a o e s.
VEEOEDENING
OPEN BAKE GEZONDHEID
BÏJBX.&JD VAM BI G0ES8CHE COVRAMT
van Maandag; 22 Augustus 1864, 64.
yiflfltseftjfe 33estunr oan flors.
Eels.eiid.mal5.iiig.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
doen te welen dat door den Raad dier gemeente, in zijne
vergadering van den 26 April 1864, is vastgesteld de volgende
IN HET BELANG DEK
IN DE GEMEENTE
HOOFDSTUK I.
van 1>e levensmiddelen.
Art. I. De levensmiddelen, waarop deze verordening be
trekking beeft, zijn al de zelfstandighedendie tot spijs of
drank voor den mensch kunnen strekken of bestemd zijn
(versnaperingen daaronder begrepen) en binnen de gemeente
worden verkocht of in het openbaar ter verkoop aangeboden.
Art. 2. Al wat op markten, op of aan den openbaren weg,
in winkels, magazijnen, tapperijen, koffijhuizenherbergen,
fabrieken, pakhuizen, vaartuigen of veiling-lokalen te koop is,
wordt geacht in bet openbaar ter verkoop te zijn aangeboden.
Art. 5. Deze verordening is niet toepasselijk op den ver
koop, of het ter verkoop hebben van geneesmiddelen, chemi-
caliéu en droogerijen, welke alleen bij apothekers en drogisten
mogen verkocht worden.
Art. 4. Het is verboden bedorven of voor de gezondheid
schadelijke levensmiddelen (onrijp ooft en zoogenaamde afval
daaronder begrepeu) in te voeren, te vervoeren, te verkoopen
of ter verkoop aan te bieden.
Zij worden op last van Burgemeester en Wethouders aan
gehouden, opgeruimd en onschadelijk gemaakt.
De in- en vervoer van de in de eerste zinsnede bedoelde
voorwerpen, is, zoo zij tot bemesting of tot grondstof voor
fabrieken bestemd zijn, geoorloofd, mits zij zonder verwijl
naar de plaats hunner bestemming worden gevoerd en zoo-
danig geborgen, dat geene voor de gezondheid schadelijke
uitwasemingen kunnen ontstaan.
In beide opzigten zijn de in- en vervoerders gehouden zich
naar de bevelen der policie te gedragen, en worden bij ge
breke van dien geacht, de eerste zinsnede van dit artikel te
hebben overtreden.
Art 8. Koek, gebak, suikergoed cu dergelijke eetwaren
met verguldsel belegd alsmede chocolaadjes en anijssuikers
met santoniue (wormkruid) bedeeld, worden als voor de ge
zondheid schadelijke levensmiddelen beschouwd.
Art. C. Geen brood mag ter verkoop ingevoerd, uitgestald
of verkocht wordendan gaar en goed doorbakkenen uit
gezonde zuivere tarwe, maïs, spelt of rogge bereid.
Tot bereid'mg uit andere bestanddeelen wordt voorafgaande
schriftelijke kennisgeving aan Rurgemecster en Wethouders,
met opgaaf der bestanddeelen, vereischt.
Art. 7. Het brood, dat in deze Gemeente verkocht wordt,
moet voorzien zijn van een merk, door den bakker of slijter
aan Burgemeester en Wethouders op ie geven.
Art. 8. De bakkers en slijters mogen het brood niet
anders rondbrengen, dan in gesloten wagens, karren of bc
kleede en overdekte mandenwaarop hunne namen met
duidelijke letters zijn aangeduid.
Art. 9. Het verkoopen of ten verkoop hebben van meel,
brood, beschuit, koek of gebak, gemengd met zelfstandig
heden, die niet lot voedsel bestemd zijn, al blijkt het uiet,
dat zij schadelijk voor de gezondheid zijn, alsmede het ver
koopen of ten verkoop voorhanden hebben van brood, meel,
beschuit, koek of gebak in bedorven toestand, is verboden.
Art. 10 Op onbepaalde tijden wordt door de zorg van
Burgemeester cn Wethouders het meel, brood, beschuit, koek
en gebak bij slijters of bakkers voorhanden aan een scheikundig
onderzoek omtrent de bestanddeelen ouderworpen, en de uitslag
van dat onderzoek openbaar gemaakt.
Art. 11. Geen slagtvee mag worden geslagt dan na te
zijn goedgekeurd. Van die goedkeuring wordt door den
keurmeester een bewijs afgegeven.
Art. 12. Het slagtvee is na de slagling en vóór de af
hakking aan eene tweede keuring onderworpen.
Art. 13. Alle vcrsch, gezouten of gerookt vleesch of spek,
van elders aangevoerd wordende binnen de Gemeente, is aan
keuring omtrent de hoedanigheid onderworpen.
Van de goedkeuring wordt door de keurmeesters een bewijs
afgegeven.
Art. 14. Afgekeurd vleesch zal ter plaatse, door Burge
meester en Wethouders te bepalen, in liet bijzijn van een
policie-beambteworden onbruikbaar gemaakt en in den
grond bedolven.
Art. 13. Het is verboden eenen vleeschwinkel te openen
of handel in vleesch of spek te drijven zonder voorafgaande
schriftelijke kennisgeving aan Burgemeester en Wethouders
met aanwijzing van het huis of ander gebouw, waarin die
zal gevestigd worden.
Art. 16. Goedgekeurd vleesch, later tot bederf overge
gaan, mag niet worden verkocht, uitgestald of ten verkoop
aang' boden.
Art. 17. De slagters zijn verpligt, aan de keurmeestres
cn de ambtenaren van policie, op de eerste aanvraag het
bewijs van keuring te vertoonen.
Bij weigering of gebreke daarvan, wordt hel vleesch of
spek gehouden voor niet gekeurd.
Art. 18. Geene keuring kan gevorderd worden vóór zons
opgang of na zons-ondergang. De wijze der keuring wordt
bepaald bij ccnc instructie, door Burgemeester en Wethouders
vastlestellen.
Art. I!). Aile versche, gezoutc, gerookte of gedroogde visch,
die afgeslagen, rondgevent of ten verkoop wordt aangeboden,
is aan keuring omtrent de hoedanigheid onderworpen.
Visch, waarvan de keuring wordt geweigerd, wordt geacht
voor de gezondheid schadelijk te zijn.
Art. 20. Afgekeurde vischzal Lr plaatse, door Burgo-
raeestcr en Wethouders te bepalen, in liet hijzijn van eenen
policie-beambte, worden onbruikbaar gemaakt eu in den grond
bedolven.
Art. 21Mclkverkoopers mogen geene melk langs de straat
vervoeren, dan in gesloten vaten of kannen of in overdekte
emmers.
De melk is aan keuring omtrent de hoedanigheid onder
worpen.
Melk, waarvan de keuring aan de keurmeesters wordt gewei
gerd, wordt geacht voor de gezondheid schadelijk te zijn.
Art. 10 is op de melk toepasselijk.
Art. 22. Alle bedorven, voor de gezondheid schadelijke of
daarmede gelijk gestelde eetwarenalsmede alle afgekeurd
vleesch, visch en melk worden verbeurd verklaard.
HOOFDSTUK II.
van gebouwen dieals nadeel1g voor df. oi'enbare
gezondheid, ter bewoning ongeschikt zijn.
Art. 23. Wanneer Burgemeester en Wethouders onderrigt
zijndat een gebouw of een daarvan tot woning bestemd
gedeelte door slechte zamenslcllingvervallen slaat, gebiek aan
vrije toelating van luchtvochtigheidgebrekkigen toestand
van secreten cn zinkputten, ouvoldoendcn afvoer van water
onvoldoende ruimte, of door welke andere oorzaken ook, als scha
delijk voor de openbare gezondheid, voor het bewonen ongeschikt
geacht wordt, of vermccncn dat liet ongeschikt is, geven zij
daarvan kennis aan de plaatselijke commissie van geneeskundig
toevoorzigt.
Art. 24. Deze stelt, zoo noodig bijgestaan door deii ge-
meenlc-opzigler, een onderzoek in en doel van hare bevinding
aan Burgemeester en Wethouders een met redenen omkleed
verslag, met vermelding van haar gevoelen, of het) gebouw al
of niet als schadelijk voor de openbare gezondheid ter bewoning
ougcsciiim is.
Art. 28. Indien Burgemeester cn Wethouders oordeelcn,
dat de aangeduide gebreken het gebouw, als schadelijk voor
de openbare gezondheidter bewoning ongeschikt maken
doch voor wegneming vatbaar zijn. doen zij daarvan mede