kamer van policie, de hulp in te roepen of te doen inroepen
van een geneeskundige, en, zonder de tegenwoordigheid der
policie af te wachten, te zorgen, dat de drenkeling zoo spoedig
mogelijk worde opgenomen in eene herberg, zoo die in de
nabijheid is, of bij gebreke daarvan, in eene der naastbij ge
legen woningen of gebouwen.
Abt. 74. leder is gehouden een drenkeling, op last der
policie, in zijn huis te ontvangen.
Art. 73. Ten gemeentehuize wordt eene kist geplaatst,
voorzien van de noodige geneesmiddelen voor drenkelingrn.
Op de plaatsen, door Burgemeester en Wethouders te be
palen en door een uiterlijk tecken aan te wijzenworden
steeds dreggen of andere doelmatige reddingsmiddelen voor
handen gehouden.
HOOFDSTUK VI.
algemeene bepalingen.
art. 76. Aan de ambtenaren coliegien en commissien
belast met de uitvoering of het toezigt op de naleving van
een of meer der voorschriften, vervat in de artikelen 4, 6,
9, 11, 12, 13, 13, 16, 19, 24, 26 28 32 33,
33, 36, 37, 40, 44, 46, 32, 39, 61, 65, 63, 66, 67,
68, 70, 71 en 74 dezer verordening, wordt de bevoegdheid
verleend en de last versterkt om de woningen der ingeze
tenen, huns ondanks, ten allen tijde binnen te treden, met
inachtneming der bepalingen van de wet van 31 Augustus
1835(Staatsblad n°. 83.)
art. 77. De overtredingen der bepalingen dezer verordening
Ter drukkerij van F. KLEEUWENS
wordenvoor zooveel daartegen bij geene wetalgemeene
maatregelen van bestuur of provinciale verordening is voorzien,
gestraft als volgt:
die van de artikelen 7, 46, U lid, 47, 48 en 34 met.
eene geldboete van f 1tot 3,
die van de artikel n 6, 8, 9, 19, 21 t<= lid en 32 met
eene geldboete van 2,tot f 10,—
die van de artikelen 4, 1 lid, 13, 16, 53, 44, 46, 2" lid,
53, 59 en 62, met eene geldboete van f 5,tot 15,
die van de artikelen 11, 29, 2« en 3 lid, 50,' 55, 56,
50, 60, 1, lid, 61, 65, 64, 2 lid, 63, U lid, 66, 1e lid,
67, 68, 70, 1 en 2 lid, 71, 72, 75, en 74 met eene
geldboete van f 5,tot 23,
Art 78. Deze verordening treedt in werking op den
14 'en dag na dien harer afkondiging.
De verordening in het belang der openbare gezondheid,
vastgesteld den 51 Julij 1855 en afgekondigd den 1 September
daaraanvolgende, wordt ingetrokken.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van
Zeeland, volgens hun berigtvan 15 Mei 1864, n°. —--^95,
in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den
18 Augustus 1864.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEE-V.
De Secretaris
H. C. PILAAR.
ZOON, Uitgevers der Goemke Courant.