich onthoude uit
overtuigingdat men wel veel woorden maar geene bewe
zen in antwoord krijgt. Indien wij op de vraagvolhouden
of intrekken moesten antwoordenwij zouden niet twijfelen
wat te kiezeu. Wat de geschiedenis, als onder het oog van dui
zenden gebeurd, heeft opgeteekend, dat kan niet worden inge
trokken. Men kan wel door een schoolmeesterachtigen toon
iemand zoeken te verschrikken, maar men moet niet vergeten
dat men niet altijd zulke zwakke geesten voor zich heeft, die
maar dadelijk verklaren omdat gij het zegtis het waar.
Niet onaardig is eene drukfout in het laatste blaadje, no. IX,
p. 7, waar wij lezenScherper en onverdiender aanval heb ik
van den heer de Prauw, die als lid der Tweede kamer verkozen
werdomdat hij verklaard heeftdat hij nu uit de wet op het no°it, dunkt me, verdiend.
onderwijs wil laten weg vallen, wat hij vroeger daarin hielp
schrijven. Wij zullen onze lezers, die misschien tot de zeer enkele
behooren die het Dagblad niet lezen, mededeeling doen van den
inhoud van het pleidooi voor den heer de Prauw. Na ons
schrijven over den brief van den heer Pruin zijn wij verpligt, M. heeft, beschikkende op het verzoekschrift van I. G. J.
om ook de stem der conservatieven te laten hooren, en wij Kande'\ Bofl.,te Wilhelminadorp en J. C. Kakebeeke te Goes,
,111.' j in hoedanigheid van commissarissen der naamlooze vennootschan
achten dat onze verontschuldigzoo remand er aanmerking Zeeuwsche maatschappij van meekrap bereiding, gevestigd te Wil-
op mogt maken, dat wij in een geding over politieke moraliteit helminadorp bewilliging verleend op het ontwerp der acte, hou
dende wijzigingen in de oorspronkelijke acte van oprigting van
gemelde naamlooze vennootschap.
De Staats Courant heeft het koninklijk besluit medegedeeld
waarbij op verzoek van de Maatschappij van landbouw en veeteelt
in Zeeland vrijstelling van het regt van zegel wordt verleend
voor de acten, waarbij eene vóór de invoering van het burgerlijk
wetboek gevestigde schuldpligtigbeid aan tienden of van eenige
andere evenredige hoeveelheid van vruchten wordt afgekocht of
verwisseld in grondrentemits de acten geene andere op zich
zelf staande handelingen of overeenkomsten inhouden alsmede
voor de acten houdende de regterlijke administratieve magtigiDg
tot het aangaan van voorschreven overeenkomst, mitsgaders die,
waarvan de opmaking tot het verkrijgen dezer magtiging wordt
vereischt.
ons inlaten met een orgaan, dat aan alle moraliteit vreemd is.
De heer Groen heeft weder een vliegend blad gegeven, onder
den titel: Volhouden of intrekken? en trekt daarin op nieuw te
velde tegen den heer Pruin; want wij kunnen niet zeggen: tegen
de beschuldiging door den hoogleeraar ingebragt. Het nieuwe
woord aan de kiezers is een "nieuw monument voor de woor
denrijkheid van den heer Groenmaar bevat niet één woord
ter overtuiging van hen, die minder woorden eu. meer bewijzen
verlangen. Met het geschil tusschen de heeren F. en G. hebben
wij ons niet intelatende kampvechters staan met volkomen
gelijke krachten tegenover elkander. Maar wij hebben gezocht
naar het bewijs, dat de heer Groen ten onregte aangevallen was
en wij hebben er niet één gevonden. Al wat wij nu weder