DONDERDAG 21 JÜLIJ. 5lslf Jaargang. itniicnCimöscöe lengten. Oe uitga re dezer Courant geschiedt Slaan, dag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal f 1,85 fr. p. p. f 1,9». frkJL Gewone advertentlCn worden a SO et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels 1,3»behalve het zegelregt. De inzending van advertentilin kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. De heer Groen heeft zich onlangs beklaagddat hij nu sedert vijf-en-dertig jaren vruchteloos gepoogd heeft, om zich door zijne landgenooten te doen verstaan en zijne beginselen door hen te doen aannemen. Wij bewonderen niet alleen den volhardenden moed van den prediker, die, schoon niet aangehoord, immer voort gaat zijne stem te verheffen, maar ook zijne zeldzame ingenomen heid met eigen begrippen, waaraan hij onbezweken vasthoudt, schoon ze op den duur door de meerderheid veroordeeld worden. Maar aan die bewondering paart zich ook eene niet onnatuurlijke bevreemding, dat nooit bij den heer Groen de gedachte schijnt optekomen, dat de hem veroordeelende meerderheid wel eens meer gelijk kon hebben dan hij. Het ziet er waarlijk voor ons land maar droevig uit, indien slechts zoo enkelen in het bezit der waarheid zijn en het aantal nog kleiner is dat naar hen luistert. Maar daar wij geen enkel spoor vinden van eenige schade, door het niet luisteren naar den heer Groen teweeg gebragt, gelooven wij, dat de heer Groen gelukkig wezen zou, als hij de werkelijk heid 'meer dan zijne theorien raadpleegde, en dat de natie er bij winnen zouals hij zijne krachten aanwenddeniet om haar met geweld naar zijn verouderd standpunt terug te dringen, maar om met haar voort te streven op de baandie zij hemin hare voortdurende ontwikkeling wijst. Bij de weinige sympathie, die de rigting van den heer Groen in ons land vindt, is het wel niet te verwonderen, dat haar orgaan of organen zich zwak noemen. Zij zijn dat blijkens gemis aan uitwerking, blijkens den onverwinlijken afkeer, die de meer derheid daarvan loont. Men mag het den zwakken niet euvel duiden, als hij tracht door hulp van sterkeren eenigsins vooruit te komen, en het iaat zich begrijpendat het gevoel van onmagt er toe leiden kan, om te vereenigen met degenen, die men anders ongaarne tot bondgenooten nemen zou. Maar de vraag rijst of het rationeel is om de kracht buiten zich te zoeken en of niet allereerst moest worden onderzochtwaaraan de zwakheid toe te schrijven is. Wie het onmogelijke wil, verspilt zijne krachten en wordt ongeschikt zelfs voor den nederigen werkkring, waartoe hij bestemd was. Zoo is het met de historische rigting van onzen tijd, die blind voor de lessen der historie, het volk zou willen terugdringen, in klimmende boeijen sluiten en eene glans rijke historie voor de toekomst onmogelijk maken. Die rigting is niet alleen zwakom dat zij afgeleefd isomdat zij zich vergeefs tegen den magtigeren heeft uitgeputmaar bovenal omdat zij magteloos staat tegenover den alles-overweldigenden stroom van waarheid en licht. De verkiezing te Hoorn is eindelijk door het Dagblad besproken, één dag vóór de verkiezing, opdat men het laatste woord hebben zou. Het verdient opmerking, dat daarin niet zoo zeer de kandidaat, die men (faute de mieux) aanbeveelt, wordt besproken maar veel meer de gevreesde kandidaat wordt mishandeld en op Dagblads- wijze over den hekel gehaald. Gelijk wij vroeger reeds aan toonden kon de heer van Goltsiein niet worden aanbevolen sedert hij zich aan de zijde van den heer van Nierop had ge schaard. Maar er moest iets gezegd worden en nu heet het wederom: hij is onafhankelijk! Daarbij is nog de veel betee- kenende aanprijzing gevoegd, dat hij eene schoone toekomst voor zich heeft en het land groote diensten lean bewijzen. De Hoornsche kiezers zullen echter uit het Dagblad-artikel niet veel wijsheid leeren, en hun zoo hoog geroemd gezond verstand zal wel tusschen de regels van dat artikel zien, hoe het orgaan verlegen was met de aanbeveling die het niet van goeder harte doen kon. De antirevolutionaire partij schijnt ditmaal, ondanks den raad van den prediker sedert vijfendertig jaren, geen eigen kandidaat gesteld te hebben. Zij zal dus maar gemeene zaak maken met de con servatieven, maar men wordt vriendelijk verzocht wel' te willen gelooven, dat hier volstrekt aan geen verbond tusschen de beide pa|'tijen mag worden gedacht. „Het gezond verstand der kiezers van Winschoten, zal de op gedrongen kandidaat, den heer Jonclcbloet weten te weren." Zoo schreef het Dagblad vóór eenige dagen. Maar, helaas juist deze kandidaat verkreeg de meeste stemmen en wel een beduidend aantal boven den naast aan hem volgenden. Hebben die menschen nu geen gezond verstand of heeft het veel gelezen orgaan, dat de natie zoo door en door kent en dat hare wenschen zoo duidelijk uitspreekt, zich in het oordeel over die kiezers vergist? Het mag I nu smalen op de geringe opkomst der kiezers, daarmede verbloemt lie de nederlaag niet die het op nieuw geleden beeft. Men stelle de uitkomst der stemming te Winschoten naast het Dagblad artikel van de vorige week, en men komt tot het besluitdat het orgaan de natie in hare rigting en wenschen miskent, dat het vergeefs met groote woorden zoekt te overbluffen, maar dat het gezond verstand der kiezers zich weinig daaraan stoort, en dat dergelijke uitkomsten uitnemend geschikt zijn, om waar het nog noodig is de oogen te openen voor de verachtelijke drogredenen en kunstgrepen, waarmede eene woelzieke factie tegen de meer derheid der natie te velde trekt. Onder de drogredenen waarvan het dagblad zich bedient, om zijn doel te bereiken, bij de verkiezing te Hoorn is ook deze; dat de kiezers als zij zich gelijk willen blijven nu bepaald den heer Golstein stemmen moetenomdat hij de meeste stemmen bekwam na den heer van Nierop, bij de vorige gelegenheid. Het is kennelijk, dat men op die wijze argloozen vangen wil en den kandidaat der minderheid als die der meerderheid wil doen voor komen. Wij wijzen er alleen op, om te doen uitkomen, in welke bogten de partij zich wringt, om niet door overtuigingmaar door overrompeling haar doel te bereiken. Het geldt hier ook de verwijdering van den heer Gevers, wiens benoeming meer dan eenige andere eene nederlaag voor het orgaan en deszelfs partij zoude zijn. Verdeeldheid onder de voorstanders der liberale rigting kan misschien de keus van den heer Goltstein in de hand werken, maar al wordt hij ook gekozen, dan zal men er nooit uit kunnen opmaken, dat de meerderheid in dat district met zijne rigting ingenomen is. De geest der meerderheid heeft zich uitgesproken in de keus van den heer v. Nierop, en zoo nu diens tegen stander overwint, dan zal het zijn omdat de minderheid eene toevallige kracht bezat, maar volstrekt niet omdat de meerderheid haar mandaat aan hem wenscht te geven. Bij de verkiezing te Winschotenüingsdag gehouden, zijn uit- gebragt 499 geldige stemmen. Daarvan bekwamen de heeren prof. Jonckbloet 182, T. Borgesius 118, mr. Woldingh (de kandidaat van het dagblad) 98, van Swinderen 49 en Venema 42 stemmen. Er zal dus eene overstemming moeten plaats hebben tusschen de beide eerstgenoemden.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1864 | | pagina 1