1864. N°. 60. MAANDAG 8 AUGUSTUS. 51s" Jnai'g
^innenfanöscöc lengten.
iy ,1 ,1.1,; gffv, 5T
De uitgave dezer Courant geschiedt Maan
dag en Donderdag avonduitgezonderd
op feestdagen,
t'rijs per kwartaal f 1,55 fr. p. p. ƒ1,90.
stófws-io't osbtuul t i-'rivi);!,'*»i) qoobu
Gewone advertentien worden a ZO et. de
regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van
1-6 regels l,ïO, behalve het zegelregt.
De inzending van advertentiSn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
Tot dit nommer behoort een Bijvoegsel, houdende: twee beleend-
makingen van het Plaatselijk bestuurbenevens het verslag van
het verhandelde in den gemeenteraad op jl. Donderdag 4 dezer.
Ten einde de uitgave van de courant lieden avond niet op te houden
volgt dit bijvoegsel morgen.
De oppositie is, gelijk zich verwachten lietzeer ingenomen
met dea uitslag der verkiezing te Hoorn. Wanneer men echter
op het oog houdtdat zij den heer van Goltstein bij gebrek
aan wat anders heeft ondersteunddan is het voor iedereen
duidelijk, dat zij eigenlijk geene reden heeft om te juichen, maar
dat haar grootste genot daarin bestaat, dat men den heer Gevers
Deijnoot niet heeft gekozen. Dubbelzinnig en dubbelhartig, als
zij altijd isdraagt dan ook het artikel van het Dagblad de
kenmerken, dat men zoeken moest naar stof en dat dientengevolge
de grootste tegenstrijdigheden met het gewone geschreeuw den
inhoud daarvan uitmaken. De regeringspartij, zoo heet het in
het Dagbladgeschrijfis maar eene kleine factie, zoo als schit
terender dan ooit te Hoorn gebleken is. Maar weinige regels
verder lezen wijde heer van Goltstein kreeg wel maar eene
kleine meerderheid, maar zij was schitterend als men de elementen,
nagaat waaruit rij was zamengesteld. De kleine factie is dus
op eens eene beduidende minderheid geworden. En waar de
gehalte van deze in minachting wordt gebragt, vergete men niet
dat de meerderheid slechts door het bekende monsterverbond
kon verkregen worden. Tot de nonsens van het Dagblad meenen
wij gerust te mogen brengen, uitroepen als de volgende„Voor
van ZuijlenSimonsGoltstein geven wij gaarne viermaal drie
stemmachines aan het ministerie Thorbecke cadeau." Zulke
celebriteiten van erkende bekwaamheid en beproefde probiteit
wegen ook wel tegen stemmachines als Limburg Brouwer, Blussé
en van Heukelom op. Intusschen aan het einde van den ver-
kiezingstrijd mogen wij ten spijt van het Dagblad en zijne
geestverwanten, de niet te loochenen waarheid stellen, dat het
ministerie in kracht gewonnen heeft, en dat dus al de redene
ringen van den afgrond die voor liet vaderland gaapt enz.
evenmin als de hatelijke scheldartikelen tegen de ministeriele
leden, iets hebben uitgewerkt.
In de verbijstering der vreugd over de keuze van den heer
Golstein is het Dagblad iets ontsnaptdat de oppositie toch
niet kwalijk moet nemen. Gansch onnadenkend schrijft het
de heer Groen heeft de misleiding der natie door de radicalen
in de hand gewerkt. Daargelaten dat er van de zamenstemming
van den heer Groen met de radicalen wel geene sprake kan
wezen, is het toch zeker niet gemeenddat deze afgevaardigde
de natie zou misleiden. Een manwiens theorien over staat
kunde zoo'algemeenen bijval vinden en die met zoo veel gemoede
lijkheid altijd en overal de zaak van het onderwijs, als middel
tot opvoeding van het volk voor en achter de kiezers, op den
voorgrond steltzulk een man zou het volk misleidenZoo
iets mogt eenmaal opkomen bij den schrijver van het Dagblad
de Grondwetwaarin de Nederlanderachtigheden tegen den
heer Groen gerigt waren, maar dat kan het Dagblad, nog onlangs
door den heer Groen bewierookt, niet meenen. Wij verwachten»
dan ook eerstdaags eene correctie van dat geschrevene, waaruit
blijken zal dat de heer Groen even als het Dagblad een afkeer
heeft van alle misleiding, of het zou moeten zijn, dat het
Dagblad door den heer Groen, of de laatste door het Dagblad
ware misleid geworden.
De ambtenaarsstand in Indie (zoo schrijft het orgaan) is deels
gedemoraliseerddeels wars van de dienst. Deze verzekering van
het veel gelezen blad zal zeker regt aangenaam in de ooren klinken
bij zoovele honderden in ons landwier zonen, broeders en an
dere betrekkingen in Indie den ambtenaarsstand bekleeden. Zij
zijn gedemoraliseerd en dus nietswaardigen die allenop wie
zoo menigeen hier zijne hoop bouwde, die zijne roem en steun
waren. Indie telt slechts weinige achtenswaardige mannen meer,
van den hoogsten tot den laagsten zijn de ambtenaren gedemo
raliseerd, zoo zij ten minste niet wars zijn van het bestuur. Wy
twijfelen er niet aan of het Dagblad zal spoedig een aantal abon-
ne's winnen en als de eenig ware tolk in ons vaderland door
allen met lof en eer overladen worden, want waar het op den
toon van onfeilbaar gezag zulke waarheden verkondigt, daar moet
iedereen het lief krijgen en dankbaar zijn, dat het om deszelfs
eigen woorden te gebruiken den troost geeft om het ongeluk,
dat menigeen in zijne betrekkingen wacht, voor oogen te kun
nen zien.
Het Dagblad, dat vergeefs gepoogd heeft den minister van ko
loniën door zijne lasteringen te treffen en tot zijn spijt moet zien,
dat de minister steeds hooger in de achting der natie rijst en
door de goedkeuring zijner politieke gedragslijn op zijnen zetel
bevestigd wordt, heeft nu weder een ander kunstje bedacht en
strooit geruchten uit die juist uitdrukken wat het zou wenschen.
Zaturdag schreef het, dat men in wel onderrigte kringen te 'sHage
verzekerde, dat de gezondheid van den heer 'van de Putte zich
lang niet verbeterde eb dat hij zijne ministeriele portefeuille zou
moeten nederleggen. Dat zou het Dagblad zoo gaarne wenschen,
ware het zelfs ten koste van een menschenleven, want het wenseht
die het eerst vernietigd te zien, die te groot zijn voor deszeis
laster en nijd. Wij kunnen intusschen verzekeren, dat het een
zuivere logen is, die het blad opdischt, dat de berigten omtrent
den gezondheids toestand van den heer van de Putte, uit Kis
singen niet ongunstig zijn, en dat er gelukkig geen reden bestaat,
om aan de vervulling van de Haagsche profetie te denken. Het
zal zeker velen genoegen doen de verzekering te ontvangen, dat
hier slechts een wensch der oppositiemaar geene waarheid
werd geuit, en wij haasten ons daarom het dagblad te verzeke
ren, dat het nóg verre verwijderd is van het genoegen waarnaar
het haakt.
Opmerkelijk is het, dat het berigt omtrent den heer van de
Putte voorkomt tusschen twee andere „men zegt's," die zeker even
min eenigen grond hebben als de voorgaande en afkomstig zijn
uit het brein van den jongen Hagenaar. De natie, wiens geest
en behoefte zoo juist door het dagblad wordt uitgedrukt, zal zich
weldra kunnen overtuigen, dat de brave leidsman drie logens
heeft opgedischt, waarschijnlijk uit respect voor het slapende en
blinde volk.
Berigten uit Indie, gisteren alhier ontvangen melden dat op
Vrijdag 17 Junij te Samarang, de eerste spade gestoken is voor
den aanleg van den spoorweg naar de Vorstenlanden. Zijne
Excellentie de gouverneur-generaal was daartoe vau Batavia over
gekomen. Des morgens ten 7 ure werd hij door een «erewacht
naar het terrein geleid, waar de werken een aanvang zouden nemen.
Allereerst hield de hoofd-ingenieur de Bordes eene aanspraak
waarin zeer teregt hulde gebragt werd aan de onvermoeide
pogingen van den landvoogdwaardoor het lang begeerde plan
eindelijk tot vervulling kwam, en waarin met een woord ge
wezen werd op den weldadigen invloed, die men van den
spoorweg, ook voor de beschaving in Indie mag verwachten.
Daarna sloeg de gouv.-gentot driemalen de spade in den